direct naar inhoud van Artikel 26 Water
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 26 Water

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • b. waterberging;
  • c. extensieve dagrecreatie;
  • d. bijbehorende oevers, taluds, kunstwerken en kademuren;

met bijbehorende additionele voorzieningen, waaronder civieltechnisch werken;

en tevens voor:

26.1.1 brug

ter plaatse van de aanduiding 'brug' is een brug toegestaan;

26.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

26.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 44.

26.2.2 Gebouwen algemeen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht.

26.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
    Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
    Erf- en terrein afscheidingen   2  
    Kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer   12  
    Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   6  
    Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast of steiger   5  
  • b. steigers zijn uitsluitend toegestaan binnen een afstand van 25 meter vanaf de aanduiding 'ligplaats' mits:
    • 1. de hoogte van de steiger niet meer mag bedragen dan 1 meter;
    • 2. de oppervlakte per steiger niet meer mag bedragen dan 10 m²;
    • 3. de afstand van het uiteinde van de steiger ten opzichte van de oever ten hoogste 2 meter mag bedragen.
26.3 Specifieke gebruiksregels
26.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van recreatief verblijf anders dan extensieve dagrecreatie;
  • b. het gebruik van gronden of water als ligplaats woonschip;
  • c. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming.