direct naar inhoud van Regels
Plan: Chw bestemmingsplan Almere Centrum Weerwater - Floriade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.OP1HS2NW01-vg03

Regels

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels

Artikel 1 Archeologie 1

Link naar de toelichting op Archeologie 1

Artikel 2 Bos

Link naar de toelichting op Bos

  • a. Bos met een recreatieve en natuurfunctie is toegestaan met voet- en fietspaden, waterpartijen met bijbehorende oevers en taluds, wateraanvoer en -afvoer, kunstwerken en kunstobjecten, nutsvoorzieningen, voorzieningen voor ontsluiting van het gebied en overige functioneel met de bestemming verbonden voorzieningen.
  • b. Niet toegestaan is:
    • 1. het plaatsen of geplaatst houden van kampeer- of verblijfsmiddelen;
    • 2. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 4. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
    • 5. gebruik ten behoeve van parkeren.
  • c. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 3 Entreegebied

Link naar de toelichting op Entreegebied

Artikel 4 Floriade Brug

Link naar de toelichting op Floriade Brug

  • a. Functies voor langzaam verkeer zoals fiets- en voetpaden en hulpverleningsdiensten zijn toegestaan. Activiteiten en voorzieningen die functioneel zijn verbonden met het verkeer zijn ook toegestaan, zoals kunstobjecten en kunstwerken.
  • b. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 5 Floriade Evenement

Link naar de toelichting op Floriade Evenement

  • a. De bestemming Floriade Evenement is de voorlopige bestemming. De regels van de bestemming Floriade Evenement zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. Functies zijn toegestaan die passen binnen het evenement Floriade.
  • c. Het evenement Floriade is een wereldtuinbouwtentoonstelling waar in een living lab (levend laboratorium) nieuwe technologieën op het gebied van voedselproductie, reststromen, energiewinning, mobiliteit, water en waterzuivering worden onderzocht en toegepast. Het evenement is gebaseerd op vier thema's: Feeding the city, Healthying the city, Greening the city en Energizing the city. Het thema Feeding is leidend en is gericht op de behoefte aan veilig en voldoende voedsel. Healthying ziet op het welzijn en de gezondheid van de mens. Greening heeft enerzijds betrekking op een groene leefomgeving en anderzijds op het koppelen van functies aan groene oplossingen om de gebruikswaarde van gebieden zo groot mogelijk te maken. Via Energizing wordt bereikt dat gebieden niet alleen energie gebruiken maar ook leveren.
  • d. Het maximaal aantal bezoekers van het evenement Floriade bedraagt 2.125.000, het maximaal aantal bezoekende auto's van het evenement Floriade bedraagt 398.438 en het maximaal aantal bezoekende touringcars van het evenement bedraagt 13.281.
  • e. Activiteiten en voorzieningen die invulling geven aan het living lab of één van de vier thema's Feeding the city, Healthying the city, Greening the city en Energizing the city zijn gedurende het evenement Floriade toegestaan. Zowel in als buiten gebouwen. Ook functies die het evenement Floriade ondersteunen zijn toegestaan zoals:
  • f. Functies zoals opgenomen in de bestemming Floriade Stadswijk zijn al voor 1 november 2022 toegestaan, mits deze functies geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Onder een negatieve invloed wordt verstaan het minder aantrekkelijk maken van het evenement Floriade voor bezoekers of het niet rekening houden met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • g. De oppervlakte van de markthal bedraagt in totaal maximaal 2.000 m2 brutovloeroppervlak, verdeeld in units met een maximum brutovloeroppervlak van 150 m2 per unit.
  • h. Functies die geen invulling geven aan het living lab of één van de vier thema's Feeding the city, Healthying the city, Greening the city en Energizing the city van het evenement Floriade zijn niet toegestaan. Dit betreft in ieder geval de volgende functies:
  • i. Niet toegestaan is:
  • j. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 6 Floriade Evenement Rand

Link naar de toelichting op Floriade Evenement Rand

Artikel 7 Floriade Jachthaven

Link naar de toelichting op Floriade Jachthaven

  • a. Activiteiten en voorzieningen ten behoeve van een jachthaven zijn uitsluitend binnen deze bestemming toegestaan, zoals:
  • b. Niet toegestaan is het gebruik van de gronden:
    • 1. voor meer dan 450 ligplaatsen, waarvan maximaal 12 woonschepen, en 2 blokhutten;
    • 2. voor permanente bewoning van de voorzieningen.
  • c. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 8 Floriade Stadswijk

Link naar de toelichting op Floriade Stadswijk

Artikel 9 Floriade Stadswijk Rand

Link naar de toelichting op Floriade Stadswijk Rand

Artikel 10 Gasleiding

Link naar de toelichting op Gasleiding

  • a. Ondergrondse leidingen voor het transport van gas zijn toegestaan, met de daarbij behorende belemmeringenstrook. Activiteiten en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het transport van gas via deze leidingen zijn ook toegestaan.
  • b. Niet toegestaan is het gebruik van gronden voor de permanente opslag van goederen.
  • c. Deze regels gelden primair naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 11 Groen

Link naar de toelichting op Groen

  • a. De functies die bijdragen aan het instandhouden en ontwikkelen van de groenstructuur, landschappelijke waarden en natuurlijke waarden zijn toegestaan. Activiteiten en voorzieningen die bijdragen aan de beleving van de groenstructuur, landschappelijke waarden, natuurlijke waarden en de ontsluiting van Floriade Evenement en Floriade Stadswijk zijn ook toegestaan, zoals recreatief medegebruik, speelvoorzieningen, straatmeubilair, aanleggelegenheid, kunstwerken en kunstobjecten. Functies voor de waterhuishouding en nutsvoorzieningen zijn tevens toegestaan.
  • b. Niet toegestaan is het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor het plaatsen of stallen van kampeermiddelen, het opslaan of stallen van goederen, voer- of vaartuigen en het opslaan, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen. Dit geldt niet voor het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen en het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, die nodig zijn voor de realisatie of instandhouding van de toegelaten functies.
  • c. Evenementen zijn toegestaan indien het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) gemiddeld over drie minuten veroorzaakt door het evenement op de gevel van de meest nabij gelegen geluidsgevoelige objecten niet meer bedraagt dan 70 dB (A).
  • d. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 12 Hinderzone Bedrijf

Link naar de toelichting op Hinderzone Bedrijf

Artikel 13 Hoogspanningsverbinding

Link naar de toelichting op Hoogspanningsverbinding

  • a. Een bovengrondse hoogspanningsverbinding van 380 kV (kilovolt) met bijbehorende belemmeringenstrook is toegestaan. Activiteiten en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het transport van elektriciteit via deze hoogspanningsverbinding zijn ook toegestaan.
  • b. Niet toegestaan is het gebruik van gronden voor de permanente opslag van goederen.
  • c. Deze regels gelden primair naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 14 Horeca 1

Link naar de toelichting op Horeca 1

Artikel 15 Horeca 2

Link naar de toelichting op Horeca 2

Artikel 16 Horeca 3

Link naar de toelichting op Horeca 3

Artikel 17 Leidingstrook

Link naar de toelichting op Leidingstrook

  • a. Ondergrondse leidingen voor het transport van gas, water en electra en andere kabels en leidingen zijn toegestaan, met de daarbij behorende belemmeringenstroken. Activiteiten en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het transport via deze leidingen zijn ook toegestaan.
  • b. Niet toegestaan is het gebruik van gronden voor de permanente opslag van goederen.
  • c. Deze regels gelden primair naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 18 Recreatie

Link naar de toelichting op Recreatie

  • a. Dagrecreatie, sport- en speelvoorzieningen zijn toegestaan.
  • b. Ondergeschikte horeca op land is toegestaan tot maximaal 150 m2.
  • c. Voet- en fietspaden, nutsvoorzieningen en voorzieningen voor ontsluiting van het gebied zijn toegestaan.
  • d. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 19 Veiligheidszone Hoogspanningsverbinding

Link naar de toelichting op Veiligheidszone Hoogspanningsverbinding

  • a. Niet toegestaan is het gebruik van bouwwerken en gronden voor langdurig verblijf van kinderen tot 15 jaar, waaronder begrepen woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen met daarbij behorende tuinen/erven en buitenruimten zoals speelplaatsen bij een school.
  • b. Deze regels gelden primair naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 20 Veiligheidszone Propaantank 1

Link naar de toelichting op Veiligheidszone Propaantank 1

Artikel 21 Veiligheidszone Propaantank 2

Link naar de toelichting op Veiligheidszone Propaantank 2

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter verhoging van de veiligheid en zelfredzaamheid van personen in gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid, aan nieuwe functies nadere eisen te stellen ten aanzien van:
    • 1. de situering van gebouwen;
    • 2. de inrichting van terreinen;
    • 3. het ontwerp van gebouwplattegronden of de indeling van gebouwen;
    • 4. de plaats, de afmeting en de inrichting van vluchtroutes en nooduitgangen.
  • b. Voordat nadere eisen kunnen worden gesteld, wordt advies ingewonnen van de Brandweer Flevoland en de brandpreventiemedewerkers van de gemeente Almere.
  • c. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 22 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 1

Link naar de toelichting op Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 1

Artikel 23 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 2

Link naar de toelichting op Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 2

Artikel 24 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 3

Link naar de toelichting op Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 3

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter verhoging van de veiligheid en zelfredzaamheid van personen in gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid, aan nieuwe functies nadere eisen te stellen ten aanzien van:
    • 1. de situering van gebouwen;
    • 2. de inrichting van terreinen;
    • 3. het ontwerp van gebouwplattegronden of de indeling van gebouwen;
    • 4. de plaats, de afmeting en de inrichting van vluchtroutes en nooduitgangen.
  • b. Voordat nadere eisen kunnen worden gesteld, wordt advies ingewonnen van de Brandweer Flevoland en de brandpreventiemedewerkers van de gemeente Almere.
  • c. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 25 Verenigingsleven

Link naar de toelichting op Verenigingsleven

  • a. Uitsluitend activiteiten en voorzieningen voor verenigingsleven zijn toegestaan.
  • b. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 26 Verkeer

Link naar de toelichting op Verkeer

  • a. Functies zoals (autosnel)wegen, busbanen en fiets- en voetpaden zijn toegestaan. Activiteiten en voorzieningen die functioneel zijn verbonden met het verkeer zijn ook toegestaan, zoals bermen, geluidwerende voorzieningen, parkeerplaatsen, haltevoorzieningen, kunstwerken en kunstobjecten. Functies voor de waterhuishouding, nutsvoorzieningen, voorzieningen voor ontsluiting van het gebied en groenvoorzieningen zijn tevens toegestaan.
  • b. Evenementen zijn toegestaan indien het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) gemiddeld over drie minuten veroorzaakt door het evenement op de gevel van de meest nabij gelegen geluidsgevoelige objecten niet meer bedraagt dan 70 dB (A).
  • c. Niet toegestaan is:
    • 1. het inrichten van snelwegen met een aantal rijstroken dat afwijkt van de in Bijlage 5, Bijlage 6 en Bijlage 7 opgenomen kaarten behorende bij het Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere;
    • 2. de aanleg of het vervangen van een weg waarbij de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op een geluidsgevoelig object hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een hogere waarde zoals omschreven in Bijlage 3 Besluit hogere waarden en de daarbij behorende Bijlage 1 Geluidregeling Weerwaterzone;
    • 3. het realiseren van een kwetsbaar object of een beperkt kwetsbaar object.
  • d. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 27 Verkeer Busstation

Link naar de toelichting op Verkeer Busstation

  • a. Activiteiten en voorzieningen voor een busstation zijn uitsluitend binnen deze bestemming toegestaan.
  • b. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Artikel 28 Water

Link naar de toelichting op Water

Artikel 29 Water Skibaan

Link naar de toelichting op Water Skibaan

  • a. Activiteiten en voorzieningen voor een kabelwaterskibaan zijn toegestaan.
  • b. Deze regels gelden naast de andere daar voorkomende Bestemmingsregels en de Algemene regels.

Hoofdstuk 2 Bouwregels

Artikel 30 Archeologie 1 - bouwen

Link naar de toelichting op Archeologie 1 - bouwen

Het is verboden op of in de grond bouwwerken te bouwen waarvoor de grond dieper dan 150 cm ten opzichte van maaiveld verstoord moet worden. Dit verbod is niet van toepassing voor delen van de grond die reeds bebouwd of anderzins verstoord zijn geweest of voor bouwwerken op grond van de andere daar voorkomende Bouwregels met een oppervlakte kleiner dan 500 m².

Artikel 31 Bos - bouwen

Link naar de toelichting op Bos - bouwen

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan. De bouwhoogte van kunstwerken, masten en kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 16 meter. De oppervlakte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 10 m2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

Artikel 32 Entreegebied - bouwen

Link naar de toelichting op Entreegebied - bouwen

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.

Artikel 33 Entreegebied - bouwen 1

Link naar de toelichting op Entreegebied - bouwen 1

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter. Eén reclamemast is toegestaan met een maximum bouwhoogte van 40 meter.

Artikel 34 Entreegebied - bouwen 2

Link naar de toelichting op Entreegebied - bouwen 2

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter. Eén kunstobject is toegestaan met een maximum bouwhoogte van 55 meter.

Artikel 35 Floriade Brug - bouwen

Link naar de toelichting op Floriade Brug - bouwen

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 15 meter. De onderdoorvaarthoogte bedraagt minimaal 4 meter.

Artikel 36 Floriade Evenement - bouwen 1

Link naar de toelichting op Floriade Evenement - bouwen

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 1 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 12 meter. Voor de bestaande Utopia Uitkijktoren geldt een maximum bouwhoogte van 25 meter.

Artikel 37 Floriade Evenement - bouwen 2

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 2 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 12 meter;
  • e. Het maximum bebouwingspercentage binnen Floriade Evenement - bouwen 2 bedraagt 10%.

Artikel 38 Floriade Evenement - bouwen 3

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 3 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 9 meter.
  • e. De onderdoorvaarthoogte van bruggen bedraagt minimaal 2,5 meter.
  • f. Het maximum bebouwingspercentage binnen Floriade Evenement - bouwen 3 bedraagt 5%.

Artikel 39 Floriade Evenement - bouwen 4

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 4 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 5 meter.
  • e. Het maximum bebouwingspercentage binnen Floriade Evenement - bouwen 4 bedraagt 5%.

Artikel 40 Floriade Evenement - bouwen 5

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 5 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 3.200 m2 binnen Floriade Evenement - bouwen 5 een maximum bouwhoogte van 21 meter.

Artikel 41 Floriade Evenement - bouwen 6

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 6 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan binnen Floriade Evenement - bouwen 6.
  • e. De maximum bouwhoogte bedraagt 15 meter.

Artikel 42 Floriade Evenement - bouwen 7

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 7 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 19.000 m2 binnen Floriade Evenement - bouwen 7 een maximum bouwhoogte van 56 meter.

Artikel 43 Floriade Evenement - bouwen 8

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 8 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 1.600 m2 per bestemmingsvlak binnen Floriade Evenement - bouwen 8 een maximum bouwhoogte van 56 meter.

Artikel 44 Floriade Evenement - bouwen 9

  • a. De regels van Floriade Evenement - bouwen 9 zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het evenement Floriade.
  • c. Bouwwerken ten behoeve van Floriade Stadswijk mogen ook voor 1 november 2022 worden gebouwd, mits deze bouwwerken geen negatieve invloed uitoefenen op het evenement Floriade. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bouwwerken het evenement Floriade niet minder aantrekkelijk maken voor bezoekers en de bouwactiviteit niet in strijd mag zijn met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 2.250 m2 binnen Floriade Evenement - bouwen 9 een maximum bouwhoogte van 56 meter.

Artikel 45 Floriade Evenement - procesregels

Link naar de toelichting op Floriade Evenement - procesregels

  • a. De regels van Floriade Evenement - procesregels zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. Voordat een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit in het kader van het evenement Floriade of de stadswijk Floriade wordt verleend, vraagt het college van burgemeester en wethouders advies aan de Floriade BV of er voldoende rekening is gehouden met Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling.

Artikel 46 Floriade Evenement Rand - bouwen

Link naar de toelichting op Floriade Evenement Rand - bouwen

  • a. De regels van Floriade Evenement Rand - bouwen zijn van toepassing gedurende de periode vanaf de vaststelling van dit plan tot het einde van het evenement Floriade, dat wil zeggen tot 1 november 2022.
  • b. Bouwwerken en woonschepen zijn toegestaan. Het bebouwingspercentage van de bouwwerken en woonschepen mag in totaal maximaal 30% bedragen. De bouwhoogte van bouwwerken en woonschepen mag niet meer bedragen dan 9 meter. Tussen de bouwwerken of woonschepen moet een tussenruimte van minimaal 5 meter zijn.

Artikel 47 Floriade Jachthaven - bouwen 1

Link naar de toelichting op Floriade Jachthaven - bouwen

  • a. Bouwwerken en woonschepen zijn toegestaan.
  • b. De maximum bouwhoogte van bouwwerken en woonschepen bedraagt 5 meter.
  • c. Het maximum bebouwingspercentage binnen Floriade Jachthaven - bouwen 1 bedraagt 5%.

Artikel 48 Floriade Jachthaven - bouwen 2

Link naar de toelichting op Floriade Jachthaven - bouwen

  • a. Bouwwerken en woonschepen zijn toegestaan.
  • b. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 12 meter.

Artikel 49 Floriade Stadswijk - bouwen 1

Link naar de toelichting op Floriade Stadswijk - bouwen

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 1 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen .
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 12 meter. Voor de bestaande Utopia Uitkijktoren geldt een maximum bouwhoogte van 25 meter.

Artikel 50 Floriade Stadswijk - bouwen 2

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 2 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen .
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 12 meter.
  • e. Het maximum bebouwingspercentage binnen Floriade Stadswijk - bouwen 2 bedraagt 10%.

Artikel 51 Floriade Stadswijk - bouwen 3

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 3 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen .
  • d. De maximum bouwhoogte van bouwwerken bedraagt 9 meter.
  • e. De onderdoorvaarthoogte van bruggen bedraagt minimaal 2,5 meter.
  • f. Het maximum bebouwingspercentage binnen Floriade Stadswijk - bouwen 3 bedraagt 5%.

Artikel 52 Floriade Stadswijk - bouwen 4

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 4 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 3.200 m2 binnen Floriade Stadswijk - bouwen 4 een maximum bouwhoogte van 21 meter.

Artikel 53 Floriade Stadswijk - bouwen 5

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 5 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen.
  • d. Bouwen is niet toegestaan binnen Floriade Stadswijk - bouwen 5.

Artikel 54 Floriade Stadswijk - bouwen 6

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 6 zijn van toepassing na het beeindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 19.000 m2 binnen Floriade Stadswijk - bouwen 6 een maximum bouwhoogte van 56 meter.

Artikel 55 Floriade Stadswijk - bouwen 7

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 7 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen.
  • d. De maximum bouwhoogte bedraagt 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 1.600 m2 per bestemmingsvlak binnen Floriade Stadswijk - bouwen 7 een maximum bouwhoogte van 56 meter.

Artikel 56 Floriade Stadswijk - bouwen 8

  • a. De regels van Floriade Stadswijk - bouwen 8 zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. De bouwwerken ten behoeve van de stadswijk Floriade moeten op een zodanige manier worden gesitueerd dat deze een bijdrage leveren aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen.
  • d. De maximale bouwhoogte is 12 meter.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d geldt voor maximaal 2.250 m2 binnen Floriade Stadswijk - bouwen 8 een maximum bouwhoogte van 56 meter.

Artikel 57 Floriade Stadswijk Rand - bouwen

Link naar de toelichting op Floriade Stadswijk Rand - bouwen

  • a. De regels van Floriade Stadswijk Rand - bouwen zijn van toepassing na het beëindigen van het evenement Floriade, dat wil zeggen vanaf 1 november 2022.
  • b. Bouwwerken en woonschepen zijn toegestaan. Het bebouwingspercentage van de bouwwerken en woonschepen mag in totaal maximaal 30% bedragen. De bouwhoogte van bouwwerken en woonschepen mag niet meer bedragen dan 9 meter. Tussen de bouwwerken of woonschepen moet een tussenruimte van minimaal 5 meter zijn.
  • c. De bouwwerken en gronden mogen voor de toegestane functies worden gebruikt, mits er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de parkeernormen die in Bijlage 9 Parkeernormen zijn opgenomen.

Artikel 58 Gasleiding - bouwen

Link naar de toelichting op Gasleiding - bouwen

  • a. In afwijking van de andere daar voorkomende Bouwregels mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming Gasleiding bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

Artikel 59 Groen - bouwen

Link naar de toelichting op Groen - bouwen 

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.
  • b. Antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast, mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 15 meter.

Artikel 60 Hoogspanningsverbinding - bouwen

Link naar de toelichting op Hoogspanningsverbinding - bouwen

  • a. In afwijking van de andere daar voorkomende Bouwregels mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming Hoogspanningsverbinding bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter. De bouwhoogte van hoogspanningsmasten mag niet meer dan 50 meter bedragen.

Artikel 61 Horeca 1 - bouwen 1

Link naar de toelichting op Horeca 1 - bouwen 1

De bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 8 meter. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.

Artikel 62 Horeca 1 - bouwen 2

Link naar de toelichting op Horeca 1 - bouwen 2

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.

Artikel 63 Horeca 2 - bouwen 1

Link naar de toelichting op Horeca 2 - bouwen 1

De bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 6 meter. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.

Artikel 64 Horeca 2 - bouwen 2

Link naar de toelichting op Horeca 2 - bouwen 2

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter. Eén reclamemast is toegestaan met een maximum bouwhoogte van 25 meter.

Artikel 65 Horeca 3 - bouwen 1

Link naar de toelichting op Horeca 3 - bouwen 1

De bouwhoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 16 meter.

Artikel 66 Horeca 3 - bouwen 2

Link naar de toelichting op Horeca 3 - bouwen 2

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.

Artikel 67 Leidingstrook - bouwen

Link naar de toelichting op Leidingstrook - bouwen

  • a. In afwijking van de andere daar voorkomende Bouwregels mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming Leidingstrook bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

Artikel 68 Recreatie - bouwen

  • a. Bouwwerken zijn toegestaan binnen Recreatie.
  • b. De bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 16 meter.

Artikel 69 Verenigingsleven - bouwen

Link naar de toelichting op Verenigingsleven - bouwen

Uitsluitend één kantine of vergelijkbaar gebouw is toegestaan met een maximum oppervlak van 150 m² en een maximum bouwhoogte van 4 meter.

Artikel 70 Verkeer - bouwen

Link naar de toelichting op Verkeer - bouwen

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter.
  • b. De bouwhoogte van ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 20 meter.
  • c. Antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 15 meter.

Artikel 71 Water - bouwen

Link naar de toelichting op Water - bouwen

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 10 meter. De onderdoorvaarthoogte van bruggen bedraagt minimaal 2,5 meter.

Artikel 72 Water Skibaan - bouwen

Link naar de toelichting op Water Skibaan - bouwen

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de bestemming Water Skibaan bedraagt maximaal 3 meter.
  • b. Masten ten behoeve van de bestemming Water Skibaan zijn toegestaan tot een bouwhoogte van maximaal 13 meter.

Hoofdstuk 3 Aanlegregels

Artikel 73 Archeologie 1 - aanlegregels

Link naar de toelichting op Archeologie 1 - aanlegregels

  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies dieper dan 150 cm;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren dieper dan 150 cm;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de grond betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk of de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de opgravingen, de maatregelen en de archeologische begeleiding dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

Artikel 74 Gasleiding - aanlegregels

Link naar de toelichting op Gasleiding - aanlegregels

  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
  • b. Het verbod onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 3. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend indien:
    • 1. de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad;
    • 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

Artikel 75 Leidingstrook - aanlegregels

Link naar de toelichting op Leidingstrook - aanlegregels

  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • b. Het verbod onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 3. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend indien:
    • 1. de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad;
    • 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

Hoofdstuk 4 Afwijkingsregels

Artikel 76 Afwijken van de toegelaten functies

Link naar de toelichting op Afwijken van de toegelaten functies

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 2 onder b voor het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen en het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming en aanduidingen;
  • b. artikel 5 sub d ten aanzien van het maximaal aantal bezoekers van het evenement Floriade, het maximaal aantal bezoekende auto's en het maximaal aantal bezoekende touringcars van het evenement Floriade mits het totaal aantal bezoekende auto's van het evenement Floriade daarmee niet meer dan 398.438 zal bedragen en het totaal aantal bezoekende touringcars van het evenement Floriade daarmee niet meer dan 13.281 zal bedragen;
  • c. artikel 5, artikel 6, artikel 8 of artikel 9 voor het toestaan van een evenement in afwijking van Bijlage 4 Randvoorwaarden evenementen Floriade, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan het evenement Floriade, de woon- of werksituatie in de stadwijk Floriade of omliggende wijken;
  • d. artikel 5 onder e, artikel 6 onder d, artikel 8 onder c en artikel 9 onder d voor de uitoefening van bedrijfactiviteiten die één categorie hoger zijn dan de toegelaten activiteiten in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de toegelaten activiteiten;
  • e. artikel 5 onder e, artikel 6 onder d, artikel 8 onder c en artikel 9 onder d voor de uitoefening van bedrijfactiviteiten die niet in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de toegelaten activiteiten;
  • f. artikel 5 onder e, artikel 6 onder d, artikel 7 onder a, artikel 8 onder c, artikel 9 onder d, artikel 14 onder a, artikel 15 onder a en artikel 16 onder a voor de uitoefening van horeca-activiteiten die één categorie hoger zijn dan de toegelaten activiteiten in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de toegelaten activiteiten;
  • g. artikel 5 onder e, artikel 6 onder d, artikel 7 onder a, artikel 8 onder c, artikel 9 onder d, artikel 14 onder a, artikel 15 onder a en artikel 16 onder a voor de uitoefening van horeca-activiteiten die niet in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de toegelaten activiteiten;
  • h. artikel 12 indien wordt aangetoond middels detail onderzoek dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat aan de betreffende bedrijfsactiviteit(en) voldoende zekerheid kan worden geboden om deze duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden uit te kunnen blijven oefenen;
  • i. artikel 8 onder g sub 5 voor het gebruik van gronden en bouwwerken voor maximaal 1.500 m² brutovloeroppervlak detailhandel, indien dit naar aard en omvang geen onevenredige gevolgen heeft voor de bestaande detailhandelstructuur in Almere;
  • j. artikel 8 onder g sub 6 voor het gebruik van gronden en bouwwerken voor maximaal 4.000 m² brutovloeroppervlak kantoor per vestiging, indien een vestiging met deze oppervlakte aanvullend is aan het bestaande aanbod kantoren in de gemeente Almere;
  • k. artikel 8 onder g sub 9 en artikel 9 onder f sub 4 voor het gebruik tot maximaal 50% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis, mits:
    • 1. het gebruik niet leidt tot ernstige hinder voor het woonmilieu of afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • l. artikel 8 onder g sub 9 en artikel 9 onder f sub 4 voor het uitoefenen van een bed & breakfast, mits:
    • 1. maximaal 5 gasten tegelijk aanwezig zijn;
    • 2. het gebruik niet leidt tot ernstige hinder voor het woonmilieu of afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 3. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • m. artikel 22 en toestaan dat binnen de bestemming Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 1 een kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object wordt gerealiseerd, indien:
    • 1. er geen sprake is van een functie voor mensen met een lage zelfredzaamheid (verminderde mobiliteit);
    • 2. de redenen worden vermeld die er toe hebben geleid om binnen de bestemming een nieuw kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object toe te staan, gelet op de mogelijke gevolgen van een ongeval met brandbare vloeistoffen;
    • 3. de invloed op het groepsrisico, de hulpverlening en de zelfredzaamheid voldoende is gemotiveerd;
    • 4. de voorschriften van artikel 2.5 tot en met 2.9 van de Regeling Bouwbesluit 2012 worden uitgevoerd;
  • n. artikel 23 en toestaan dat binnen de bestemming Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 2 een kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object wordt gerealiseerd, indien:
    • 1. er geen sprake is van een functie voor mensen met een lage zelfredzaamheid (verminderde mobiliteit);
    • 2. de redenen worden vermeld die er toe hebben geleid om binnen de bestemming een nieuw kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object toe te staan, gelet op de mogelijke gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen;
    • 3. de invloed op het groepsrisico, de hulpverlening en de zelfredzaamheid voldoende is gemotiveerd;
    • 4. maatregelen worden uitgevoerd in de gebouwen of de omgeving om de effecten als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen terug te dringen;
  • o. artikel 26 onder c sub 3 en toestaan dat binnen de bestemming Verkeer een beperkt kwetsbaar object wordt gerealiseerd, indien:
    • 1. er sprake is van gewichtige redenen op het gebied van de ruimtelijke ordening, het vervoer of de economie die vestiging van een beperkt kwetsbaar object rechtvaardigen;
    • 2. de invloed op het groepsrisico, de hulpverlening en de zelfredzaamheid voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes;
    • 3. de voorschriften van artikel 2.5 tot en met 2.10 van de Regeling Bouwbesluit 2012 worden uitgevoerd.

Artikel 77 Afwijken van de bouwregels

Link naar de toelichting op Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 30 en toestaan dat op of in de grond bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
    • 1. een omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 2. aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
      • de opgravingen, de maatregelen en de archeologische begeleiding dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen;
    • 3. een uitzondering op het verbod in artikel 30 is niet van toepassing indien gedurende een periode van 36 maanden voor verlening van de omgevingsvergunning een uitzondering op dit verbod van toepassing is geweest op bouw- of aanlegactiviteiten in terreinen op een afstand van minder van 50 meter van het terrein waar de voorgenomen activiteiten moeten plaatsvinden, voor zover deze voorgenomen activiteiten een oppervlakte hebben van meer dan 100 m²;
  • b. artikel 58 of 67 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende Bouwregels indien;
    • 1. de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad;
    • 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder;
    • 3. er geen kwetsbaar object wordt toegelaten boven een gasleiding, inclusief de belemmeringenstrook;
  • c. artikel 64 voor het bouwen van één reclamemast met een maximum bouwhoogte van 35 meter indien:
    • 1. het een gecombineerde reclamemast betreft, waardoor het aantal masten in het gebied beperkt blijft, of;
    • 2. is aangetoond dat een combinatie van reclame-uitingen op één mast ter plaatse niet reëel is, en;
    • 3. waarbij geldt dat de hogere mast geen onevenredige afbreuk doet of kan doen aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Hoofdstuk 5 Meldingsregels

Artikel 78 Floriade Evenement - melding

Link naar de toelichting op Floriade Evenement - melding

Artikel 79 Floriade Evenement Rand - melding

Link naar de toelichting op Floriade Evenement Rand - melding

  • a. Het is verboden om functies of bouwwerken ten behoeve van het evenement Floriade voort te zetten na 1 november 2022, tenzij deze passen binnen de regels van Floriade Stadswijk Rand of Floriade Stadswijk Rand - bouwen en ten minste vier weken voor deze datum schriftelijk zijn gemeld bij het college.
  • b. Het college reageert binnen een termijn van vier weken na ontvangst van de melding met:
    • 1. een akkoordverklaring van de voortzetting van de functies of bouwwerken, of;
    • 2. een afwijzing van de voortzetting van de functies of bouwwerken.
  • c. Indien het college niet binnen vier weken reageert is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Artikel 80 Hoogspanningsverbinding - melding

Link naar de toelichting op Hoogspanningsverbinding - melding

  • a. Het is verboden op grond van andere daar voorkomende Bestemmingsregels of Bouwregels:
    • 1. bouwwerken te bouwen;
    • 2. de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
      • het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
      • het aanleggen van watergangen en -partijen;
      • het wijzigen van het maaiveldniveau;
      • het aanbrengen of vellen/rooien van hoogopgaande bomen en beplanting;
      • het afgraven van gronden.
  • b. Het verbod onder a geldt niet indien:
    • 1. de beheerder van de hoogspanningsverbinding heeft aangegeven geen bezwaar tegen de bouw of activiteiten te hebben;
    • 2. de bouw of activiteiten ten minste vier weken voor aanvang schriftelijk zijn gemeld bij het college.
  • c. Het college reageert binnen een termijn van vier weken na ontvangst van de melding met:
    • 1. een akkoordverklaring van de bouw of activiteiten of;
    • 2. een afwijzing van de bouw of activiteiten.
  • d. Indien het college niet binnen vier weken reageert is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
  • e. Het verbod onder a is niet van toepassing voor activiteiten:
    • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. die het normale onderhoud betreffen ten aanzien van de hoogspanningsverbinding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de andere daar voorkomende Bestemmingsregels;
    • 3. die graafwerkzaamheden vormen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

Hoofdstuk 6 Wijzigingsregels

Artikel 81 Archeologie 1 - wijziging

Link naar de toelichting op Archeologie 1- wijziging

  • a. Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Archeologie 1 wordt verwijderd indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
  • b. Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Archeologie 1 wordt gewijzigd in de bestemming Archeologie 5 voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Artikel 82 Gasleiding - wijziging

Link naar de toelichting op Gasleiding - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Gasleiding uit het plan wordt verwijderd, indien de leiding ter plaatse is verwijderd.

Artikel 83 Hoogspanningsverbinding - wijziging

Link naar de toelichting op Hoogspanningsverbinding - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemmingen Hoogspanningsverbinding en Veiligheidszone Hoogspanningsverbinding uit het plan worden verwijderd, indien de leiding ter plaatse is verwijderd.

Artikel 84 Leidingstrook - wijziging

Link naar de toelichting op Leidingstrook - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Leidingstrook uit het plan wordt verwijderd, indien de leidingen ter plaatse zijn verwijderd.

Artikel 85 Veiligheidszone Propaantank - wijziging

Link naar de toelichting op Veiligheidszone Propaantank - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemmingen Veiligheidszone Propaantank 1 of Veiligheidszone Propaantank 2 uit het plan worden verwijderd of worden gewijzigd, indien de propaantanks zijn verwijderd of nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven.

Artikel 86 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen - wijziging

Link naar de toelichting op Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemmingen Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 1, Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 2 of Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 3 uit het plan worden verwijderd of worden gewijzigd, indien het transport van gevaarlijke stoffen is beëindigd of nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven.

Artikel 87 Verkeer - wijziging

Link naar de toelichting op Verkeer - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Verkeer gedeeltelijk wordt gewijzigd in Floriade Evenement en/of Floriade Stadswijk, indien deze gronden niet benodigd zijn voor de rijksweg A6.

Artikel 88 Parkeernormen - wijziging

Link naar toelichting op Parkeernormen - wijziging

Het college is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat Bijlage 9 Parkeernormen wordt gewijzigd, indien nieuwe inzichten daar aanleiding toe geven, mits de gewijzigde parkeernormen waarborgen dat in afdoende mate parkeervoorzieningen worden gerealiseerd om een toename van parkeerdruk in omliggende bestaande woonwijken te voorkomen.

Hoofdstuk 7 Overige regels voor de fysieke leefomgeving

Link naar de toelichting op Overige regels voor de fysieke leefomgeving

Artikel 89 Afvalstoffen

Link naar de toelichting op Afvalstoffen

ZWERFAFVAL

89.1 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
  • a. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
  • b. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod onder a.
  • c. Het verbod is niet van toepassing op:
    • 1. het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen overeenkomstig de Afvalstoffenverordening Almere 2010;
    • 2. het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;
    • 3. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.
  • d. Het in het sub a gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
89.2 Achterlaten van straatafval
  • a. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
  • b. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
89.3 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
  • a. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.
  • b. Het in het sub a gestelde verbod geldt niet voor de aangewezen toezichthouders.
  • c. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.
89.4 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;
  • b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;
  • c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
89.5 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

89.6 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
  • a. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.
  • b. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:
    • 1. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
    • 2. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
    • 3. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

OVERIGE ONDERWERPEN

89.7 Verbod opslag van afvalstoffen
  • a. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.
  • b. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in het eerste lid gestelde verbod.
  • c. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
89.8 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

SLOTBEPALINGEN

89.9 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3°, Wet op de economische delicten:

Artikel   Onderwerp  
Artikel 89 lid 89.1   Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging  
Artikel 89 lid 89.2   Achterlaten van straatafval  
Artikel 89 lid 89.3   Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen  
Artikel 89 lid 89.4   Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren  
Artikel 89 lid 89.5   Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal  
Artikel 89 lid 89.6   Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden  
Artikel 89 lid 89.7   Verbod opslag van afvalstoffen  
Artikel 89 lid 89.8   Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden  
89.10 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 89 zijn belast de krachtens artikel 18.1a, eerste lid, van de wet, in samenhang met artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aangewezen ambtenaren.

Artikel 90 APV

Link naar de toelichting op APV

OPENBARE ORDE

BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG

90.1 Het plaatsen van voorwerpen of stoffen op of aan een openbare plaats
  • a. Het is verboden een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.
  • b. Het college kan een vergunning verlenen van het verbod in sub a.
  • c. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in sub a bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
  • d. Onverminderd het bepaalde in lid 90.39 kan een vergunning als bedoeld in sub b of sub c worden geweigerd indien:
    • a. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;
    • b. het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;
    • c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.
  • e. Het verbod in sub a is niet van toepassing op:
    • 1. evenementen als bedoeld in lid 90.39;
    • 2. standplaatsen als bedoeld in lid 90.22;
    • 3. terrassen als bedoeld in artikel 2:17 Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011;
    • 4. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.
  • f. Het verbod in sub a is niet van toepassing op voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard.
  • g. Het verbod in sub a is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet of de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland.
  • h. De weigeringsgrond van sub d onder 1 is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.
  • i. De weigeringsgrond van sub d onder 2 is niet van toepassing op bouwwerken.
  • j. De weigeringsgrond van sub d onder 3 is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
  • k. Het college kan categorieën voorwerpen en/of openbare plaatsen aanwijzen waarvoor het verbod van sub a niet van toepassing is.
  • l. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
90.2 Hinderlijke beplanting

Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.

90.3 Gladheidbestrijding en andere overlast op de weg

Het is verboden een toegang tot een woning, een vaartuig, een gebouw of een gedeelte daarvan, alsmede het voetpad of trottoir dat direct grenst aan een woning, een vaartuig, een gebouw of een gedeelte daarvan, voorwerpen of stoffen te plaatsen te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, waardoor overlast of gevaar wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt die de toegankelijkheid kan belemmeren.

NACHTVERBLIJF, KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN

90.4 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
  • a. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden.
  • b. Het verbod geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein.
  • c. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in sub a.
  • d. Onverminderd het bepaalde in lid 90.39 kan de omgevingsvergunning worden geweigerd in het belang van:
    • 1. de bescherming van natuur en landschap;
    • 2. de bescherming van een stadsgezicht.
90.5 Aanwijzing kampeerplaatsen
  • a. Het verbod van lid 90.4 sub a is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.
  • b. Het college kan daarbij nadere regels stellen in het belang van de gronden, genoemd in lid 90.39 en lid 90.13 sub d van dit plan.
90.6 Verschaffing gegevens nachtregister

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder, is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

90.7 Slapen op of aan de weg

Het is verboden een openbare plaats als slaapplaats te gebruiken.

BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE

GELUIDHINDER EN VERLICHTING

90.8 Aanwijzing collectieve festiviteiten
  • a. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 21.15, 21.17 en 21.18 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en in lid 90.10 gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten in de daarbij aangewezen gebieden gedurende de daarbij aangewezen dagen en dagdelen.
  • b. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten in de daarbij aangewezen gebieden gedurende de daarbij aangewezen dagen en dagdelen.
  • c. Het college maakt de aanwijzing tenminste vier weken voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekend.
  • d. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in sub a aanwijzen.
  • e. Tijdens een collectieve festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten invallend op de gevel van geluidgevoelige gebouwen, niet meer bedragen dan 60 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
  • f. Tijdens een collectieve festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden, niet meer bedragen dan 50 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
  • g. De geluidswaarde bedoeld in sub e en sub f is inclusief onversterkte muziek.
  • h. Op de dagen als bedoeld in sub a dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en in lid 90.10 - uiterlijk om 01.00 uur te worden beëindigd.
  • i. De geluidsnorm als bedoeld in sub e en sub f geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.
  • j. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.
  • k. Het college kan afwijken van het in sub h genoemde tijdstip.
  • l. Voor het ten gehore brengen van muziek in de buitenruimte van de inrichting zijn de nadere regels als bedoeld in artikel 2:10 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening gemenete Almere 2011 van toepassing voor zover het betreft de geluidsnorm, de tijden waarop muziek ten gehore mag worden gebracht en de frequentie van deze festiviteit.
90.9 Kennisgeving incidentele festiviteiten
  • a. Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en in lid 90.10 niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
  • b. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 lid 1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
  • c. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.
  • d. De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.
  • e. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.
  • f. Tijdens een incidentele festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) als gevolg van de inrichting, gemeten invallend op de gevel van gevoelige gebouwen, niet meer bedragen dan 60 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
  • g. Tijdens een incidentele festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) als gevolg van de inrichting, gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden, niet meer bedragen dan 50 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
  • h. De geluidswaarde als bedoeld in sub f en sub g is inclusief onversterkte muziek.
  • i. Op de dagen als bedoeld in sub a wordt het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en in lid 90.10 - uiterlijk om 01.00 uur beëindigd.
  • j. De geluidsnorm als bedoeld in sub f en sub g geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.
  • k. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.
  • l. Het college kan afwijken van het in sub i genoemde tijdstip.
  • m. Voor het ten gehore brengen van muziek in de buitenruimte van de inrichting zijn de nadere regels als bedoeld in artikel 2:10 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 van toepassing voor zover het betreft de geluidsnorm, de tijden waarop muziek ten gehore mag worden gebracht en de frequentie van deze festiviteit.
90.10 Onversterkte muziek
  • a. Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek, zoals bedoeld in artikel 21.16, eerste lid onder f en vijfde lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer, binnen inrichtingen is de onder 5 opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:
    • 1. de in de tabel aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;
    • 2. de in de tabel aangegeven waarden op de gevel gelden ook bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;
    • 3. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten;
    • 4. bij het bepalen van de geluidsniveaus zoals vermeld in de tabel wordt geen bedrijfsduurcorrectie toegepast;
    • 5. Tabel
        7.00 – 19.00 uur   19.00 – 23.00 uur   23.00 – 7.00 uur  
      LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen   50 dB(A)   45 dB(A)   40 dB(A)  
      LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen   35 dB(A)   30 dB(A)   25 dB(A)  
      LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen   70 dB(A)   65 dB(A)   60 dB(A)  
      LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen   55 dB(A)   50 dB(A)   45 dB(A)  
  • b. Voor de duur van 4 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals onder andere orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in sub a. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing.
  • c. Sub a geldt niet indien lid 90.8 of lid 90.9 van toepassing is.
90.11 Overige geluidhinder
  • a. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Activiteitenbesluit milieubeheer op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
  • b. Het college, dan wel de burgemeester indien het veroorzaken van geluidhinder verband houdt met een evenement, kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod onder a.
  • c. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening.

BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING

90.12 Straatvegen

Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.

MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING

90.13 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
  • a. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegde gezag op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.
  • b. Een vergunning als bedoeld in sub a kan worden geweigerd:
    • 1. indien de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen met welstand;
    • 2. in het belang van de verkeersveiligheid;
    • 3. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van het in de nabijheid gelegen onroerend goed.
  • c. De weigeringsgrond van sub b onder 1 geldt niet voor bouwwerken.
  • d. De weigeringsgrond van sub b onder 3 geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
  • e. Het verbod in sub a is niet van toepassing op door het college aangewezen soorten handelsreclame of objecten waarop handelsreclame wordt aangebracht.

ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE

PARKEEREXCESSEN

90.14 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
  • a. Onder verhuren als bedoeld in dit lid wordt mede verstaan:
    • 1. het gebruiken van een voertuig voor het geven van lessen;
    • 2. het gebruiken van een voertuig voor het vervoeren van personen tegen betaling.
  • b. Tot de voertuigen als bedoeld in dit lid worden niet gerekend:
    • 1. voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vergen, en dit gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor deze werkzaamheden;
    • 2. voertuigen voor persoonlijk gebruik van de in sub c bedoelde persoon.
  • c. Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden:
    • 1. drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te parkeren binnen een cirkel met een straal van 50 meter met als middelpunt een van deze voertuigen;
    • 2. de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken.
  • d. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod.
90.15 Te koop aanbieden van voertuigen
  • a. Het is verboden op een door het college aangewezen weg een voertuig te parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen.
  • b. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod.
90.16 Voertuigwrakken
  • a. Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud of tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg of op een parkeergelegenheid te plaatsen of te parkeren.
  • b. Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
90.17 Parkeren van aanhangwagens, caravans en dergelijke
  • a. Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt zoals een caravan, een kampeerwagen, een aanhangwagen, een keetwagen of ander dergelijk voertuig langer dan op drie achtereenvolgende dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking te plaatsen of te hebben op de weg binnen de bebouwde kom.
  • b. Het college kan plaatsen of tijden aanwijzen waar, respectievelijk gedurende welke tijd het bepaalde in sub a niet van toepassing is.
  • c. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in sub a.
  • d. De in sub c bedoelde omgevingsvergunning kan worden geweigerd met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.
90.18 Parkeren van grote voertuigen
  • a. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte heeft van meer dan 2,4 meter langer dan twee achtereenvolgende uren te parkeren op de weg.
  • b. Het in sub a omschreven verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is.
  • c. Het verbod in sub a is niet van toepassing op de in lid 90.17 bedoelde voertuigen.
  • d. Het college kan wegen of weggedeelten aanwijzen waar het bepaalde in sub a niet geldt.
  • e. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in sub a.
90.19 Parkeren van reclamevoertuigen
  • a. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.
  • b. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod.
90.20 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
  • a. Het is verboden met een voertuig te rijden door of deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook.
  • b. Dit verbod is niet van toepassing:
    • 1. op de weg;
    • 2. op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid;
    • 3. op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd.
  • c. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod.

STANDPLAATSEN

90.21 Begripsbepalingen
  • a. In lid 90.22 en lid 90.23 wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
  • b. Onder standplaats wordt niet verstaan:
    • 1. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
    • 2. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 95 lid 95.48.
90.22 Standplaats
  • a. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen, te laten innemen of te hebben.
  • b. Onverminderd het bepaalde in lid 90.39 kan de vergunning worden geweigerd:
    • 1. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;
    • 2. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.
  • c. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
90.23 Afbakeningsbepaling
  • a. Het verbod van lid 90.22 sub a is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Waterwet of de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland.
  • b. Het bepaalde van lid 90.22 sub b onder 1 geldt niet voor bouwwerken.
90.24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
  • a. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
  • b. Degene die voornemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een permanent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan het college op een daartoe vastgesteld formulier.
  • c. Het verbod in sub a is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Waterwet, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, de Telecommunicatiewet of een verordening ondergrondse infrastructuren.
90.25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
  • a. Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op het openbaar water.
  • b. Het in sub a bepaalde is niet van toepassing op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.
  • c. Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op krachtens het sub b aangewezen gedeelten van openbaar water:
    • 1. nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;
    • 2. beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.
  • d. Het verbod in sub a is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Waterwet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland.
90.26 Aanwijzingen ligplaats
  • a. Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
  • b. De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.
  • c. Sub a en sub b zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland.
90.27 Verbod innemen ligplaats

Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens lid 90.26 sub b bepaalde.

90.28 Reddingsmiddelen

Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.

90.29 Veiligheid op het water
  • a. Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.
  • b. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland.
90.30 Kite-surfen
  • a. Het is in verband met de veiligheid verboden zich op een plank te laten voortrekken met behulp van een vlieger op het openbaar water.
  • b. Het in sub a bepaalde is niet van toepassing op door het college aangewezen wateren.
  • c. Het in sub a bepaalde is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement.

TERREINRIJDEN

90.31 Crossterreinen
  • a. Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994, een recreatieve rit of een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
  • b. Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen voor het gebruik van deze terreinen:
    • 1. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
    • 2. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter bescherming van andere milieuwaarden;
    • 3. in het belang van de veiligheid van de deelnemers van de in sub a bedoelde wedstrijden en ritten of van het publiek.
  • c. Het verbod in sub a is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

VERBOD VUUR TE STOKEN

90.32 Verbod vuur te stoken
  • a. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
  • b. Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:
    • 1. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;
    • 2. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;
    • 3. vuur voor koken, bakken en braden.
  • c. Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van dit verbod.
  • d. Onverminderd het bepaalde in lid 90.39 kan de omgevingsvergunning worden geweigerd ter bescherming van flora en fauna.
  • e. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef onder 1 en 3, van het Wetboek van strafrecht of de Provinciale milieuverordening.

ALGEMENE BEPALINGEN

90.33 Beslistermijn
  • a. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.
  • b. Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste zes weken verlengen.
  • c. De termijn genoemd in sub a en sub b geldt niet indien bij of krachtens dit plan anders is bepaald.
90.34 Indiening aanvraag
  • a. Indien een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.
  • b. Voor bepaalde, door het bevoegde bestuursorgaan aan te wijzen vergunningen kan van de in sub a genoemde termijn worden afgeweken.
  • c. Voor het indienen van een aanvraag voor een vergunning of melding kan door het bevoegde bestuursorgaan een aanvraagformulier worden vastgesteld.
90.35 Voorschriften en beperkingen
  • a. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
  • b. Degene aan wie een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
90.36 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

De vergunning is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens dit plan anders is bepaald.

90.37 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
  • b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;
  • c. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
  • d. indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;
  • e. indien de houder dit verzoekt.
90.38 Termijnen

De vergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.

90.39 Weigeringsgronden

De vergunning kan door het daartoe bevoegde bestuursorgaan dan wel het bevoegd gezag worden geweigerd in het belang van:

  • a. de openbare orde;
  • b. de openbare veiligheid;
  • c. de volksgezondheid;
  • d. de bescherming van het milieu.

STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

90.40 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens artikel 90 bepaalde, en van de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan de op grond van artikel 90 verleende vergunningen, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of met hechtenis van ten hoogste drie maanden.

90.41 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 90 zijn belast de bij besluit van het college of de burgemeester, elk voor zover het hun bevoegdheid betreft, aan te wijzen personen.

90.42 Binnentreden woningen

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens artikel 90 gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 91 Bouwen

Link naar de toelichting op Bouwen

DE AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET BOUWEN

GEGEVENS EN BESCHEIDEN

91.1 Bodemonderzoek
  • a. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat in ieder geval uit de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1. Als op basis van het onderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707:2015 nl.
  • b. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in de artikelen 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
  • c. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toe indien voor toepassing van artikel 91.2 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
  • d. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht als uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en de bodemgesteldheid blijkt dat de locatie onverdacht is of dat de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl niet rechtvaardigen.
  • e. Als het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

HET TEGENGAAN VAN BOUWEN OP VERONTREINIGDE BODEM

91.2 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem

Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:

  • a. waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
  • b. voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
  • c. dat de grond raakt, of waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
91.3 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen

In afwijking van het bepaalde in lid 91.2 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.

OVERIGE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

91.4 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften

Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in artikel 91 wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.

Artikel 92 Brandbeveiliging

Link naar de toelichting op Brandbeveiliging

92.1 Verbodsbepaling
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
    • 1. meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,
    • 2. aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,
    • 3. aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
  • b. In uitzondering op het bepaalde in sub a is geen vergunning vereist voor een inrichting die tevens een evenement is als bedoeld in artikel 2:10 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 en de burgemeester geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2:10 lid 3 van die verordening om het evenement te verbieden.
92.2 Aanvraag gebruiksvergunning
  • a. De aanvraag kan schriftelijk of via elektronische weg worden ingediend.
  • b. Voor het indienen van een aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld (elektronisch) formulier.
  • c. Bij de aanvraag moeten ten minste de gegevens en bescheiden worden overgelegd als genoemd in Bijlage 1 behorende bij Brandbeveiliging.
92.3 Weigeringgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

92.4 Voorwaarden aan een vergunning
  • a. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.
  • b. Het college kan voor daarbij aan te wijzen categorieën van inrichtingen regels vaststellen die als voorwaarden aan een vergunning worden verbonden.
  • c. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
92.5 Beslistermijn
  • a. Op de aanvraag wordt beslist binnen een termijn van acht weken na ontvangst van de aanvraag.
  • b. Het college kan de termijn voor het beslissen op de aanvraag eenmaal met zes weken verlengen.
  • c. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
92.6 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

92.7 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

92.8 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

92.9 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van, dan wel de rechthebbende op, een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

92.10 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van artikel 92 en van de regels als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio`s, zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

92.11 Bestuurlijke boete
  • a. Overtreding van de regels van artikel 92 en van de regels als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio`s, kan worden beboet met een bestuurlijke boete.
  • b. De boete is niet hoger dan het bedrag, genoemd in artikel 64 lid 1 van de Wet Veiligheidsregio’s.
92.12 Bijlage 1 behorende bij Brandbeveiliging

Indieningsvereisten

Artikel 1 Algemeen

  • 1. In of bij de aanvraag om een gebruiksvergunning, bedoeld in artikel 3 van de Brandbeveiligingsverordening Almere 2013 verstrekt de aanvrager:
    • a. De naam, de voorletters, geslacht, het correspondentieadres in Nederland en telefoonnummer van de aanvrager;
    • b. Indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam, voorletters, geslacht, correspondentieadres in Nederland en telefoonnummer en een door de aanvrager ondertekende machtiging;
    • c. Een duidelijke omschrijving van de plaats, het gebruik en de bestemming van de inrichting waarop de aanvraag betrekking heeft;
    • d. Het maximum aantal personen dat gelijktijdig in de inrichting zal verblijven;
    • e. Een situatieschets (met noordpijl) met een schaal die niet kleiner is dan 1:1000, waarop de afstanden van de inrichting tot de omliggende bouwwerken of andere objecten zijn aangegeven;
    • f. Een tekening met een schaal van ten minste 1:100 waarop, voor zover van toepassing, staat aangegeven:
      • de indeling van de inrichting;
      • de gebruiksfunctie per onderdeel van de inrichting;
      • de voor het publiek toegankelijke oppervlakte;
      • de te plaatsen objecten;
      • de afmetingen van de ruimten tussen de te plaatsen objecten;
      • de zitplaatsen;
      • de vrij te houden gang- en/of looppaden;
  • 2. Een document waarin staat omschreven (voor zover van toepassing):
    • a. de wijze van verwarming;
    • b. de stoffering en versiering;
    • c. de bewaking, toezicht en controle;
    • d. de aanwezigheid van brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opleverende stoffen;
    • e. de brandveiligheidsinstructie en het ontruimingsplan; en
    • f. eventueel overige gegevens die van belang zijn in het kader van brandveiligheid, bijvoorbeeld een draaiboek.

Artikel 2 Overige bescheiden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1 verschaft de aanvrager alle gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

Artikel 93 Markten

Link naar de toelichting op Markten

ALGEMENE BEPALINGEN

93.1 Inrichting van de markt

Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

  • a. de dagen en openingstijden;
  • b. het aantal standplaatsen;
  • c. de afmetingen van de standplaatsen;
  • d. de opstelling en indeling van de markt;
  • e. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats, standwerkerplaats, dagplaats, bakplaats en voor eigen materiaal;
  • f. een lijst met branches en subbranches;
  • g. een maximum aantal vergunninghouders per subbranche.
93.2 Instellen, afschaffen of veranderen van markten
  • a. Het college is bevoegd markten in te stellen, af te schaffen of te veranderen.
  • b. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van sub a, besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, een ander tijdstip of op een andere plaats in overleg met Centrale Vereniging Ambulante Handel, bewoners en ondernemers vertegenwoordigd in de marktcommissie.
  • c. Het college is bevoegd te besluiten dat de markt niet zal plaatsvinden indien het daartoe dringende redenen aanwezig acht.
93.3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in artikel 93.

93.4 Voorschriften en beperkingen
  • a. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens artikel 93 verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.
  • b. Degene aan wie krachtens artikel 93 een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

BEPALINGEN OVER STANDPLAATSEN

93.5 Standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder toewijzing daarvan door het college.

93.6 Toewijzing standplaatsen
  • a. Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats, standwerkerplaats of dagplaats.
  • b. De toewijzing van een vaste standplaats geschiedt door middel van het verlenen van een vergunning.
93.7 Vereisten innemen standplaats
  • a. Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan de publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie Hoofdbedrijfschap Detailhandel en die een legale verblijfsstatus heeft. Voor zover het gaat om toewijzing van een vaste standplaats dient voor de toewijzing bovendien een aanvraag voor een vergunning te zijn ingediend bij het college, tenzij het gaat om een omzetting van een tijdelijke vergunning naar een vergunning voor onbepaalde tijd.
  • b. Indien een persoon, zoals genoemd in sub a, zijn bedrijfsactiviteiten heeft georganiseerd in een rechtspersoon, wordt een standplaatsvergunning, meeloperpas of standwerkerpas op naam gesteld van deze persoon of een andere bij deze rechtspersoon betrokken persoon. Een standplaatsvergunning, meeloperpas of standwerkerpas wordt echter niet uitgegeven indien al een standplaatsvergunning, meeloperpas of standwerkerpas op naam is gesteld van een andere bij dezelfde rechtspersoon betrokken persoon.
  • c. Een persoon die zich in de periode van een jaar voorafgaande aan de indiening van de aanvraag om een vergunning aantoonbaar schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog op de markt komt niet in aanmerking voor een vergunning.
93.8 Intrekking van een vergunning
  • a. Het college trekt een vergunning voor een vaste standplaats in:
    • 1. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;
    • 2. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 10 van het Marktreglement van de gemeente Almere de vergunning wordt overgeschreven.
  • b. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats intrekken:
    • 1. bij arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, 12 maanden na de dag waarop de periode is begonnen die verband houdt met de arbeidsongeschiktheid, tenzij op grond van artikel 10 van het Marktreglement de vergunning wordt overgeschreven;
    • 2. indien een vergunninghouder zijn vaste standplaats voor een periode van 12 maanden of meer heeft laten vervangen in het kader van de regeling als bedoeld in artikel 11 van het Marktreglement.
  • c. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats intrekken:
    • 1. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
    • 2. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in lid 93.7 genoemde vereisten.
  • d. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 10 van het Marktreglement van de gemeente Almere is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

93.9 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in lid 93.8 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat dan wel waarneemt:

  • a. het bepaalde bij of krachtens artikel 93, de nadere regels of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
  • b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
  • c. de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt; of
  • d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
93.10 Uitsluiting dagplaatshouder en standwerker

Het college kan een meeloper of standwerker van de toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats voor 5 jaar uitsluiten, danwel in het geval van een meeloper voor ten hoogste 4 marktdagen of in het geval van een standwerker voor ten hoogste 1 jaar, indien deze:

  • a. het bepaalde bij of krachtens artikel 93 en de nadere regels overtreedt;
  • b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
  • c. de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt; of
  • d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
93.11 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een standplaatshouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a. het bepaalde bij of krachtens arikel 93 of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
  • b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.
93.12 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 93 wordt bestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

93.13 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 93 zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

93.14 Overgangsbepalingen
  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Almere 2005 gelden als besluiten genomen krachtens artikel 93.
  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 93 een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 2005 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 93 niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop dit bestemmingsplan toegepast.

Artikel 94 Telecommunicatie

94.1 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden
  • a. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college.
  • b. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in sub a voor te bereiden.
  • c. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in sub a schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
  • d. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden.
94.2 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de Telecommunicatiewet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden aan een daartoe bevoegde ambtenaar.

94.3 Gegevensverstrekking
  • a. Bij de melding als bedoeld in lid 94.1 sub a verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
    • 1. naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;
    • 2. een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;
    • 3. een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;
    • 4. een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
      • een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;
      • het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;
      • een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;
      • een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;
      • de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;
      • de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;
      • naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;
      • de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;
      • de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;
      • alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet genoemde belangen.
  • b. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.
94.4 Aanvullende verplichtingen
  • a. De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen.
  • b. Op het moment van de oplevering van de werkzaamheden is de aanbieder op verzoek van het college verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels te verstrekken en een overzicht te geven van de niet in gebruik zijnde kabels.
94.5 Beslistermijn en aanhouding
  • a. Een beslissing op een melding als bedoeld in lid 94.1 sub a wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
  • b. In afwijking van het bepaalde in sub a houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk en voor het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
94.6 Voorschriften en beperkingen bij instemming
  • a. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van zes maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.
  • b. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.
  • c. Indien binnen twee jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.
  • d. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.
  • e. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform de Algemene bepalingen voor het leggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de door de gemeente Almere beheerde gebieden, indien en voor zover de Telecommunicatiewet en de bepalingen uit artikel 94 zich daartegen niet verzetten, met dien verstande dat de artikelen 1.1.3 tot en met 1.1.5, 1.2, 1.5.2, 2.1, 5.5, 5.7.1 en 5.7.2 uit de Algemene bepalingen in ieder geval niet van toepassing zijn.
94.7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
  • a. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.
  • b. Het vooroverleg als bedoeld in lid 94.1 sub b, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in alid 94.1 sub a, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in sub a.
  • c. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.
  • d. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12 van de Telecommunicatiewet.
94.8 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Hoofdstuk 8 Algemene regels

Artikel 95 Begrippen

Link naar de toelichting op Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

95.1 plan

het Chw bestemmingsplan Almere Centrum Weerwater - Floriade met identificatienummer NL.IMRO.0034.OP1HS2NW01-vg03 van de gemeente Almere;

95.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

95.3 aanbieder

aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1,eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

95.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

95.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

95.6 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

95.7 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

95.8 alcoholvrij bedrijf

de openbare inrichting waarin alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt;

95.9 alcoholvrije drank

de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor minder dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

95.10 Algemene bepalingen

bepalingen voor het leggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de door de gemeente Almere beheerde gebieden (AB);

95.11 andere inzamelaars

de krachtens artikel 2, derde lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

95.12 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang;

95.13 archeologische waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

95.14 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd;

95.15 bebouwde kom

het gebied waarvan de grenzen zijn vastgesteld ingevolge artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

95.16 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt;

95.17 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven;

95.18 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning of de bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

95.19 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie;

95.20 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

95.21 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
95.22 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

95.23 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

95.24 bevoegd gezag

voor de regels van Afvalstoffen en Bouwen wordt hieronder verstaan:

bestuursorgaan, als bedoeld in de Woningwet, artikel 1, eerste lid, onderdeel e, dan wel, bij het ontbreken van een bestuursorgaan als bedoeld in dit artikellid, burgemeester en wethouders;

voor de overige regels wordt hieronder verstaan:

bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

95.25 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

95.26 bouwbesluit

de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 van de Woningwet;

95.27 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;

95.28 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuin gerelateerde artikelen;

95.29 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

95.30 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

95.31 bouwtoezicht

degene die ingevolge artikel 92, tweede lid, van de Woningwet in samenhang met artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht belast is met het bouw- en woningtoezicht;

95.32 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

voor de regels van APV en Bouwen wordt hieronder mede verstaan:

een gedeelte van een bouwwerk;

95.33 brancheindeling

de indeling in (sub-)branches en het aantal marktkooplieden per branche;

95.34 brutovloeroppervlak

bebouwd oppervlak van een ruimte of groep van ruimten;

95.35 cafetaria/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken;

95.36 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;

95.37 college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

95.38 collectieve festiviteit

festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

95.39 cultuur en ontspanning

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals een theater, museum, dansschool, muziekschool, filmhuis, bioscoop, bowlingcentrum, atelier en galerie, met uitzondering van seksinrichtingen;

95.40 dagplaats

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een meeloper, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

95.41 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel en internetwinkel;

95.42 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen;

95.43 discotheek of bar-dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen;

95.44 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 33 dB(A), alsmede;
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte;
95.45 eigen materiaal

een verkoopwagen of markavan (incl. een bijbehorende parasol);

95.46 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

95.47 escortbedrijf

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

95.48 evenement
  • a. elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
    • 1. bioscoopvoorstellingen;
    • 2. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet;
    • 3. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
    • 4. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
    • 5. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
    • 6. muziek en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2:5 Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 en een snuffelmarkt;
    • 7. reguliere voorstellingen in theateraccommodaties;
    • 8. reguliere sportactiviteiten in en op sportaccommodaties;
    • 9. betaald voetbalwedstrijden;
  • b. onder een evenement wordt in ieder geval verstaan voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen, feesten, braderieën, etcetera;
95.49 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

voor de regels van Bouwen wordt hieronder mede verstaan:

een gedeelte van een gebouw;

95.50 gebruiksoppervlakte

de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het Bouwbesluit;

95.51 gebruiker van een perceel

degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

95.52 gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

95.53 geluiddragend evenement

een evenement waarbij de geluidproductie van het gehele evenement hoger is dan 120 dB(A)
bronvermogen en waarbij deze geluidproductie langer duurt dan 4 uur of geheel of gedeeltelijk plaatsvindt in de avond (19:00 - 23:00 uur) of nacht (23:00 - 7:00 uur). Een bronvermogen hoger dan 120 dB(A) wil zeggen dat het geluidsdrukniveau (LAr,LT) van de muziekinstallatie gemeten op 10 meter afstand van het front van de luidsprekers meer mag bedragen dan 90 dB(A);

95.54 geluidsgevoelige gebouwen

woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting;

95.55 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen;

95.56 geluidsgevoelige terreinen

terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij de betreffende inrichting;

95.57 geluidzoneringsplichtige inrichting

geluidzoneringsplichtige inrichting zoals bedoeld in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;

95.58 grootschalige detailhandel

een vestiging van detailhandel, met een minimum winkelvloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel;

95.59 handelsreclame

iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

95.60 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

95.61 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

95.62 hoogte van de weg

de hoogte van de weg zoals die door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld;

95.63 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;

95.64 horecabedrijf

de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

95.65 horecalokaliteit

een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

95.66 houder

voor de regels van APV wordt hieronder verstaan:

degene die een openbare inrichting exploiteert of daarin feitelijk leiding heeft;

95.67 houder van een inrichting

degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

95.68 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse waaronder tevens worden begrepen een pension, bed & breakfast, herberg e.d.;

95.69 huisaansluiting

het gedeelte van een kabel van minder dan 25 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de Telecommunicatiewet;

95.70 incidentele festiviteit

festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

95.71 inrichting

voor de regels van APV, artikel 90 lid 90.4 tot en met lid 90.7, wordt hieronder verstaan:

elke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft;

voor de regels van APV, artikel 90 lid 90.8 tot en met lid 90.13, wordt hieronder verstaan:

inrichting type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

voor de regels van Brandbeveiliging wordt hieronder verstaan:

een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

95.72 instemmingsbesluit

besluit van het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet;

95.73 intensieve veehouderij

een niet grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee - zelfstandig of als neventak -, waarbij het houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet en het biologisch houden van melkrundvee, schapen, pluimvee of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;

95.74 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

95.75 inzamelen

de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

95.76 inzameldienst

de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

95.77 inzamelmiddel

een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

95.78 kabels

kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet;

95.79 kampeermiddel

een onderkomen of een voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

95.80 kampeerterrein

een terrein of besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft;

95.81 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

95.82 kassen

bouwwerken geheel of grotendeels van glas of ander lichtdoorlatend materiaal;

95.83 kostenverhaal

het bevoegd gezag brengt kosten (met kostenspecificatie) in rekening bij de initiatiefnemer;

95.84 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;

95.85 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam of damwand, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

95.86 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

95.87 landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

95.88 langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT)

gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in de loop van een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de “Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai”, uitgave 1999;

95.89 leidinggevende
  • a. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het alcoholvrij bedrijf wordt uitgeoefend;
  • b. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het alcoholvrij bedrijf wordt uitgeoefend;
  • c. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van het alcoholvrij bedrijf;
95.90 omgevingsvergunning voor het bouwen

vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

95.91 openbaar elektronisch communicatienetwerk

telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet;

95.92 maaiveld

de bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft;

95.93 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;

95.94 markt

de door het college ingestelde warenmarkt;

95.95 markthal

verzamelgebouw voor units voor detailhandel, horeca en dienstverlening ten behoeve van bewoners en bezoekers;

95.96 marktmeester

de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

95.97 marktterrein

de gehele openbare of publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij artikel 2 van de Marktverordening Almere 2012 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

95.98 meeloper

de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor de toewijzing van een dagplaats, en niet over een vergunning voor een vaste standplaats of standwerkerpas beschikt;

95.99 melding

voor de regels van Telecommunicatie wordt hieronder verstaan:

melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet;

95.100 motorrijtuigen

alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

95.101 motorvoertuig

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

95.102 natuurlijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen zowel afzonderlijk als in onderling verband;

95.103 NEN

een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;

95.104 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, electrische oplaadpunten, zonnecollectoren en zonnepanelen;

95.105 NVN

een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven voornorm;

95.106 omgevingsvergunning voor het bouwen

vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

95.107 onversterkte muziek

muziek die niet elektronisch is versterkt;

95.108 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening dat een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging en met een maximum van 100 m² winkelvloeroppervlak;

95.109 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie, en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt;

95.110 onderheide bebouwing

een bouwwerk waarbij de fundering op heipalen rust;

95.111 openbare inrichting
  • a. de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij
    bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;
  • b. onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis;
  • c. onder een openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;
95.112 openbare gronden

openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

95.113 openbare plaats

hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;

95.114 openbaar water

wateren die voor het publiek bevaarbaar of op een andere wijze toegankelijk zijn;

95.115 paracommerciele rechtspersoon

een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf;

95.116 parkeren

voor de regels van APV wordt hieronder verstaan:

parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregelsen verkeerstekens ( RVV 1990);

95.117 peil
95.118 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten;

95.119 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten;
95.120 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

95.121 prostitutie

het zich tegen vergoeding beschikbaar stellen voor seksuele handelingen met een ander;

95.122 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden;

95.123 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

95.124 rechthebbende

degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

95.125 recreatieve voorzieningen

op verblijf- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde sportvoorzieningen of een kampeerterrein, zoals een recreatiewoning of een volkstuin;

95.126 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken;

95.127 rijstrook

een gemarkeerd gedeelte van het aaneengesloten deel van de verharding van een weg dat plaats biedt aan een enkele rij motorvoertuigen op meer dan drie wielen, met uitzondering van de opstelvakken, in- en uitvoegstroken alsmede weefvakken;

95.128 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;

95.129 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden, zoals een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel of een combinatie daarvan;

95.130 slijtersbedrijf

de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;

95.131 snuffelmarkt
  • a. een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats;
  • b. onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan:
    • 1. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
    • 2. een evenement als bedoeld in lid 95.48;
95.132 speelautomaat

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

95.133 speelautomatenhal

een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen;

95.134 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of speelterrein, niet zijnde recreatieve voorzieningen;

95.135 Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging

de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt;

95.136 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

95.137 stadslandbouw

stadslandbouw is het telen, oogsten en afzetten van voedsel op land of drijvend op water in of in de nabijheid van kernen. Onder stadslandbouw valt ook veeteelt en de kweek van vissen voor consumptie. Leidend is dat er een agrarisch product uit voort komt en dat sprake is korte voedselketens. Het kan daarbij zowel gaan over voedselproductie die professioneel of voor zelfvoorzienend gebruik wordt beoefend. Stadslandbouw heeft ook zorg, recreatieve (leisure), educatieve, landschappelijke en economische (werkgelegenheid, zelfstandige ondernemingen) dimensies. Hierdoor zijn nevenfuncties mogelijk zoals een speeltuin;

95.138 standplaats

voor de regels van APV, artikel 90 lid 90.22 en lid 90.23, wordt hieronder verstaan:

  • a. het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
  • b. onder standplaats wordt niet verstaan:
    • 1. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
    • 2. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in lid 95.48;

voor de regels van Markten wordt hieronder verstaan:

de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

95.139 standwerken

de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

95.140 standwerker

de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor een standwerkerplaats en niet over een vergunning voor een vaste standplaats of meeloperspas beschikt;

95.141 standwerkerplaats

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

95.142 straatafval

huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

95.143 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen, reclameobjecten, telefooncellen en abri's;

95.144 straatpeil
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
95.145 sterke drank

de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

95.146 ter inzameling aanbieden

de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

95.147 terras

een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel hiervan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

95.148 vaste standplaats

de standplaats die na één jaar van rechtswege wordt verlengd;

95.149 venten
  • a. het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis;
  • b. onder venten wordt niet verstaan:
    • 1. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;
    • 2. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen als bedoeld in het eerste lid op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in lid 95.131;
    • 3. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op een standplaats als bedoeld in lid 95.138;
95.150 voertuigen

voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregelsen verkeerstekens (RVV 1990) met uitzondering van kleine wagens zoals: kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen;

95.151 voorzieningen

voor de regels van Telecommunicatie wordt hieronder verstaan:

ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de Telecommunicatiewet, en kabels;

95.152 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
95.153 vergunninghouder

voor de regels van Markten wordt hieronder verstaan:

de natuurlijke persoon aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats;

95.154 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

95.155 vuurwerkbedrijf

een bedrijf dat gericht is op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk of de daarvoor benodigde stoffen;

95.156 waarnemer

degene die op basis van een omgevingsvergunning een standplaats inneemt voor een vergunninghouder van een vaste standplaats;

95.157 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt;

95.158 weg

voor de regels van APV wordt hieronder verstaan:

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

voor de regels van Bouwen wordt hieronder verstaan:

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

voor de regels van Afvalstoffen wordt hieronder verstaan:

de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

95.159 werkzaamheden

voor de regels van Telecommunicatie wordt hieronder verstaan:

werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

95.160 werkzaamheden van niet ingrijpende aard

voor de regels van Telecommunicatie wordt hieronder verstaan:

  • a. het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;
  • b. het maken van huisaansluitingen;
95.161 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;

95.162 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken of snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken;

95.163 winkelvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's;

95.164 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;

95.165 woonwerkeenheid

een gebouw met woon- en werkfunctie, waarbij er een functionele relatie is tussen woon- en werkgedeelte;

95.166 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf;

95.167 zwak-alcoholhoudende drank

alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank.

Artikel 96 Wijze van meten

Link naar de toelichting op Wijze van meten

96.1 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

96.2 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

96.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

96.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

96.5 de hoogte van een windmolen

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windmolen.

96.6 de rotordiameter van een kleinschalige windmolen

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.OP1HS2NW01-vg03_0002.png"

HAT VAT

96.7 het brutovloeroppervlak

de oppervlakte van een ruimte of groep ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies conform de NEN 2580 (versie 2007).

96.8 afstanden tussen bouwwerken en de zijdelingse bouwperceelsgrens

de afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse bouwperceelgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de bouwperceelgrens gelegen punt van dat bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard van het bouwwerk tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing blijven, en haaks op de bouwperceelgrens.

96.9 afstanden tussen bouwwerken onderling

afstanden tussen bouwwerken onderling worden loodrecht gemeten vanaf enig deel van het bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.

Artikel 97 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 98 Algemene bouwregels

98.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen/bouwgrenzen

Link naar de toelichting op Overschrijding bestemmingsgrenzen/bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken;
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.
98.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Link naar de toelichting op Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden en masten op daken van gebouwen worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de bouwhoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt;
  • b. de oppervlakte van de bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van de oppervlakte van het gebouw;
  • c. de bouwhoogte van masten vanaf het dak gemeten maximaal 5 meter bedraagt.
98.3 Bestaande afmetingen en afstanden

Link naar de toelichting op Bestaande afmetingen en afstanden

Indien de bestaande bouwhoogte, oppervlakte of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in dit plan is toegestaan, dan geldt die bouwhoogte, oppervlakte of afstand in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

98.4 Kostenverhaal

Link naar de toelichting op Kostenverhaal

Voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend voor een bouwplan waarvoor kostenverhaal verplicht is op grond van artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, dient het kostenverhaal te zijn verzekerd overeenkomstig artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 99 Algemene gebruiksregels

Link naar de toelichting op Algemene gebruiksregels

99.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor een seksinrichting en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. voor het evenement Floriade: een gebruik waarbij de stikstofdepositie van het totale evenement (aanlegfase en evenement zelf) meer dan 4,88 mol stikstof/ha/jaar bedraagt op het Natura 2000-gebied Naardermeer en/of meer dan 0,05 mol stikstof/ha/jaar op het Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen, zoals bedoeld in Bijlage 5 Milieueffectrapport (Tabel 5.3 Passende beoordeling);
  • c. voor de stadswijk Floriade: waarbij vanuit alle ontwikkelingen in het plangebied samen een toename van stikstofemissie plaatsvindt van meer dan 1,00 mol stikstof/ha/jaar op het Natura 2000-gebied Naardermeer en/of meer dan 0,09 mol stikstof/ha/jaar op het Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen, zoals bedoeld in Bijlage 5 Milieueffectrapport (Tabel 5.3 Passende beoordeling).

Artikel 100 Voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor vergunningen als bedoeld in artikel 2.7 Wet natuurbescherming

Link naar de toelichting op Voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor vergunningen

  • a. Het maximaal aantal bezoekende auto's van het evenement Floriade mag niet meer bedragen dan 398.438 en het maximaal aantal bezoekende touringcars van het evenement Floriade mag niet meer bedragen dan 13.281.
  • b. Elektrische auto's en elektrische touringcarbussen tellen niet mee voor het in onder a genoemde aantal.
  • c. Het college van burgemeester en wethouders stelt een monitoringsplan op om het aantal bezoekende auto's en touringcars te monitoren en geeft daarin aan welke maatregelen worden genomen om overschrijding van het onder a genoemde aantal te voorkomen.

 

Artikel 101 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op Algemene afwijkingsregels

101.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van Hoofdstuk 4 Afwijkingsregels terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van een bouwperceelgrens, niet zijnde een bestemmingsgrens, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt en de bouwperceelgrens met niet meer dan 10% worden overschreden;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor het hoofdgebouw met maximaal 3 meter wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt;
  • e. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten een vlak waar Hoofdstuk 2 Bouwregels van toepassing is tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.
101.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 102 Algemene wijzigingsregels

102.1 Algemeen

Link naar de toelichting op Algemeen

Het college is bevoegd om de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

102.2 Evenementenlocaties

Link naar de toelichting op Evenementenlocaties

Het college is bevoegd om Bijlage 4 Randvoorwaarden evenementen Floriade te wijzigen in die zin dat de locaties, het aantal evenementen of de normen kunnen worden gewijzigd, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven mits de wijziging niet leidt tot een toename van hinder ten opzichte van de omgeving.

102.3 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

Link naar de toelichting op Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

Het college is bevoegd om Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

Artikel 103 Nadere eisen

Link naar de toelichting op Nadere eisen

Het college kan nadere eisen stellen aan de situering, bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken uit een oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.

Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotregels

Link naar de toelichting op Overgangsrecht

Artikel 104 Overgangsrecht

104.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
104.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 104.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

104.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 104.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

104.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

104.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 104.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

104.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 104.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

104.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 104.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 105 Slotregel

Link naar de toelichting op Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Chw bestemmingsplan Almere Centrum Weerwater - Floriade.

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

Link naar de toelichting op Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

SBI-CODE   SBI-CODE 2008     OMSCHRIJVING    
-     nummer   CATEGORIE  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
014   016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²   B  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²   B  
0142   0162     KI-stations   B  
15   10, 11   -          
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1552   1052   2   Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1581   1071   1   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week   B  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
1584   10821   3   - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²   B  
1584   10821   6   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²   B  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   B  
17   13   -          
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   B  
176, 177   139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   B  
18   14   -          
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   B  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   C  
20   16   -          
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   B  
205   162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   B  
22   58   -          
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   A  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   B  
2223   1814   A   Grafische afwerking   A  
2223   1814   B   Binderijen   B  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   B  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   B  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   A  
24   20   -          
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   C  
26   23   -          
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   B  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   B  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²   B  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   B  
28   25   -          
28   25   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   B  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   B  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   B  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   B  
30   26, 28, 33   -        
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   B  
33   26, 32, 33   -          
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   B  
36   31   -          
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   A  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   B  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   B  
3663.1   32991     Sociale werkvoorziening   B  
40   35   -          
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
40   35   C1   - < 10 MVA   B  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   A  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   B  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
40   35   E2   - blokverwarming   B  
41   36   -          
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
41   36   B1   - < 1 MW   B  
45   41, 42, 43   -          
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
45   41, 42, 43   3   Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2   B  
50   45, 47   -          
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
501, 502, 504   451, 452, 454     Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   B  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   A  
5020.5   45205     Autowasserijen   B  
503, 504   453     Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   B  
51   46   -          
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   A  
5134   4634     Grth in dranken   C  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   C  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   C  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   C  
514   464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   C  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   C  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
5153   5153   1   - algemeen   C  
5153   4673   2   - indien b.o. =< 2000 m2   B  
5153.4   5153.4   4   zand en grind:      
5153.4   46735   6   - indien b.o. =< 200 m²   B  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
5154   5154   1   - algemeen   C  
5154   4674   2   - indien b.o. =<2.000 m²   B  
5156   4676     Grth in overige intermediaire goederen   C  
518   466   2   Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid   C  
519   466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   C  
52   47   -          
52   47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
52   47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   A  
5211/2,5246/9   471     Warenhuizen   B  
5222, 5223   4722, 4723     Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   A  
5224   4724     Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   A  
5231, 5232   4773, 4774     Apotheken en drogisterijen   A  
5249   4778     Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   A  
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   A  
55   55   -          
55   55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING      
5511, 5512   5510     Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra   A  
553   561     Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d.   A  
554   563   1   Café's, bars   A  
554   563   2   Discotheken, muziekcafé's   B  
5551   5629     Kantines   A  
5552   562     Cateringbedrijven   B  
60   49   -          
60   49   -   VERVOER OVER LAND      
6022   493     Taxibedrijven   B  
6024   494   1   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m²   C  
603   495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   B  
61, 62   50, 51   -          
61, 62   50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
61, 62   50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   A  
63   52   -          
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   C  
6322, 6323   5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   A  
633   791     Reisorganisaties   A  
634   5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   A  
64   53   -          
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
641   531, 532     Post- en koeriersdiensten   C  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   A  
642   61   B0   zendinstallaties:      
642   61   B2   - FM en TV   B  
65, 66, 67   64, 65, 66   -          
65, 66, 67   64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
65, 66, 67   64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   B  
70   41, 68   -          
70   41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
70   41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   A  
71   71   -          
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
711   7711     Personenautoverhuurbedrijven   B  
712   7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   C  
713   773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   C  
714   772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   C  
72   62   -          
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   A  
72   58, 63   B   Datacentra   B  
73   72   -          
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
732   722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   A  
74   74   -          
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   A  
7481.3   74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   C  
7484.4   82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   A  
75   84   -          
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
75   84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   A  
7525   8425     Brandweerkazernes   C  
80   85   -          
80   85   -   ONDERWIJS      
801, 802   852, 8531     Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   B  
803, 804   8532, 854, 855     Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   B  
85   86   -          
85   86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8512, 8513   8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   A  
8514, 8515   8691, 8692     Consultatiebureaus   A  
853   871   1   Verpleeghuizen   B  
853   8891   2   Kinderopvang   B  
90   37, 38, 39   -        
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   3700   B   rioolgemalen   B  
91   94   -          
91   94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
9111   941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   A  
9131   9491     Kerkgebouwen e.d.   B  
9133.1   94991   A   Buurt- en clubhuizen   B  
92   59   -          
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
9213   5914     Bioscopen   C  
9232   9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   C  
9234   8552     Muziek- en balletscholen   B  
9234.1   85521     Dansscholen   B  
9251, 9252   9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   A  
926   931   0   Zwembaden: overdekt   C  
926   931   A   Sporthallen   B  
926   931   B   Bowlingcentra   B  
926   931   0   Schietinrichtingen:    
926   931   2   - binnenbanen: boogbanen   A  
926   931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   B  
9271   9200     Casino's   C  
9272.1   92009     Amusementshallen   B  
93   96   -          
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   B  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   A  
9302   9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   A  
9303   9603   0   Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra   A  
9304   9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   B  
9305   9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   A  

Bijlage 2 Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling

Randvoorwaarden wereldtuinbouwtentoonstelling  
Internationale wereldtuinbouwtentoonstelling, waarbij de samenhang van economische, ecologische en sociale aspecten van de tuinbouw de dragers vormen.  
Vernieuwende toekomstgerichte manifestatie met internationale allure.  
Alle tuinbouwsectoren zijn vertegenwoordigd.  
Minimaal 10 deelnemende landen.  
Duur evenement: 3 - 6 maanden.  
Het tentoonstellingsterrein is minimaal 50 ha, waarvan maximaal 10% wordt ingenomen door gebouwen (excl. binnententoonstellingen);  
Minimaal 5% van het oppervlak bestemd voor inzendingen moet gereserveerd worden voor fulltime internationale deelnemers  
Het tentoonstellingsterrein van 25 tot 50 ha dient onder andere te zijn verdeeld in een deel open lucht tentoonstellingsterrein voor binnenlandse en buitenlandse inzenders, een deel overdekt terrein voor binnententoonstellingen en een deel waterpartijen onder meer ten behoeve van inzenders van waterplanten. Het overige is bestemd voor structuurbepalende beplantingen, wegen, paden, gazons e.d..  
De overdekte gedeelten dienen zodanig gelegen te zijn dat de wisseling van de diverse binnententoonstellingen en aan- en afvoer van materiaal ongestoord kan plaatsvinden (voor inzenders en voor medewerkers).  
Voor binnententoonstellingen en -presentaties is een bebouwde ruimte noodzakelijk van circa 10.000 m2, waarbij sprake is van een goede klimaatregeling.  
Voor de teeltpresentaties van de glastuinbouw is een state of the art accommodatie beschikbaar van circa 4.000 m².  
Er dienen meerdere open en overdekte theaters met voorzieningen aanwezig te zijn, waarvan één grote openluchtruimte voor het organiseren van grote evenementen (> 2.500 personen).  
Op het terrein dient voldoende en gevarieerde accommodatie aanwezig te zijn voor het organiseren van congressen, zakelijke evenementen en vergaderingen met een capaciteit van tenminste 400 participanten.  
De locaties voor het aanvoeren van materialen in het terrein dienen zodanig te worden gesitueerd dat deze tot het laatste moment nog met zwaar verkeer bereikbaar zijn.  
Het terrein moet worden voorzien van deugdelijke afrastering met afsluitbare poorten voor aan- en afvoerwegen.  
Het terrein dient 'tentoonstellingsgereed' te worden opgeleverd (dat wil zeggen gereed voor beplanting of bebouwing en zonder structuurbederf).  
Waar nodig dient op het terrein een beregenings-/bevloeiingssysteem aanwezig te zijn teneinde ongestoorde plantengroei te waarborgen.  
Voor het verkrijgen van voldoende accidentaties op het terrein en voor de inzendingen, moet rekening gehouden worden met aanvoer en aanbrengen van grote hoeveelheden (schone) grond.  
Een wegen- en padenstelsel dient berekend te zijn op zwaar werkverkeer. Het moet bovendien voorzien zijn van kolken en riolering voor afvoer van (regen)water teneinde wateroverlast voor bezoekers en inzendingen te voorkomen. Zowel voor transport, als later voor de grote stromen bezoekers, dienen paden, wegen en bruggen voldoende breed te zijn (uitgegaan moet worden van minimaal 3 meter).  
Structuurbepalende beplanting dient te bestaan uit laanbomen, singels, boomgroepen, heesters en hagen; solitair en in groepen. Deze beplanting dient circa 5 jaar voor de opening plaats te vinden om op het moment van de opening van de tentoonstelling voldoende van volume en leeftijd te zijn.  
De terreinen voor de buiteninzendingen dienen te worden ingezaaid met gras of groenbemesters. Desgewenst dienen ze voor proefbeplanting voorafgaand aan het jaar van de tentoonstelling beschikbaar te zijn.  
Er dienen adequate maatregelen en voorzieningen te worden genomen ter voorkoming van wildschade aan beplantingen voor en tijdens de tentoonstelling.  
Op diverse plaatsen dienen aan de terreingrens aansluitmogelijkheden te zijn van openbare nutsvoorzieningen met voldoende capaciteit (riool, water, gas, elektra, telecommunicatie) zodat aansluitingen hierop vanaf het terrein mogelijk zijn.  
De oppervlakte van het parkeerterrein dient ruimte te bieden aan tenminste 4.500 personenauto's, 300 touringcars, 100 campers en 500 fietsen. Voldoende aan- en afvoerwegen en in- en uitgangen dienen het parkeerterrein te ontsluiten.  
Voor personeel en inzenders zijn onder andere kantoorfaciliteiten, parkeergelegenheid, bedrijfskantine en serviceruimten nodig.  
Voor communicatie met bezoekers op het terrein zal een state of the art (high tech) infrastructuur nodig zijn.  

Bijlage 4 Randvoorwaarden evenementen Floriade

  Soort evenement  
Periode   niet geluiddragend evenement   geluiddragend evenement  
Voor de opening van de Floriade
(tot 1 april 2022)  
- In de dagperiode (07.00 - 19.00 uur) regelmatig toegestaan op 1 locatie gelijktijdig, echter niet
vaker dan 3 keer per week gedurende 1 dag
- In de avondperiode (19.00 - 23.00 uur) toegestaan, echter niet vaker dan 1 keer per maand
- In de nachtperiode niet
toegestaan (na 23.00 uur)  
- Maximaal aantal geluiddragende evenementen (tot 23.00 uur) per jaar:
2017: 1
2018: 1
2019: 2
2020: 3
2021: 4
- Het totaal aantal geluidsdagen voor geluiddragende evenementen mag niet meer bedragen dan:
2017: 1 dag per jaar
2018: 1 dag per jaar
2019: 2 dagen per jaar
2020: 3 dagen per jaar
2021: 4 dagen per jaar
- In de nachtperiode (na 23.00 uur) niet toegestaan
- Niet eerder beginnen dan 11.00 uur
- Tussen twee geluiddragende evenementen moet minimaal een periode van 4 weken geen geluiddragend evenement zijn
- Niet toegestaan ten zuiden van de rijksweg A6
 
Tijdens de Floriade
(1 april 2022 tot 1 november 2022)  
- In de dagperiode (07.00 - 19.00 uur) elke dag toegestaan, echter niet op meer dan 3 locaties gelijktijdig
- Locaties moeten goed verdeeld zijn over het terrein
- In de avondperiode (19.00- 23.00 uur) elke dag toegestaan, echter niet op meer dan 2 locaties
- In de nachtperiode (na 23.00 uur) niet toegestaan
 
- Maximaal 12 geluiddragende evenementen (tot 23.00 uur ) toegestaan
- Het totaal aantal geluiddagen voor geluiddragende evenementen mag niet meer bedragen dan 14 en niet langer dan twee dagen aaneengesloten
- Niet eerder beginnen dan 11.00 uur
- In de nachtperiode twee keer toegestaan tot 01.00 uur als de dag daarna een vrije dag of een zondag is
- Niet toegestaan ten zuiden van de rijksweg A6
- Indien er ten behoeve van een locatie voor evenementen op het Floriadeterrein geluidsreducerende maatregelen worden genomen, waardoor de geluidsbelasting op de gevel van de meest nabijgelegen woning niet meer bedraagt dan bij een evenement met een bronvermogen van 120 dB(A) of minder, dan wordt een evenement op die locatie als een niet geluiddragend evenement beschouwd. Dit dient door middel
van een akoestisch onderzoek te worden aangetoond. Als uit een
controle/geluidsmeting blijkt dat
de daadwerkelijk gemeten
geluidsimissie bij een geluidsgevoelige bestemming, ten gevolge van een evenement op het Floriadeterrein, hoger is dan de geluidsimmissie tijdens een niet geluiddragend evenement zal het evenement alsnog als een geluiddragend evenement worden beschouwd en meetellen met het aantal toegestane geluidsdagen.
 
Na afsluiting van de Floriade
(vanaf 1 november 2022)  
- In de dagperiode (07.00 - 19.00 uur) regelmatig toegestaan, echter niet vaker dan 1 keer per week gedurende 1 dag
- In de avondperiode (19.00 - 23.00 uur) toegestaan, echter niet vaker dan 1 keer per maand.
- In de nachtperiode (na 23.00 uur) niet toegestaan
 
- Niet toegestaan  

Bijlage 8 Archeologie 5

Link naar de toelichting op Archeologie 2 

8.1 Archeologie 5

Op deze gronden zijn archeologische waarden aanwezig. Activiteiten en voorzieningen die een bijdrage leveren aan de bescherming en veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden zijn toegestaan.

8.2 Archeologie 5 - bouwen

Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van andere Bestemmingsregels mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

8.3 Afwijken van de bouwregels

  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 en toestaan dat er wordt gebouwd onder de volgende voorwaarden:
    • 1. een omgevingsvergunning onder a kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
      • de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
      • de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad;
    • 2. aan de omgevingsvergunning onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
      • de verplichting tot het doen van opgravingen;
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
      • de opgravingen, de maatregelen en de archeologische begeleiding dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

8.4 Archeologie 5 - aanlegregels

  • a. Het is verboden op of in de grond de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies dieper dan 150 cm;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren dieper dan 150 cm;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk of de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de opgravingen, de maatregelen en de archeologische begeleiding dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

8.5 Archeologie 5 - wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming Archeologie 5 wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn ondergebracht.