Plan: | TAM-omgevingsplan LTS-Park |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0037.TAMOP2405-on01 |
Dit TAM-IMRO omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie van TAM-omgevingsplan LTS-Park die is voorzien van de functies 'Groen', 'Groen - Bouwen', 'Verkeer - Verblijfsgebied bouwen', 'Verkeer - Verblijfsgebied', 'Wonen', 'Wonen - Kern bouwen' in de verbeelding behorende bij dit plan en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Stadskanaal. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.omgevingswet.overheid.nl.
De in deze wijziging uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Stadskanaal. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage [22a] gelezen worden. Bijlagen 1 en 2 uit dit TAM-omgevingsplan LTS-Park zijn gelijk aan bijlagen 3 en 5 uit het Chw-bestemmingsplan gemeente Stadskanaal.
In dit deel weergegeven artikelen moet in de artikel kop na het woord 'Artikel' en de spatie en direct voor het artikelnummer '22a.' gelezen worden.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk. Daarnaast geldt dat bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit de aanvrager dient te motiveren waarom hij/zij van oordeel is dat voldaan wordt aan de beoordelingsregels.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in:
zijn van toepassing op dit hoofdstuk.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
het TAM-omgevingsplan LTS-Park met identificatienummer NL.IMRO.0037.TAMOP2405-on01 van de gemeente Stadskanaal;
het omgevingsplan van de gemeente Stadskanaal;
een bijbehorend bouwwerk dat in directe fysieke verbinding staat met het hoofdgebouw waaraan het wordt aan- of uitgebouwd. Een aangebouwd bijbehorend bouwwerk houdt een toevoeging in van een afzonderlijke ruimte behorende bij een hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel, terwijl een uitgebouwd bijbehorend bouwwerk een vergroting van een bestaande ruimte is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gelegenheid voor het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor een recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een bedrijfsmatige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch-recreatieve activiteit, welke bedrijfsmatige voorziening ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een object zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden, met dien verstande dat conform artikel 1 lid 2 Bevi de eigen inrichting niet onder de bescherming valt;
de totale bruto vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een broeps- en bedrijfsactiviteit aan huis, een (dienstverlenend) bedrijf en/of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, die door hun beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, zoals aangegeven in bijlage 1;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw/bedrijfswoning verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd(e) gebouw of overkapping;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en waaronder e-commerce niet is begrepen zonder showroom en toonbankfunctie;
de bouwlaag op de begane grond;
een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegend transparante uitstraling;
elk bouwwerk, dat voor een mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
één of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;
iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;
een gebouw, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend die:
persoon of groep personen, die een huishouden voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling daarvan;
een onderkomen dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief verblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter, waaronder wordt begrepen:
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
voortbrengsel van de beeldende kunsten al dan niet in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied;
biotische en abiotische waarden van een gebied;
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede energieopwekking of -buffering en soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, bergbezinkbassins, telefooncellen en zendmasten;
elk bouwwerk dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een seksclub of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
het vanaf een vaste plaats op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen, een tafel of enig ander middel, waaronder niet wordt begrepen:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel daarvan die door de ligging, de situatie ter plaatse en de indeling van het gebouw het sterkst op de weg is gericht;
een bijbehorend bouwwerk dat vrijstaand van het hoofdgebouw waar het bij hoort wordt/is gebouwd en hoort bij het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten;
door wind aangedreven molen die wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit;
het gehuisvest zijn van een huishouden in een woning;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding voor permanent gebruik;
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in 5.1 tot en met 5.6.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil c.q. de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs de verticale projectie van de buitenomtrek van de overkapping c.q. van de opgaande scheidingsconstructies inclusief de overstekken;
vanaf enig punt van een (hoofd)gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot de (zijdelingse) perceelgrens.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, alsmede het plaatsen van een nieuwe muur om een bestaande gevel en het verlengde daarvan, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen ten hoogste 0,5 m bedraagt;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Het is verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de in dit hoofdstuk toegestane gebruiksactiviteiten.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Groen.
De gronden mogen worden gebruikt voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
De gronden mogen in ieder geval niet worden gebruikt voor:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Verkeer - Verblijfsgebied.
De gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Wonen.
De gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor:
met de daarbijbehorende:
De gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mits:
De gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor verblijfsrecreatie onder de volgende voorwaarden:
De gronden en bouwwerken mogen in ieder geval niet worden gebruikt voor:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels in onderstaande leden.
Binnen de als Groen - Bouwen aangewezen locaties mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Binnen de als Groen - Bouwen aangewezen locaties zijn de volgende beoordelingsregels voor overige bouwwerken van toepassing:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels in onderstaande leden.
Binnen de als Verkeer - Verblijfsgebied bouwen aangewezen locaties mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Binnen de als Verkeer - Verblijfsgebied bouwen aangewezen locaties zijn de volgende beoordelingsregels voor overige bouwwerken van toepassing:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels in onderstaande leden.
Voor het bouwen van bouwwerken dient, als regels bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, naast de artikelen 12.3, 12.4 en 12.5, tevens te worden voldaan aan de eisen voor gebouwen, (erf)inrichting, aanzichten, kleur, materiaal en duurzaamheid uit het beeldkwaliteitsplan zoals opgenomen in bijlage 3.
Binnen de als Wonen - Kern bouwen aangewezen locaties zijn de volgende beoordelingsregels voor van toepassing:
Binnen de als Wonen - Kern bouwen aangewezen locaties zijn de volgende beoordelingsregels voor hoofdgebouwen van toepassing:
Binnen de als Wonen - Kern bouwen aangewezen locaties zijn de volgende beoordelingsregels voor bijbehorende bouwwerken van toepassing:
Binnen de als Wonen - Kern bouwen aangewezen locaties zijn de volgende beoordelingsregels voor overige bouwwerken van toepassing:
De omgevingsvergunning in de zin van artikel 22.26 wordt ook verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, in de volgende gevallen en in afwijking van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen vergunningvoorschriften opnemen waarin eisen worden gesteld aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De bouwgrenzen mogen in afwijking van dit plan uitsluitend worden overschreden door:
De gronden en bouwwerken mogen in ieder geval niet worden gebruikt voor:
De omgevingsvergunning in de zin van artikel 22.26 wordt ook verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, in de volgende gevallen:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regels met betrekking tot bomen'.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders:
Een vergunning als bedoeld in 17.3 sub a wordt verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen aan de in lid 17.3 bedoelde vergunning voorschriften verbinden:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regels met betrekking tot reclame-uitingen'.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.
Het verbod in lid 18.2 is niet van toepassing in gevallen waarin door burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken in de afweging.
Een vergunning als bedoeld in 18.2 wordt verleend:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regels met betrekking tot het aanleggen of veranderen van een uitweg'.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:
Een vergunning als bedoeld in 19.2 wordt verleend indien:
Het bepaalde in lid 19.2 is niet van toepassing op beperkingenactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale verordening of waterschapsverordening.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regels met betrekking tot regels met betrekking tot het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg'.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de weg of een weggedeelte voor het plaatsen van voorwerpen te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan is toegestaan.
De vergunning als bedoeld in 20.2 wordt verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften verbinden aan de vergunning voor het plaatsen van objecten op of aan de weg om het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel het doelmatig beheer en onderhoud van de weg te bevorderen.
Bouwwerken voldoen aan redelijke eisen van welstand. Of hiervan sprake is wordt per deelgebied beoordeeld aan de hand van de welstandscriteria die zijn opgenomen in de volgende leden: