direct naar inhoud van Regels
Plan: Stedenwijk en Weerwater Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2ABMNQ01-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Stedenwijk en Weerwater Noord met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP2ABMNQ01-vg01 van de gemeente Almere.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.7 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang.

1.8 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd.

1.11 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt.

1.12 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven.

1.13 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.14 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

1.15 bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie.

1.16 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.17 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.18 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.19 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.20 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.21 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.22 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.23 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.24 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.26 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.27 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.28 cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het snel verstrekken van etenswaren, al dan niet voor de consumptie ter plaatse en al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken.

1.29 café

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.

1.30 CROW-kencijfer

De parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, dan wel een hernieuwde uitgave van deze publicatie.

1.31 cultuur en ontspanning

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowlingcentrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven.

1.32 dansschool

een inrichting waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimte dansen en het geven van dansonderricht, zonder verhuur van zalen of regulier gebruik ten behoeve van het geven van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- en dansevenementen.

1.33 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt.

1.34 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit een bedrijf dat als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen heeft, waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak.

1.35 detailhandel in ABC-goederen

detailhandel in auto's, boten, motoren en caravans.

1.36 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen.

1.37 dierenweide

een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en toegankelijk is voor publiek.

1.38 discotheek/bar-dancing/danscafé

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.

1.39 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte.
1.40 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen.

1.41 eetcafé

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse.

1.42 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

1.43 erker

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw.

1.44 fundering

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond.

1.45 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld.

1.46 garagebox

gebouw ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en de opslag of berging van goederen.

1.47 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.48 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.
1.49 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.

1.50 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.51 hobbymatig houden van paarden

een activiteit waarbij paarden worden gehouden uitsluitend bestemd om te worden aangewend voor recreatief gebruik in de gezinssfeer met dien verstande dat er geen sprake mag zijn van een vergunningplichtige inrichting ingevolge de Wet Milieubeheer en er geen activiteiten voor en door derden worden uitgevoerd.

1.52 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.53 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.54 horeca

een inrichting, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • a. het verstrekken van nachtverblijf;
  • b. het verstrekken of bereiden van drank of etenswaren voor consumptie;
  • c. het exploiteren van zaalaccommodatie.
1.55 hotel

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse.

1.56 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen alsmede op het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van tuinen voor derden met dien verstande dat detailhandel niet is toegestaan, tenzij ondergeschikt.

1.57 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten.

1.58 ijssalon

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor de consumptie ter plaatse.

1.59 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.60 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.61 kelder

een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen.

1.62 kinderboerderij

een voorziening voor kinderen in de vorm van een boerderij met dieren, waarbij op kleine schaal ook productie, bewerking en verkoop van eigen geteelde producten plaatsvindt.

1.63 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.

1.64 kleinschalige verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen.

1.65 kringloopwinkel

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren.

1.66 koffie- of theehuis

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.

1.67 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.

1.68 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.69 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.

1.70 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.

1.71 lunchroom

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide of bewerkte etenswaren al dan niet voor de consumptie ter plaatse.

1.72 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, elektrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen.

1.73 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen.

1.74 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening, die een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak.

1.75 ondergeschikte horeca

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

1.76 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus gelieerd is aan de hoofdfunctie en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt.

1.77 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning), primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning.

1.78 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • b. voor vaartuigen of andere drijvende objecten: de waterlijn
  • c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld.
1.79 partycentrum

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het gelegenheid geven voor feesten en party’s, al dan niet met het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken, etenswaren of maaltijden voor de consumptie ter plaatse.

1.80 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten.

1.81 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten.
1.82 platte afdekking

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat.

1.83 pleziervaartuig

elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank.

1.84 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen.

1.85 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden.

1.86 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.

1.87 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven.

1.88 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken.

1.89 risicovolle inrichting

een inrichting waarop het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen van toepassing is.

1.90 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.

1.91 showroom

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel, waarbij de goederen niet direct kunnen worden geleverd.

1.92 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen.

1.93 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.94 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.95 stadsweide

een perceel grond dat in de agrarisch recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren of insecten.

1.96 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen, abri's.

1.97 supermarkt

detailhandel met tenminste 500 m² verkoopvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten.

1.98 tuinmeubilair

bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals erfafscheidingen, pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen, schommels.

1.99 vaste ligplaatsen

aangewezen ligplaatsen bedoeld voor vaartuigen, niet zijnde woonschepen, die ligplaats mogen innemen op grond van een overeenkomst met de gemeente en waar het vaartuig mag worden geplaatst.

1.100 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen.
1.101 vergader- en congresfaciliteiten

een gebouw of ruimte in een gebouw voor het als bedrijfsmatige hoofdactiviteit organiseren van vergaderingen en congressen, hoofdzakelijk bij te wonen door externe bezoekers.

1.102 verkoopvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.103 volkstuin

een perceel grond dat in de agrarische recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het telen van groente of fruit en het kweken van siergewassen, ten behoeve van eigen gebruik.

1.104 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt.

1.105 voorgevelrooilijn

de denkbeeldige doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw.

1.106 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.107 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt.

1.108 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.109 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel.

1.110 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken.

1.111 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.

1.112 zendmast

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes.

1.113 zolder

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken.

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk of vaartuig

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of vaartuig, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de rotordiameter van een kleinschalige windmolen

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP2ABMNQ01-vg01_0001.png"

HAT VAT

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bedrijf'

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • b. erven, parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • c. groen- en waterhuishoudingsvoorzieningen;
  • d. overige functioneel met de bestemming 'Bedrijf' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak voorzover op de verbeelding ter plaatse een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • c. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • d. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • e. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • h. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw:
  • j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte van gebouwen;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen.

Artikel 4 Bos

Link naar de toelichting op de bestemming 'Bos'

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • h. ruiter-, voet- en fietspaden en overige verhardingen;
  • i. ontsluitingswegen;
  • j. straatmeubilair;
  • k. kunstwerken en kunstobjecten;
  • l. parkeer-, groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • m. overige functioneel met de bestemming Bos' verbonden voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m2;
  • b. observatiehutten: bouwhoogte 7 m, oppervlakte 20 m²;
  • c. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1,5 m;
  • d. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • e. speelvoorzieningen en overig straatmeubilair: bouwhoogte 4,5 m;
  • f. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m;
  • i. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor :
    • 1. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 2. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
    • 4. het aanbrengen en/of veroorzaken van veranderingen in de ecologische waarden van het gebied als gevolg van het gebruik van de gronden.
  • a. Het bepaalde in lid 4.3 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

Artikel 5 Gemengd-1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd - 1' (binnenstedelijk bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • p. erven;
  • q. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • r. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • s. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • t. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • u. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • v. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in bedrijfswoningen of tot de bedrijfswoning bijbehorende bouwwerken;
  • w. zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan;
  • x. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van bij het bedrijf behorende, niet-zelfstandige kantooractiviteiten;

onder de voorwaarde dat:

  • y. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • z. de in lid y bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, voor zover op de verbeelding ter plaatse een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 2 m dient te bedragen, tenzij:
    • 1. in de bestaande situatie sprake is van een kleinere afstand;
    • 2. gebouwen aan elkaar zijn gebouwd of
    • 3. de zijdelingse perceelsgrens niet gedeeld wordt met een ander bouwperceel.

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een bedrijfswoning:

  • d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
  • e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 5 m;
  • g. in afwijking van de onder f bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • i. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • j. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging en speelvoorzieningen: bouwhoogte 9 m;
  • k. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • l. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • m. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • n. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is maximaal gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • o. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • p. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 m bij een dakopstelling en maximaal 15 m bij een grondopstelling;
  • q. luifels: ten hoogste de bouwhoogte van het bijbehorende gebouw;
  • r. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder overkappingen: bouwhoogte 3 m;

5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 

  • a. onder c ten einde een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toe te staan, mits uit brandweeradvies blijkt dat dit vanuit het oogpunt van brandveiligheid verantwoord is. Aan deze omgevingsvergunning kunnen voorwaarden verbonden worden ter waarborging van de brandveiligheid;
  • b. onder k (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
    • 2. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. Het gebruik van ruimten in een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 5.1 lid y en z;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend met dien verstande dat er maximaal één extra fte in dienstverband is toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in lid 5.1 om functies toe te laten uit één categorie hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar (categorie C) of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf of functie naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de volgens de lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. van het bepaalde in lid 5.1 onder w ten behoeve voor zelfstandige kantoren, mits de bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging maximaal 1.500 m² bedraagt en mits maximaal 25% van het bebouwd gebied van de bestemming ten behoeve van zelfstandige kantoren wordt gebruikt;
  • c. in lid 5.1 onder k en l voor een kringloopwinkel, mits het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. in lid 5.1 onder f en i ten behoeve van een bedrijfswoning of een geluidgevoelige maatschappelijke voorziening tot maximaal categorie B als bedoeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging met dien verstande dat:
    • 1. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het gebruiksmogelijkheden van het binnenstedelijk werkmilieu als bedoeld in artikel 5.1;
    • 2. naburige percelen niet beperkt worden in de maximale gebruiksmogelijkheden als bedoeld in artikel 5.1;
    • 3. de geluidbelasting vanwege het rail- en wegverkeer op een gevel van het bouwwerk niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een of meer verleende hogere waarden ten aanzien van het rail- en wegverkeerslawaai;
    • 4. de woning of andere geluidgevoelige functie wordt voorzien van minimaal één (1) geluidsluwe gevel of geveldeel en zo mogelijk een geluidsluwe buitenruimte;
    • 5. uit akoestisch onderzoek van het desbetreffende gebouw blijkt dat de bouwkundige staat van het object een goed woon- leefklimaat en een goed binnenklimaat waarborgt ten aanzien van de geluidbelasting vanwege het rail- en wegverkeerslawaai;
    • 6. bij het akoestisch onderzoek genoemd onder 5 wordt uitgegaan van de verkeersprognosecijfers voor het jaar 2030 zoals die worden gehanteerd door de gemeente Almere bij ruimtelijke planvorming;
    • 7. dat voor zover de geluidbelasting vanwege het spoor- en wegverkeer hoger is dan het gestelde onder 3, de desbetreffende gevel van geluidsgevoelige ruimten worden uitgevoerd als dove gevel;
    • 8. het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning nadere eisen stellen omtrent de situering van geluidgevoelige ruimten in geluidgevoelige functies in verband met de geluidsbelasting vanwege het rail- en wegverkeer;
  • e. in lid 5.1 onder y:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in de Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • f. in lid 5.1 onder z ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • g. in lid 5.4 onder b, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor omliggende bedrijven en geen afbreuk doet aan het karakter van het werkmilieu;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 6 Gemengd-2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd - 2' (bedrijvenstrook Delftstraat)

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende:

  • h. erven;
  • i. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • j. straatmeubilair en reclameobjecten;
  • k. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • l. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • m. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • n. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan.

onder de voorwaarde dat:

  • o. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • p. de in lid o bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van gebouwen:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • c. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • d. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging en speelvoorzieningen: bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • g. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • h. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • i. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • j. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 15 meter bij een grondopstelling;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder overkappingen: bouwhoogte 3 m;

6.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2 onder e (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter.

6.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1:

  • a. om functies toe te laten uit één categorie hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar (categorie C) of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 6.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. onder c ten behoeve van geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen tot maximaal categorie B als bedoeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging met dien verstande dat:
    • 1. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het gebruiksmogelijkheden van het binnenstedelijk werkmilieu als bedoeld in artikel 6.1;
    • 2. naburige percelen niet beperkt worden in de maximale gebruiksmogelijkheden als bedoeld in artikel 6.1;
    • 3. de geluidbelasting vanwege het rail- en wegverkeer op een gevel van het bouwwerk niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een of meer verleende hogere waarden ten aanzien van het rail- en wegverkeerslawaai;
    • 4. de woning of andere geluidgevoelige functie wordt voorzien van minimaal één (1) geluidsluwe gevel of geveldeel en zo mogelijk een geluidsluwe buitenruimte;
    • 5. uit akoestisch onderzoek van het desbetreffende gebouw blijkt dat de bouwkundige staat van het object een goed woon- leefklimaat en een goed binnenklimaat waarborgt ten aanzien van de geluidbelasting vanwege het rail- en wegverkeerslawaai;
    • 6. bij het akoestisch onderzoek genoemd onder 5 wordt uitgegaan van de verkeersprognosecijfers voor het jaar 2030 zoals die worden gehanteerd door de gemeente Almere bij ruimtelijke planvorming;
    • 7. dat voor zover de geluidbelasting vanwege het spoor- en wegverkeer hoger is dan het gestelde onder 3, de desbetreffende gevel van geluidsgevoelige ruimten worden uitgevoerd als dove gevel;
    • 8. het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning nadere eisen stellen omtrent de situering van geluidgevoelige ruimten in geluidgevoelige functies in verband met de geluidsbelasting vanwege het rail- en wegverkeer;
  • c. onder o:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • d. onder p ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 7 Gemengd-3

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd - 3' (winkelcentrum 's-Hertogenboschplein)

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • j. erven;
  • k. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • l. straatmeubilair, speelvoorzieningen en –terreinen en reclameobjecten;
  • m. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • n. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • o. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

  • p. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • q. de in lid p bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • b. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • c. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging en speelvoorzieningen: bouwhoogte 9 m;
  • d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • f. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • g. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • h. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • i. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 15 meter bij een grondopstelling;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder overkappingen: bouwhoogte 3 m;

7.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1:

  • a. om functies toe te laten uit één categorie hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar (categorie C) of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten ) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 7.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. onder p:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • c. onder q ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 8 Gemengd-4

Link naar de toelichting op de bestemming 'Gemengd - 4' ((kleinschalige) bedrijfsruimten in de wijk)

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • m. erven;
  • n. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • o. straatmeubilair, speelvoorzieningen en –terreinen en reclameobjecten;
  • p. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • q. risicovolle inrichtingenniet zijn toegestaan;
  • r. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • s. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan.

onder de voorwaarde dat:

  • t. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • u. de in lid t bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zonder gebouwen' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • e. lichtmasten: bouwhoogte 20 m;
  • f. vlaggenmasten, masten voor beveiliging en speelvoorzieningen: bouwhoogte 9 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • k. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • l. zonnecollectoren en zonnepanelen: bouwhoogte maximaal 4 meter bij een dakopstelling en maximaal 15 meter bij een grondopstelling;
  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder overkappingen: bouwhoogte 3 m;

8.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
    • 2. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen.
  • b. De (gevel)belasting van nieuwe geluidsgevoelige objecten, genoemd in lid 8.1, mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeurswaarde volgens de Wet geluidhinder dan wel een vastgestelde hogere waarde, waarbij de akoestische situatie als beschreven in Bijlage 5 bepalend is.
  • c. Het gebruik van ruimten in een woning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepenof bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 8.1 lid t en u;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend met dien verstande dat er maximaal één extra fte in dienstverband is toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in lid 8.1 om functies toe te laten uit één categorie hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar (categorie C) of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten ) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 8.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
  • b. in lid 8.1 onder t:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • c. in lid 8.1 onder u ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • d. in lid 8.3 onder c, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 9 Groen

Link naar de toelichting op de bestemming 'Groen'

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • a. bermen, bermsloten en waterpartijen;
  • b. waterberging;
  • c. recreatief medegebruik;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' ook voor een kinderboerderij;

met de daarbij behorende

  • e. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden,
  • f. speel- en sportvoorzieningen,
  • g. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • h. kunstwerken en kunstobjecten,
  • i. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen,
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen;

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd met een bouwhoogte van 3,5 m en een oppervlakte van 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • b. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • d. masten voor beveiliging en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • f. kunstwerken, speel- en sportvoorzieningen en straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m²;
  • h. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 4 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij'

  • j. voor gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen met dien verstande dat:
    • 1. voor erf- en terreinafscheidingen de bouwhoogte maximaal 2 m bedraagt;
    • 2. voor gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde genoemd in lid 9.2 onder a, d tot en met i de daarin genoemde maten van toepassing zijn.
  • k. de maximale bedrijfsvloeroppervlakte aan gebouwen maximaal 1.000 m² mag bedragen.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2 

  • a. onder a voor een gebouw ten behoeve van nutsvoorzieningen tot ten hoogste 5 m hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woon- en leefklimaat in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.
  • b. voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van het bouwwerk mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van het bouwwerk mag ten hoogste 15 m² bedragen;
    • 3. het bouwwerk moet minimaal 50 m van woonbebouwing worden gesitueerd;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal drie overkappingen toegestaan;
    • 5. de jongerenontmoetingsplaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.

9.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor:
    • 1. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
    • 2. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
    • 3. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
  • b. Het bepaalde in lid 9.4 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
    • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1, Wonen - 2 of Tuin', indien in het kader van een verzoek om additionele gronduitgifte positief is beslist en de eigendom van de gronden is overgedragen. Door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.

Artikel 10 Horeca

Link naar de toelichting op de bestemming 'Horeca'

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'horeca < 3' horeca behorende tot en met categorie 3 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca < 5' horeca behorende tot en met categorie 5 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan;
  • c. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende

  • d. erven;
  • e. verblijfsgebieden waaronder terrassen, verkeersgebieden en parkeervoorzieningen;
  • f. straatmeubilair, speelvoorzieningen en –terreinen en reclameobjecten;
  • g. evenementen;
  • h. overige functioneel met de bestemming 'Horeca' verbonden voorzieningen;

onder de voorwaarde dat:

  • i. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • j. de in lid i bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • c. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • d. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,7 m;
  • e. overige erf-, terrein- en terrasafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • g. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • i. kunstobjecten, straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • k. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • l. andere bouwwerken: bouwhoogte 3 m.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel .

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.1:

  • a. om horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. onder i:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • c. onder j ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 11 Maatschappelijk

Link naar de toelichting op de bestemming 'Maatschappelijk'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • f. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • g. straatmeubilair, speelvoorzieningen en –terreinen en reclameobjecten;
  • h. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

onder de voorwaarde dat:

  • i. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • j. de in lid i bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak, voor zover op de verbeelding ter plaatse een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • d. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 m;
  • e. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • f. licht- en vlaggenmasten, masten voor beveiliging en speelvoorzieningen: bouwhoogte 9m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • i. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • j. bouwwerken voor medische doeleinden: bouwhoogte 8 m;
  • k. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • l. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • m. andere bouwwerken: bouwhoogte 3 m.

11.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en de daaraan verwante detailhandel;
  • b. De (gevel)belasting van nieuwe geluidsgevoelige objecten genoemd in artikel 11.1 Bestemmingsomschrijving mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeurswaarde volgens de Wet geluidhinder dan wel een vastgestelde hogere waarde, waarbij de akoestische situatie als beschreven in Bijlage 5 bepalend is.

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.1:

  • a. onder i:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. onder j ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 12 Recreatie

Link naar de toelichting op de bestemming 'Recreatie'

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' ook voor volkstuinen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'strand' ook voor een strand met de daarbij behorende aanleggelegenheid, ligplaatsen en steigers;

met de daarbij behorende

  • d. parkeervoorzieningen, wegen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • e. groenvoorzieningen en water;
  • f. speel-, sport- en nutsvoorzieningen;
  • g. straatmeubilair, kunstwerken en -objecten;
  • h. overige functioneel met de bestemming 'Recreatie' verbonden voorzieningen.

onder de voorwaarde dat

  • i. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • j. de in lid i, bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • b. licht- en vlaggenmasten en masten voor beveiliging, speel- en sportvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • d. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, (oppervlakte maximaal 10 m2);
  • e. straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 6 m
  • f. aanmeerpalen: bouwhoogte 10 m;
  • g. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • h. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m;

ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' geldt aanvullend dat:

  • j. per volkstuincomplex gezamenlijk gebouwen mogen worden opgericht met een oppervlakte van 100 m² en een bouwhoogte van 5 m;
  • k. per volkstuin bouwwerken, zoals een hobbykas, tuinschuur, bergkast of broeikas, mogen worden opgericht met een bouwhoogte van 3 m en een gezamenlijk oppervlak van 6 m².

12.3 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.1:

  • a. onder i:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. onder j ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 13 Sport

Link naar de toelichting op de bestemming 'Sport'

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende

  • c. parkeervoorzieningen, wegen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. speel- en nutsvoorzieningen;
  • f. straatmeubilair, kunstwerken en kunstobjecten;
  • g. overige functioneel met de bestemming 'Sport' verbonden voorzieningen.

onder de voorwaarde dat:

  • h. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • i. de in lid h bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

13.2 Bouwregels

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak voor zover op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • e. lichtmasten ten behoeve van sportveldverlichting: bouwhoogte maximaal 20 m;
  • f. overige lichtmasten, vlaggenmasten en masten voor beveiliging, speel- en sportvoorzieningen, ballenvangers: bouwhoogte 9 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Lichtmasten ten behoeve van sportveldverlichting zijn uitsluitend toegestaan op de sportvelden die niet direct grenzen aan de woonwijk(en).

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.1:

  • a. onder h:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in de Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. onder i ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 14 Tuin

Link naar de toelichting op de bestemming 'Tuin'

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin, behorend bij de hoofdgebouwen die op basis van de aangrenzende bestemming mogelijk zijn;
  • b. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overkapping' ook voor een overkapping;

met de daarbij behorende

  • c. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. overige functioneel met de bestemming 'Tuin' verbonden voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving:

  • a. uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 1 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 14.2 onder a zijn ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overkapping' overkappingen toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 m en een oppervlakte van maximaal 20 m²;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 14.2 onder a zijn trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, overstekken en andere bouwonderdelen behorende tot een woning of ander gebouw ten behoeve van de bestemmingsomschrijving van een aangrenzende bestemming toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte (buitenwerks gemeten) maximaal 1 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 0,25 m bedraagt boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale hoogte van 5 m;
    • 3. de breedte van het te bouwen bouwonderdeel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de bestaande voorgevel. Dit geldt niet voor galerijen, hellingbanen, funderingen en overstekken;
    • 4. maximaal één erker per woning of ander gebouw is toegestaan.

Artikel 15 Verkeer

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
  • b. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen;
  • c. groen-, waterhuishoudelijke- en nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende

  • d. bermen en bermsloten;
  • e. water en waterberging;
  • f. kunstobjecten en kunstwerken;
  • g. straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten;
  • h. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer' verbonden voorzieningen.

15.2 Bouwregels

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;
  • b. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • c. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
  • d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • e. straatmeubilair en reclameobjecten: bouwhoogte 6 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • g. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • h. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van een hoofdgebouw;
  • j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor bijbehorende (hoofd)gebouwen;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2 onder d (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m.

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied

Link naar de toelichting op de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. groenvoorzieningen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, straatmeubilair, jongerenontmoetingsplaatsen, geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • d. speel- en sportvoorzieningen en -terreinen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. kunstobjecten;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. terrassen;
  • j. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' verbonden voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m2;
  • b. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
  • d. straatmeubilair en reclameobjecten: bouwhoogte 6 m;
  • e. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • f. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • g. speel- en sportvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
  • h. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

16.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

  • a. lid 16.2 onder a voor een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening met een bouwhoogte van maximaal 5 m hoog en met een oppervlakte tot maximaal 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.
  • b. lid 16.2 onder c (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m.
  • c. lid 16.2 voor bouwwerken ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats met inachtneming van het volgende:
    • 1. de bouwhoogte van het bouwwerk mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een bouwwerk mag ten hoogste 15 m² bedragen;
    • 3. het bouwwerk moet minimaal 50 m van woonbebouwing worden gerealiseerd;
    • 4. binnen een jongerenontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal drie overkappingen toegestaan;
    • 5. de jongerenontmoetingsplaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.

16.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1, Wonen - 2 of Tuin', indien in het kader van een verzoek om additionele gronduitgifte positief is beslist en de eigendom van de gronden is overgedragen. Door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.

Artikel 17 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterberging;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. verkeer en vervoer over water;
  • d. aanleggelegenheid/ligplaatsen en (terras)steigers;
  • e. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. recreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • g. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, aanlegsteigers en (strek)dammen welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • h. (natuurlijke) oevers;
  • i. straatmeubilair;
  • j. sport- en speelvoorzieningen;
  • k. kunstobjecten;
  • l. voet- en fietspaden;
  • m. bermen en groenvoorzieningen;
  • n. evenementen;
  • o. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen;

17.2 Bouwregels

Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • b. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • c. straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • d. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
  • e. licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
  • f. aanmeerpalen: bouwhoogte 10 m;
  • g. sport- en speelvoorzieningen waaronder uitkijk- en klautertorens: bouwhoogte 10 m;
  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m;

17.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken:

  • a. voor geluiddragende evenementen;
  • b. voor meer vaste ligplaatsen dan in de bestaande situatie aanwezig zijn.

17.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden van het bepaalde in lid 17.3 onder a in die zin dat een geluiddragend evenement wordt toegestaan, mits het evenement geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat van de directe omgeving.

Artikel 18 Wonen - 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen - 1'

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' uitsluitend op de eerste bouwlaag (begane grond) ook voor bedrijven, detailhandel, kantoor en maatschappelijke voorzieningen tot en met categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 100 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' uitsluitend garageboxen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' ook als onderdoorgang voor verkeer;

met de daarbij behorende:

  • e. erven;
  • f. groenvoorzieningen en water;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. toegangspaden, in- en uitritten;
  • i. overige functioneel met het 'Wonen - 1' verbonden voorzieningen.

een en ander met dien verstande dat:

  • j. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • k. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • l. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

  • m. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • n. de in lid m bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

18.2 Bouwregels

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken):

  • a. uitsluitend in of op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden, dan wel op een afstand van minimaal 1 meter van die zijdelingse perceelsgrens;

ten aanzien van hoofdgebouwen:

  • b. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' een open ruimte met een hoogte van minimaal 3m wordt aangehouden;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

  • e. per bouwperceel ten hoogste 50% van de buiten het bouwvlak gelegen gronden mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m2, met dien verstande dat in ieder geval 20 m2 is toegestaan;
  • f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, gemeten vanuit de bouwgrens, niet meer mag bedragen dan 4 meter;
  • g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 5 meter;
  • h. in afwijking van de onder g bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken , met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 meter;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • j. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

18.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak , met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 18.1 lid m en n;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.
  • b. Het is verboden de gronden en opstallen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' te gebruiken, te doen gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:
    • 1. bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte dan wel de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf;
    • 2. opslag, anders dan inherent aan de stalling van (motor)voertuigen;
    • 3. het gebruik van opstallen voor permanente bewoning.

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in lid 18.1 onder m:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. in lid 18.1 onder n ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. in lid 18.3 onder a, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 19 Wonen - 2

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen - 2'

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-architectenbureau' ook voor een architectenbureau.

met de daarbij behorende:

  • c. erven;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. toegangspaden, in- en uitritten;
  • g. overige functioneel met het Wonen - 2 verbonden voorzieningen.

onder de voorwaarde dat:

  • h. een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden slechts wordt verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • i. de in lid h bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

19.2 Bouwregels

Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken) geldt dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen ten aanzien van de bouw van hoofdgebouwen;
  • b. per bouwperceel ten hoogste 50% van de gronden mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één hoofdgebouw toegestaan;
  • d. hoofdgebouwen inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, vrijstaand dienen te worden gebouwd met dien verstande dat de afstand van het hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot de zijerfscheiding ten minste 1 m dient te bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d ter plaatse van de bouwaanduiding 'twee-aaneen' het hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken aan één zijde mag worden aangebouwd aan een ander hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken is maximaal 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale hoogte van 5 m;
  • g. in afwijking van de onder f bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • i. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevel(lijn) van het hoofdgebouw minimaal 1 m bedraagt;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • j. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

19.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • 1. tot 33% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 19.1 lid h en i;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in lid 19.1 onder h:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. in lid 19.1 onder i ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. in lid 19.3, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
    • 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 20 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het transport van elektriciteit door een bovengrondse hoogspanningsverbinding van 380 kV (kilovolt) met bijbehorende belemmeringenstrook.

20.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de doeleinden in lid 20.1 gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m, waarbij de bouwhoogte van de hoogspanningsmasten maximaal 50 m mag bedragen.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het aanleggen van watergangen en -partijen;
    • 3. het wijzigen van het maaiveldniveau;
    • 4. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting;
    • 5. het afgraven van gronden;
  • b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.
  • c. Het in lid 20.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
    • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de hoogspanningsverbinding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen;
    • 3. die graafwerkzaamheden betreffen waarop de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten van toepassing is.

20.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 21 Waarde - Archeologie 1

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 1'

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden op een diepte vanaf 150 cm onder maaiveld.

21.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 500 m².

21.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 21.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 500 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.
  • d. Een uitzondering op het verbod zoals genoemd in lid 21.2 sub b onder 2, is niet van toepassing, als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten, zoals bedoeld in lid 21.4 sub a, in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 21.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. de voorwaarden onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt veranderd in de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 22 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 23 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

23.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van
gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 m bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

23.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden zonnepanelen, zonnecollectoren en masten worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 4 m bedraagt met dien verstande dat deze hoogte voor masten 5 m bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.

Artikel 24 Algemene aanduidingsregels

24.1 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen

Link naar de toelichting op de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2'

24.1.1 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn de gronden mede bestemd als aandachtsgebied voor een plasbrand vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 24.1.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.1.1 onder b in die zin dat de vestiging van een kwetsbaar object of een beperkt kwetsbaar object wordt toegestaan, mits:
    • 1. er sprake is van een aantoonbare behoefte vanuit de in de bestemming toegelaten functies om de bouw of vestiging van een kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object mogelijk te maken binnen een plasbrandaandachtsgebied;
    • 2. er rekening is gehouden met de mogelijkheden om het object buiten het plasbrandaandachtsgebied te vestigen;
    • 3. de bestrijdbaarheid van een plasbrand voldoende is gemotiveerd (hulpverlening en zelfredzaamheid mede in relatie tot effectreducerende maatregelen of brandvertragende maatregelen aan het gebouw).
24.1.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' uit het plan worden verwijderd, indien het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen ter plaatse is beëindigd.

24.2 Veiligheidszone hoogspanningsleiding

Link naar de toelichting op de aanduiding 'veiligheidszone - leiding'

24.2.1 Veiligheidszone - leiding
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn de gronden mede bestemd voor een veiligheidszone vanwege de indicatieve magneetveldzone van de hoogspanningsverbinding;
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 24.2.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het - anders dan op het moment van inwerkingtreding van dit plan in een reeds bestaande situatie - gebruik van bouwwerken voor langdurig verblijf van kinderen jonger dan 16 jaar, zoals woningen, clubhuizen, scholen, crèches en kinderopvang en de daarbij behorende buitenruimten.
24.2.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 25 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

25.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% met dien verstande dat dit niet van toepassing is op de verkoopvloeroppervlakte van een supermarkt;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
  • e. het oprichten van kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouwen met maximaal 3 m wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter van de windmolen maximaal 2 m bedraagt.

25.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 26 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

26.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige dan wel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

26.2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

26.3 Staat van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

26.4 Lijst van parkeernormen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de Lijst van parkeernormen te wijzigen, in die zin dat:

  • a. functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven.
  • b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernorm kunnen worden toegevoegd.

Artikel 27 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

27.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 28 Overgangsrecht

Link naar de toelichting op de Overgangs- en slotregels

28.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
28.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 28.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

28.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 28.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

28.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

28.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 28.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

28.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 28.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

28.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 28.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 29 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Stedenwijk en Weerwater Noord.

vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op

de griffier, de voorzitter,

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst SvB - Functiemenging, m.u.v. horecafuncties)

SBI-1993   SBI-2008    nr.   OMSCHRIJVING    categorie  
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:      
014   016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²   B  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²   B  
0142   0162     KI-stations   B  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1552   1052   2   Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²   B  
1581   1071   1   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg meel/week   B  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
1584   10821   3   - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²   B  
1584   10821   6   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²   B  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   B  
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   B  
176, 177   139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   B  
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   B  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   C  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   B  
205   162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   B  
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   A  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   B  
2223   1814   A   Grafische afwerking   A  
2223   1814   B   Binderijen   B  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   B  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   B  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   A  
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   C  
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   B  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   B  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²   B  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   B  
28   25   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   B  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   B  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   B  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   B  
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   B  
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   B  
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   A  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   B  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   B  
3663.1   32991     Sociale werkvoorziening   B  
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
40   35   C1   - < 10 MVA   B  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
40   35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   A  
40   35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   B  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
40   35   E2   - blokverwarming   B  
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
41   36   B1   - < 1 MW   B  
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
45   41, 42, 43   3   Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2   B  
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
501, 502, 504   451, 452, 454     Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   B  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   A  
5020.5   45205     Autowasserijen   B  
503, 504   453     Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   B  
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   A  
5134   4634     Grth in dranken   C  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   C  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   C  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   C  
514   464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   C  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   C  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
5153   5153   1   - algemeen   C  
5153   4673   2   - indien b.o. =< 2000 m2   B  
5153.4   5153.4   4   zand en grind:      
5153.4   46735   6   - indien b.o. =< 200 m²   B  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
5154   5154   1   - algemeen   C  
5154   4674   2   - indien b.o. =<2.000 m²   B  
5156   4676     Grth in overige intermediaire goederen   C  
518   466   2   Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid   C  
519   466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   C  
52   47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
52   47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   A  
5211/2,5246/9   471     Supermarkten, warenhuizen   B  
5222, 5223   4722, 4723     Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   A  
5224   4724     Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   A  
5231, 5232   4773, 4774     Apotheken en drogisterijen   A  
5249   4778     Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   A  
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   A  
55   55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING    
5552   562     Catering   B  
60   49   -   VERVOER OVER LAND      
6022   493     Taxibedrijven   B  
6024   494   1   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. =< 1.000 m²   C  
603   495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   B  
61, 62   50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
61, 62   50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   A  
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
6321   5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   C  
6322, 6323   5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   A  
633   791     Reisorganisaties   A  
634   5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   A  
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
641   531, 532     Post- en koeriersdiensten   C  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   A  
642   61   B0   zendinstallaties:      
642   61   B2   - FM en TV   B  
65, 66, 67   64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
65, 66, 67   64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   B  
70   41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
70   41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   A  
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
711   7711     Personenautoverhuurbedrijven   B  
712   7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   C  
713   773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   C  
714   772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   C  
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
72   62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   A  
72   58, 63   B   Datacentra   B  
73   72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
732   722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   A  
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
74   63, 69t/m71, 73, 74, 77, 78, 80t/m82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   A  
7481.3   74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   C  
7484.4   82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   A  
75   84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
75   84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   A  
7525   8425     Brandweerkazernes   C  
80   85   -   ONDERWIJS      
801, 802   852, 8531     Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   B  
803, 804   8532, 854, 855     Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   B  
85   86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8512, 8513   8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   A  
8514, 8515   8691, 8692     Consultatiebureaus   A  
853   871   1   Verpleeghuizen   B  
853   8891   2   Kinderopvang   B  
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   3700   B   rioolgemalen   B  
91   94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
9111   941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   A  
9131   9491     Kerkgebouwen e.d.   B  
9133.1   94991   A   Buurt- en clubhuizen   B  
92   59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
9213   5914     Bioscopen   C  
9232   9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   C  
9234   8552     Muziek- en balletscholen   B  
9234.1   85521     Dansscholen   B  
9251, 9252   9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   A  
926   931   0   Zwembaden: overdekt   C  
926   931   A   Sporthallen   B  
926   931   B   Bowlingcentra   B  
926   931   0   Schietinrichtingen:    
926   931   2   - binnenbanen: boogbanen   A  
926   931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   B  
9271   9200     Casino's   C  
9272.1   92009     Amusementshallen   B  
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   B  
9301.3   96013   B   Wasserettes, wassalons   A  
9302   9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   A  
9303   9603   0   Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra   A  
9304   9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   B  
9305   9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   A  

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Categorie 1 (ondergeschikte horeca)

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

Categorie 2 (logies of zaalaccommodatie)

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten.

Categorie 3 (lichte horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis.

Categorie 4 (middelzware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé.

Categorie 5 (zware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren, zoals, een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum.

Bijlage 3 Lijst van parkeernormen

De parkeernormen in deze lijst zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317. De volgende normen, uitgedrukt in het aantal parkeerplaatsen per woning, zitplaats, baan dan wel brutovloeroppervlak (afgekort: bvo) zijn van toepassing. Voor dit gebied geldt een norm voor sterk stedelijk gebied in de rest bebouwde kom.

Bedrijfsverzamelgebouw   3,0 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief   1,1 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief   2,3 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie)   2,4 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Kantoor (zonder baliefunctie)   1,8 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Supermarkt:
Buurtsupermarkt
Discountsupermarkt
Full service supermarkt (laag en middellaag prijsniveau)
Full service supermarkt (middelhoog en hoog prijsniveau)  

4,2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo
7,1 parkeerplaatsen per 100 m² bvo
6,1 parkeerplaatsen per 100 m² bvo
5,6 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Tuincentrum (incl. buitenruimte)   2,7 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Kringloopwinkel   1,7 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Café/Bar/Cafetaria   6,7 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Restaurant   13,3 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Biljart-/snookercentrum   1,5 parkeerplaatsen per tafel  
Partycentrum (regulier gebruik t.b.v. muziek-/dansevenementen)   9,5 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Congrescentrum (zonder regulier gebruik t.b.v. muziek-/dansevenementen)   5,0 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Theater   10,7 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Wellness   9,3 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Kinderspeelcentrum   7,4 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Gezondheidscentrum   2,3 parkeerplaatsen per behandelkamer  
(Tand)arts/Maatschap/Therapeut   2,5 parkeerplaatsen per behandelkamer (met een minimum van 3 parkeerplaatsen per praktijk)  
Sociaal cultureel centrum / wijkgebouw   2,9 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Kerk, religieuze instelling   0,2 parkeerplaatsen per bidplaats  
Crèche/Peuterspeelzaal/KDV   1,2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo ten behoeve van personeel (exclusief halen en brengen; berekenen op basis van rekentool CROW)  
Basisschool   1 parkeerplaats per leslokaal ten behoeve van personeel (exclusief halen en brengen; berekenen op basis van rekentool CROW)  
Middelbare school   5,0 parkeerplaatsen per 100 leerlingen  
Avondonderwijs/vrijetijdsonderwijs(cursus aan huis/workshops)   6,7 parkeerplaatsen per 10 studenten  
Dagopvang /dagbesteding   0,8 parkeerplaats per werknemersplaats  
Verpleeg- en verzorgingshuis   0,7 parkeerplaats per wooneenheid  
Sporthal/gymzaal (met avondfunctie)   2,8 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Sportschool/dansstudio/fitnessstudio   4,9 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Tennisclub   2,9 parkeerplaatsen per baan  
Squashbaan/hal   1,9 parkeerplaatsen per baan  
Sportvelden   25,6 parkeerplaatsen per hectare netto terrein  
Volkstuinen   1,4 parkeerplaatsen per 10 tuinen  
Kinderboerderij   11,4 parkeerplaatsen per hectare netto terrein  
Jachthaven   0,7 parkeerplaats per ligplaats  
Koopwoning (grondgebonden):
Vrijstaand
Twee-onder-een-kap
Tussen/hoek  

2,1 parkeerplaatsen per woning
2,0 parkeerplaatsen per woning
1,8 parkeerplaatsen per woning  
Koopappartement
> 120 m2 gbo
91-120 m2 gbo
61-90 m² gbo  

1,9 parkeerplaatsen per woning
1,7 parkeerplaats per woning
1,5 parkeerplaatsen per woning  
Huurwoning (grondgebonden):
Vrije sector
Sociaal  

1,8 parkeerplaatsen per woning
1,5 parkeerplaatsen per woning  
Huurappartement
> 90 m² gbo
61-90 m² gbo < 60 m² gbo  

1,7 parkeerplaatsen per woning
1,3 parkeerplaatsen per woning
1,0 parkeerplaatsen per woning  
Studentenwoning   0,3 parkeerplaats per kamer  
Kamerverhuur, zelfstandig (niet-studenten)   0,7 parkeerplaats per kamer  
Aanleunwoning, serviceflat (zelfstandige woning met beperkte voorziening)   1,1 parkeerplaatsen per woning  

De parkeernormen voor niet genoemde functies worden door de verkeerskundig specialist van de gemeente Almere op basis van de meeste recent gepubliceerde kengetallen CROW, publicatie 317, gesteld. De gemeente is verantwoordelijk voor het aandeel parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Om overmaat te voorkomen wordt daarbij de parkeerbalans gehanteerd. Met dit instrument wordt de (on)balans tussen parkeervraag en parkeeraanbod binnen een bepaald gebied in kaart gebracht, zodat parkeeroplossingen op maat kunnen worden aangeboden. Of gecombineerd gebruik van parkeerplaatsen mogelijk is, zal per situatie beoordeeld moeten worden. In de balans kan worden gerekend met dubbelgebruik, hiervoor is het noodzakelijk dat parkeerplaatsen te allen tijden openbaar toegankelijk zijn. Voor deze berekeningen worden aanwezigheidspercentages gehanteerd. Ook de aanwezigheidspercentages worden door de verkeerskundig specialist van de gemeente Almere vastgesteld op basis van eerder genoemde publicatie.

Bijlage 4 Waarde - Archeologie 5

xx.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het gebied.

xx.2 Bouwregels

Op de in lid xx.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend definitief
archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

xx.3 Afwijken van de bouwregels

  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid xx.2 bedoelde verbod voor
    het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

xx.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden

  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
    • 8. Alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein
  • b. Het verbod als bedoeld in lid xx.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.

xx.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn ondergebracht.