direct naar inhoud van Artikel 17 Verkeer
Plan: Woongebieden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP096Woongebieden-31va

Artikel 17 Verkeer

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor de hoofdfuncties:

  • a. openbaar vervoer;
  • b. parkeren, parkeerterrein, parkeervoorzieningen;
  • c. railverkeer, alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer';
  • d. tunnel;
  • e. wegverkeer;
  • f. verblijfsgebied;

en voor de ondergeschikte functies:

  • g. geluidscherm, geluidswal;
  • h. groen, groenvoorziening;
  • i. nutsvoorziening;
  • j. horeca en detailhandel;
  • k. speelvoorziening, sportvoorziening;
  • l. water, waterberging;
  • m. kunstwerken.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegelaten, bestaande gebouwen uitgezonderd.

17.2.2 Licht- en vlaggenmasten

Licht- en vlaggenmasten zijn toegelaten tot 5 meter hoogte.

17.2.3 Overige andere bouwwerken

Overige andere bouwwerken zijn toegelaten tot 3 meter hoogte.

17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits hierbij

  • geen sprake is van verslechtering van de samenhang van het straat- en bebouwingsbeeld, en
  • sprake is van een goede woonsituatie (lichttoetreding, uitzicht en privacy), en
  • sprake is van een sociaal en verkeersveilige invulling, en
  • geen sprake is van verslechtering van de milieusituatie, en
  • geen sprake is van een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen,

met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
  • b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde in 17.2.3 en toestaan dat overige andere bouwwerken worden opgericht tot 5 meter hoogte.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.2 onder b. van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
  • c. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) vaar-, vlieg- of voertuigen;
  • d. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, een horecabedrijf en/of seksinrichting.