direct naar inhoud van Bijlagen bij de toelichting
Plan: Havenhoofd en havenkom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1A11-vg01

Bijlagen bij de toelichting

 

Bijlage 2 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemeninging horeca

Inleiding

Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in een bestemmingsplan vast te leggen wordt gebruikgemaakt van een milieuzonering. Milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:

  • geluid;
  • geur;
  • stof;
  • gevaar (met name brand- en explosiegevaar).

Daarnaast kan de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn.

In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) zijn twee voorbeeldstaten voor milieuzonering opgenomen, namelijk de 'Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' en de 'Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten '. In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen) wordt de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging toegepast. In de VNG-publicatie is aangegeven dat bij functiemengingsgebieden kan gedacht worden aan:

  • stadscentra, dorpskernen en winkelcentra;
  • horecaconcentratiegebieden;
  • zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen;
  • (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid.

Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging worden toegepast.

De activiteiten in functiemengingsgebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om:

  • kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid;
  • bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden noodzakelijkerwijs alleen in de dagperiode plaatsvindt;
  • activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden.

Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging

De Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging in dit bestemmingsplan is gebaseerd op de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging. Op twee onderdelen wijkt de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging in dit bestemmingsplan echter af:

  • 1. alleen de toelaatbaarheid van bedrijven en horeca zijn gekoppeld aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten- Functiemenging zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definities van bedrijf en horeca volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan. De overige functies zijn in dit plan geregeld via de doeleindenomschrijvingen van de bestemmingen;
  • 2. bij de totstandkoming van de lijst is gekeken of de activiteiten van de bedrijven al dan niet in het plangebied thuishoren. Bedrijfsactiviteiten die niet passend zijn voor het plangebied zijn niet in de lijst opgenomen.

Categorie-indeling functiemenging

De Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging hanteert de volgende drie categorieën met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid:

Categorie A

Activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.

Categorie B

Activiteiten die in gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden. Onder bouwkundig afgescheiden wordt door ons begrepen dat de panden los van elkaar dienen te staan of dat er andere bouwkundige voorzieningen getroffen zijn waardoor milieubelasting voorkomen wordt op vergelijkbare wijze als bij bouwkundige afscheiding.

Categorie C

De activiteiten zoals genoemd onder B, waarbij vanwege de relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen.

Flexibiliteit

De Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. De inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne bedrijfsvoering. Daardoor komen in de praktijk een tweetal type situaties voor waarin de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging niet voldoende soelaas biedt. Hierna gaan we in op de twee situaties.

  • 1. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten- Functiemenging is verondersteld. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten- Functiemenging en een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de SvB 'functiemenging' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal 1 categorie (dus bijvoorbeeld categorie B in plaats van A). Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen, moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie.
  • 2. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het bevoegd gezag vestiging van een dergelijk bedrijf kan toestaan via een omgevingsvergunning waarbij afgeweken wordt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging. Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen, moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven.