direct naar inhoud van 3.5 Groen, blauw en natuur
Plan: Markerkant 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02

3.5 Groen, blauw en natuur

3.5.1 Groen

Het groen en het water op het bedrijventerrein wordt aangeduid als "groenblauwe raamwerk" dat bestaat uit:

  • 1. Singelgracht met hoofdfietsroute;
  • 2. de "groene casco's" bestaande uit een gazon met 1 tot 3 rijen bomen; ondermeer langs de hoofdinfrastructuur Spoordreef, Markerdreef, Mosweg en IJsselmeerweg
  • 3. de groenprofielen langs de langzaamverkeerroutes.

Het percentage openbaar groen op het terrein is relatief hoog. Ongeveer 12 hectare bestaat uit openbaar groen en water. Uitgedrukt in percentages is dit 24% van het terrein. Afgezet tegen gangbare normen (10 tot 15 %) is dit dus substantieel. De waardering voor het openbaar groen is niet altijd even hoog. Zo verminderen de boomkruinen het zicht op de bedrijfsbebouwing. Veel openbaar groen wordt "misbruikt" voor extra parkeerruimte en om auto's uit te stallen.

Op onderstaande figuur is een en ander weergegeven:

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02_0005.png"

3.5.2 Blauw

Het waterbeheer in het plangebied is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het waterschap Zuiderzeeland en de gemeente. Het beheer is gericht op het bergen en afvoeren van overtollige neerslag en kwel en het zonodig aanvoeren van water. Daarnaast zijn de inrichting en het beheer afgestemd op de peilen voor bebouwing en stedelijk groen, het zorgen voor een goede stadswaterkwaliteit en voorkomen van wateroverlast.

Als gevolg van de lage ligging van het "Nieuwe Land" te midden van de hoge waterpeilen in het Markermeer en de randmeren staat het gebied onder invloed van kwel. Na neerslag (ca. 60%) vormt kwel (ca. 30%) de grootste waterbron in de omgeving van Almere. De kwelintensiteit is het hoogste nabij het Markermeer en de randmeren. In het plangebied heerst een lichte kweldruk.


De waterstructuur in het plangebied bestaat uit een tweetal grachten gelegen op de oost- en westgrens van het plangebied. Ten zuiden (Weerwater) en ten noorden (Leeghwater) van het plangebied liggen twee grote waterpartijen. Overtollig water wordt afgevoerd richting de Leeghwaterplas (gelegen buiten het plangebied). Middels een gemaal wordt water vanuit de Leeghwaterplas uitgeslagen op de Hoge Vaart.

3.5.3 Natuur

Groen

Het plangebied bevat geen parkbossen, stadsparken, of wijk- en buurtparken. Het plangebied bevat meerdere buurtplantsoenen en laanbeplantingen.

Boswet

Het plangebied valt binnen de bebouwde komgrens inzake de Boswet, waardoor de Boswet niet van toepassing is op vellingen.

Natuur

Ecologische structuur

Het plangebied bevindt zich geheel buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Het dichtstbijzijnde EHS-gebied is het Vaartsluisbos, aan de overkant van de Hoge Ring, ten noordoosten van het plangebied.

Gebiedsbescherming - Natuurbeschermingswet 1998

De dichtstbijzijnde gebieden die door de Natuurbeschermingswet worden beschermd, zijn de Lepelaarplassen en het Markermeer/IJmeer. In het plangebied zijn geen ontwikkelingen gepland die mogelijk (significant) negatieve effecten hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van deze of andere beschermde gebieden.

Soortbescherming - Flora- en faunawet

In het hele plangebied komen broedvogels voor in de hogere vegetatie (ruigten, struiken en bomen) en de wateren.

Daarnaast kunnen de Laatvlieger, Ruige dwergvleermuis en Gewone dwergvleermuis voorkomen. De Gewone dwergvleermuis heeft mogelijk ook verblijfplaatsen in het gebied.

In delen van het plangebied komen de beschermde grasklokje (zgn tabel 1 soort), rietorchis, steenanjer en wilde marjolein (zgn tabel 2 soort) voor. De voorgenomen wijzigingen hebben geen effect op de groeiplaatsen van genoemde soorten. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de herkomst van een deel van de soorten (Grasklokje, steenanjer en marjolein) waarschijnlijk niet natuurlijk is. Het gaat hier om verwilderde en/of uitgezaaide planten.

Tabel 1 soorten zijn licht beschermd en voor ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig gebruik en bestendig beheer en onderhoud geldt voor deze soorten een algemene vrijstelling van de verbodsbepalingen. Uiteraard moet wel met de algemene zorgplicht rekening gehouden worden.

Voor tabel 2-soorten geldt dat indien werkzaamheden worden uitgevoerd conform de Gedragscode Ffwet van Almere, hiervoor een vrijstelling geldt. Anders dient er een ontheffing aangevraagd te worden wanneer werkzaamheden kunnen leiden tot overtreding van artikel 8 van de Flora- en faunawet.

Met uitzondering van de rietorchis zijn deze plantensoorten echter verwilderde nakomelingen van tuinplanten, danwel speciaal uitgezaaide planten. Het beschermingsregime is hierop niet van toepassing.