direct naar inhoud van 4.5 Ecologie
Plan: Stadskanaal Kern - Noorderpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP0904-vs01

4.5 Ecologie

Toetsingskader en beleid
Bij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming
De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe'.

Soortenbescherming
Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng.

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan
EcoGroen Advies BV heeft in het plangebied een quickscan natuurtoets uitgevoerd. Het rapport is opgenomen in Bijlage 3. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingreep op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet en het vigerend gebiedsgericht natuurbeleid. Het onderzoek is gebaseerd op een veldbezoek op 30 augustus 2010 en een inventarisatie van bekende verspreidingsgegevens. De conclusies komen hierna aan de orde.

Gebiedsbescherming
Het plangebied maakt geen deel uit van een gebied dat is beschermd krachtens de Natuurbeschermingswet, Ecologische Hoofdstructuur of ander gebiedsgericht natuurbeleid. Op basis van de afstand, aard van de ingreep en tussenliggende barrières zijn uitstralende effecten op dergelijke gebieden ook niet aan de orde.

Soortenbescherming
In het plangebied komt een aantal laag beschermde soorten en broedvogels voor. Om te voorkomen dat vogels worden verstoord moeten werkzaamheden buiten het broedseizoen (half maart tot half juni) uitgevoerd worden.

Verder is de verwachting dat er vleermuizen voorkomen in het plangebied. Er wordt daarom geadviseerd om gericht vleermuizenonderzoek te doen.