direct naar inhoud van 5.8 Natuur
Plan: Bedrijventerreinen Hoogezand-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP092HzWest-30va

5.8 Natuur

5.8.1 Algemeen

De bescherming van natuurgebieden wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet. Deze wet is op 1 oktober 2005 in werking getreden. Op Europees niveau regelt de Natuurbeschermingswet het een en ander over Natura 2000 gebieden. Dit is een omvangrijk Europees netwerk van natuurgebieden. Op nationaal niveau biedt de Natuurbeschermingswet de juridische basis voor het Natuurbeleidsplan en de aanwijzing van te beschermen gebieden in Nederland.

De soortbescherming is in de Flora- en faunawet geregeld. Deze wet is op 1 april 2002 in werking getreden. In de Flora- en faunawet heeft de overheid van nature in Nederland voorkomende planten- en diersoorten aangewezen die beschermd moeten worden. Ook beschermde soorten die onder de Europese richtlijnen vallen zijn hierin opgenomen (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn). Een initiatiefnemer moet vooraf inventariseren welke beschermde soorten aanwezig zijn in een gebied waar een ingreep is gepland. Ook moet hij in redelijkheid alles doen of laten om te voorkomen, of zoveel mogelijk te beperken, dat de artikelen 8 tot en met 12 van de Flora- en faunawet worden overtreden (verbodsbepalingen nadelige handelingen beschermde plant- en diersoorten). Voor vogels betekent dit onder meer dat in het broedseizoen geen werkzaamheden mogen plaatsvinden die broedende vogels of hun nesten kunnen schaden (weidevogels 1 april t/m 15 juni, overige soorten 15 maart t/m 15 juli).

5.8.2 Ecologische Basiskaart

De gemeente Hoogezand-Sappemeer wil bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen een volwaardige plaats toekennen aan de natuurwaarden in het betreffende gebied. Om dit streven waar te kunnen maken zijn voor de hele gemeente de natuurwaarden in kaart gebracht in de vorm van een Ecologische Basiskaart ("Ecologische Basiskaart Gemeente Hoogezand-Sappemeer", Altenburg & Wymenga, januari 2007). Hierop staan alle beschermde natuurgebieden aangegeven en is een inventarisatie van beschermde soorten weergegeven. De kaart vormt dan ook de basis om in een vroegtijdig stadium ecologische waarden in een plangebied te onderkennen om deze vervolgens te beoordelen in relatie tot de ruimtelijke ontwikkeling.

Voor de kaart is geput uit gegevens van diverse landelijke natuur- en landschapsorganisaties. Daarnaast is veel waardevolle informatie op lokaal niveau verkregen door gesprekken met in de gemeente werkzame organisaties en actieve natuurgroeperingen. Voor de basiskaart is geen veldonderzoek verricht. De Ecologische Basiskaart dient, zoals de benaming al aangeeft, als een basisdocument. Wanneer uit de basiskaart blijkt dat in het betreffende gebied zwaar- of middelzwaar beschermde soorten voorkomen (in het kader van de Flora- en faunawet), zal een afwegingsmodel behorende bij de basiskaart duidelijk moeten maken of een nader veldonderzoek noodzakelijk is. Het vaste voornemen is de basiskaart constant actueel te houden en aan te vullen met nieuwe gegevens. Ook hierbij wordt veel waarde gehecht aan de inbreng van lokale groeperingen en belangstellenden.

Bij de ecologische beoordeling van het plangebied is gebruik gemaakt van de Ecologische Basiskaart. Gekeken is welke status het plangebied heeft en wat zijn ligging ten opzichte van natuurgebieden is. Hierna wordt verslag gedaan van alle voorkomende beschermde soorten zoals geïnventariseerd op de Ecologische Basiskaart.

Gebiedsbescherming

De polders ten zuiden van het plangebied en aan de overzijde van de spoorlijn zijn volgens het bestemmingsplan voor het buitengebied aangewezen als natuurgebied. De polders zijn tevens vogelrichtlijngebieden. De polders en het Foxholstermeer (ook natuurgebied) worden door wintervogels gebruikt als foerageergebied. Aan de noordzijde van het plangebied, in de omgeving van Westerbroek worden ook een aantal natuurgebieden aangetroffen. Vooral aan de zuidzijde grenzen bedrijventerreinen en natuurgebied voor een deel aan elkaar. De scheiding in het veld is echter bijzonder strikt; een spoorlijn, een groenstrook en een doorgaande weg. De afstand met de natuurgebieden nabij Westerbroek is veel groter. Ook hier is sprake van een duidelijke scheiding, namelijk het Winschoterdiep. Door de provincie wordt momenteel, in samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied, gezocht naar een ecologische route die de beide genoemde natuurgebieden met elkaar moet verbinden. Het passeren van de beschreven abrupte grenzen, vooral het Winschoterdiep, maar ook het bedrijventerrein zelf vormen hierbij een uitdaging, waarbij de gemeente uitdrukkelijk aantekent dat de plannen niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit en kwantiteit van het bedrijventerrein.

Soortbescherming

Wanneer we ons richten op het plangebied behorende bij dit bestemmingsplan, blijkt het navolgende. Daarbij moet overigens steeds bedacht worden, dat het in casu gaat om een actualiserend en conserverend bestemmingsplan van een bestaand bedrijventerrein, waar ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen geen nieuwe ruimtelijke claims worden gedaan.

Vanwege de ligging nabij de natuurgebieden bij Westerbroek komen in het plangebied nabij Waterhuizen de meeste waardevolle diersoorten voor. Het gaat dan om de middelzwaar beschermde soorten als eekhoorn en steenmarter (de laatste is veel voorkomend in bebouwde gebieden). Het is niet waarschijnlijk te achten, dat de eekhoorn in het plangebied zelf op het bedrijveneiland Waterhuizen voorkomt. De eekhoorn verkiest namelijk plekken met oude bomen. Daarnaast is de waterspitsmuis in de omgeving van Waterhuizen gesignaleerd. Hij zal zijn habitat dan hebben in de natte oevers van het Winschoterdiep. De waterspitsmuis is zwaar beschermd evenals de verschillende soorten vleermuizen die over de gehele gemeente voorkomen, dus ook in dit plangebied. Rondom Waterhuizen zijn zeven verschillende soorten gesignaleerd, in het overige deel van het plangebied gaat het om twee soorten. Beschermde libelles komen in het plangebied niet voor. Van zwaar beschermde florasoorten is, voor zover bekend, geen sprake.

De vleermuizensoorten komen verspreid over het plangebied voor en zijn overigens gemeentebreed algemeen voorkomend. Aangezien het bestemmingsplan niet betrekking heeft op sloop van gebouwen of oude bomen of boomsingels, heeft het vaststellen van het onderhavige bestemmingsplan op zich geen nadelige effecten voor het leefgebied van de vleermuis. Ook voor de andere soorten levert het bestemmingsplan geen verstoring op. Vooral omdat het bestemmingsplan de huidige situatie bestendigt en geen nieuwe ontwikkelingen toestaat.

Wanneer er zich op basis van dit bestemmingsplan ontwikkelingen voordoen die verstorend zouden kunnen zijn voor de habitat van de genoemde vleermuizen of de andere beschermde soorten - dit is vooral aan de orde bij sloop van gebouwen of een combinatie van sloop en herbouw - zal door ons een nader onderzoek worden gevraagd teneinde de mate van de verstoring te kunnen bepalen. Dit laatste geldt overigens voor alle ruimtelijke ingrepen die mogelijk leiden tot verstoring of vernietiging van beschermde soorten. Indien noodzakelijk zal soortontheffing worden aangevraagd op grond van de Flora- en Faunawet.