Plan: | Poldervlak 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP3E02-vg01 |
Geluid
Op basis van wat nu bekend is t.a.v. de veranderingen op het bedrijventerrein, is verkeerstechnisch nagegaan welke verschillen er optreden t.o.v. de situatie indien het bestemmingsplan ongewijzigd zou blijven (autonome situatie 2020). Uit het verschilplot (zie bijlage 9 Verkeerskundigonderzoek Poldervlak) blijkt dat de verschillen '2020 nieuw' t.o.v. '2020 referentiesituatie' marginaal zijn te noemen. Dit betekent dat met name voor de woonwijk die grenst aan het plangebied, geen nadelige effecten zullen optreden.
Aangezien het plan conserverend is voor wat betreft het toestaan van geluidsgevoelige objecten binnen de invloedsfeer van gezoneerde wegen in of grenzend aan het plangebied, is verdere toetsing aan de Wet geluidhinder niet nodig. Er zijn geen functiewijzigingen die duiden op het toestaan van geluidsgevoelige bestemmingen, objecten (zoals gedefinieerd door de Wet geluidhinder). Geluidgevoelige bestemmingen zijn niet toegestaan. Dit betekent dat het omkleuren van niet geluidsgevoelige functies naar geluidsgevoelige functies alleen mogelijk zal zijn met een bestemmingsplanherziening.
Luchtkwaliteit
Inleiding
Op 15 november 2007 zijn de nieuwe Europese luchtkwaliteitseisen opgenomen in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, getiteld “Luchtkwaliteitseisen”, van de Wet milieubeheer). Dat betekent dat dit aspect wettelijk verplicht beschouwd moet worden bij het uitoefenen van een bestuurlijke bevoegdheid. Tevens legt het Rijk een grote nadruk op het principe van goede ruimtelijke ordening. Dit betekent dat elke situatie beoordeeld moet worden of het aanvaardbaar is om een project /bedrijf op een bepaalde locatie te realiseren. Luchtkwaliteit is een aspect waarmee de leefbaarheid van een gebied deels gekarakteriseerd kan worden.
Toetsingsregels
Het doel van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer is het beschermen van het milieu tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging. De parameters die van belang zijn in Almere zijn met name stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10):
Stof | Daggemiddelde (µg/m3) |
Jaargemiddelde (µg/m3) | Datum in werking (na derogatie EU) | Achtergrondconc. 2010 Almere (µg/m3) |
NO2 | - | 40 | 1-1-2015 | < 25 |
PM10 | 50 (mag 35 keer/jaar overschreden worden) |
40 | 1-1-2011 | <25 |
Tevens is in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer geregeld dat in sommige gevallen de toetsing aan de luchtkwaliteitseisen niet meer hoeft te geschieden. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:
Met de wijziging van de Wet milieubeheer zijn de volgende besluiten en regelingen van kracht:
Naast de Wet milieubeheer (Wm) geldt ook de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De koppeling Wro en luchtkwaliteit wordt via het aspect “goede ruimtelijke ordening” vorm gegeven. De onderbouwing hiervan kan op basis van vier aspecten geschieden:
Beoordeling situatie
Vigerende situatie
Het bestemmingsplan uit 1994 is destijds vastgesteld zonder het milieu-aspect 'Luchtkwaliteit' te betrekken. Dit komt omdat de huidige regelgeving die nu geldt, er toen nog niet was. Verder zijn de gronden van het bestemmingsplan nu grotendeels al ingevuld. Derhalve is voor de luchtkwaliteit alleen gekeken of de optredende verschillen luchtkwaliteitknelpunten zouden kunnen veroorzaken.
Nieuwe situatie
Uit de verschilplot 2020 uit het verkeersonderzoek (Bijlage 9 Verkeerskundigonderzoek Poldervlak) is te zien dat de verkeerstoename vanwege de veranderingen marginaal zal zijn. In afbeelding 17 is de verschilplot weergegeven.
Afbeelding 17: Verschilplot ten opzichte van Referentie 2020
Toetsing wetgeving
Op bedrijfsterreinen (al dan niet met een bedrijfswoning) hoeft niet getoetst te worden. De bestaande bedrijfswoningen langs de diverse wegen in het plangebied alsmede het woonwagenkamp (Diepzuigerstraat) zijn reeds planologisch toegestaan. De grenswaarden worden ter plekke als gevolg van wegverkeer niet overschreden. Tevens is de achtergrondwaarde van de te toetsen stoffen laag en ver beneden de grenswaarden.
Langs de toegangsweg (Polderdreef) zijn er geen verblijfgebieden gesitueerd waar mensen gedurende langere tijd vertoeven of blootgesteld worden aan de emissie van luchtverontreinigende stoffen. Toetsing aan de luchtkwaliteit hoeft op grond van het RBL derhalve niet te geschieden.
Onderbouwing Goede ruimtelijke ordening luchtkwaliteit
Het aspect 'goede ruimtelijke ordening' is hier in mindere mate van belang omdat in het bestemmingsplan geen functies zijn voorzien die langdurig verblijf voor mensen/publiek/ gevoelige groepen – gedefinieerd volgens het Besluit gevoelige bestemmingen - mogelijk maakt (anders dan om er te werken).
Gezien de “conservering” van het gebied qua functiegebruik en het beperkt toestaan van nieuwe functies kan het volgende geconcludeerd worden:
Conclusie
Op dit bestaand bedrijventerrein zijn er nu geen bedrijven aanwezig (of zijn deze niet toegestaan) die luchtverontreinigende stoffen in een dusdanig hoeveelheid uitstoten, waardoor er luchtkwaliteitknelpunten – in de omgeving of nabijgelegen woonwijk - kunnen ontstaan. Verder is de achtergrondwaarde in Almere laag en zijn de optredende verschillen in verkeer marginaal te noemen. Hiermee kan op basis van de huidige inzichten en de prognoses voor de komende 10 jaar worden geconcludeerd, dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering voor de wijziging van het bestemmingsplan zal vormen.