direct naar inhoud van 3.4 Landschap
Plan: Buitengebied, partiële herziening diverse percelen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP098Buitengebied-50oh

3.4 Landschap

Een landschap vormt zich door de eeuwen heen. Door natuurlijke en klimatologische omstandigheden. En door menselijk ingrijpen. Voor de vorming van het landschap in Hoogezand-Sappemeer heeft menselijk ingrijpen, in de vorm van systematische ontginning van het veen, een grote rol gespeeld. De veenontginning stond aan de basis van de verschillende in de gemeente voorkomende landschapstypen. Door kennis van de totstandkoming van een landschap, kunnen structuren en karakteristieke waarden in het landschap worden herkend en van passende bescherming worden voorzien.

In het bestemmingsplan Buitengebied 1993 is zorgvuldig bekeken welke gebieden karakteristiek zijn en daarom extra bescherming behoeven. Deze bescherming is vormgegeven door scherper dan elders grenzen te stellen aan bebouwings- en gebruiksmogelijkheden, zoals het uitsluiten van houtteelt in open gebied, het dempen van sloten en wijken en aan het aanbrengen van ophogingen of verrichten van afgravingen.

De afweging die hierover in het bestemmingsplan Buitengebied van 1993 is neergelegd (waar het landschap grote kwaliteiten heeft, moet het bestemmingsplan die kwaliteiten beschermen) is nog altijd actueel. Ook in het basis bestemmingsplan Buitengebied is een waarborg opgenomen voor het behoud en de bescherming van de open en veenkoloniale landschapswaarden met reliëf, opstrekkende verkaveling, kenmerkende watergangen en archeologische waardevolle terreinen. Ook besteedt dit bestemmingsplan aandacht aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Afwijkend ten opzichte van het voorontwerp van dit bestemmingsplan uit 2006, is de toevoeging van de beleidslijn voor het behoud van de karakteristiek van bebouwingslinten.

Belangrijkste beleidslijnen voor het basis bestemmingsplan

  • 1. Het landschap en de natuurwaarden blijven beschermen;
  • 2. De Ecologische Hoofdstructuur en de verbindingszones in de toelichting aangeven en zoveel mogelijk via de regels beschermen;
  • 3. Beschermen van karakteristieke linten en gebouwen;
  • 4. Nadrukkelijk aandacht besteden aan bescherming van de archeologische waarden in het plangebied;
  • 5. Landschappelijke waarden zijn leidraad bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.