direct naar inhoud van Artikel 25 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 25 Verkeer - Verblijfsgebied

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een verblijfsfunctie;
  • b. pleinen;
  • c. fiets- en/of voetpaden;
  • d. groenvoorzieningen en bermen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. water;

met daaraan ondergeschikt:

  • nutsvoorzieningen;
  • speel- en verblijfsvoorzieningen;

met de daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder abri's, fietsenstallingen, telefooncellen, straatmeubilair, kunstobjecten en geluidsreducerende maatregelen;

en tevens voor:

25.1.1 specifieke vorm van verkeer - standplaats

een standplaats zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van verkeer - standplaats'.

25.2 Bouwregels

Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:

25.2.1 Bouwwerken beperking

Zie Artikel 44.

25.2.2 Gebouwen algemeen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht met uitzondering van:

  • a. abri's, fietsenstallingen en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een oppervlakte van 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter.
25.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. voor de bouwhoogte en situering geldt hetgeen in het volgende bouwschema is bepaald, tenzij ter plaatse anders is aangeduid:
Type bouwwerk   Maximale bouwhoogte (in meter)  
Kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer   12  
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten   8  
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast   5  
25.3 Specifieke gebruiksregels
25.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatie;
  • b. de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming.