Bedrijventerreinen Hoogezand-West

5.7 Externe veiligheid

5.7.1 Algemeen

Beleid en regels voor externe veiligheid draaien om de beheersing van risico's die worden veroorzaakt door de opslag, de overslag, het bewerken, het verwerken en het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Het werken met gevaarlijke stoffen is sinds 1 juni 2007 geregeld in de rechtstreeks werkende stoffenverordening van de EU (REACH). REACH staat voor Registratie, Evaluatie, beperkende maatregelen en Autorisatie van CHemische stoffen. De Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) is hiermee komen te vervallen. Voor enkele onderdelen van de Wms die niet in REACH worden geregeld, zijn opgenomen in Hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer. Het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt geregeld met de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs). De uitwerking van deze wetten is geregeld in diverse zogenaamde Algemene maatregelen van bestuur, en vooruitlopend daarop in diverse circulaires.

Het eerste uitgangspunt bij het externe veiligheidsbeleid is dat het risico bij de bron zoveel mogelijk wordt gereduceerd. Wanneer dat niet of onvoldoende mogelijk is, moet er afstand gecreëerd worden tussen de bron en de kwetsbare objecten (woningen, scholen, ziekenhuizen) alsmede de minder kwetsbare objecten (kantoren en bedrijven) in de omgeving. In het huidige risicobeleid is uitgangspunt dat het risico van een activiteit acceptabel is, wanneer:

• Op een bepaalde plaats een daar aanwezig individu geen hogere kans heeft op overlijden dan maatschappelijk geaccepteerd is (het zogenaamde 'plaatsgebonden risico', voorheen 'individueel risico' genoemd);
• de kans op een groot ongeluk met veel slachtoffers en ontwrichting van de samenleving voldoet aan de daaraan gestelde norm (het 'groepsrisico').

Als algemeen uitgangspunt geldt dat het plaatsgebonden risico niet groter mag zijn dan een kans van 1 op een miljoen (10-6 ), dat wil zeggen de kans dat een persoon die in de omgeving van een risicovol bedrijf verblijft en overlijdt als gevolg van een ongewoon ongeval met een gevaarlijke stof. Dit plaatsgebonden risico is als een contourlijn met de aanduiding 'veiligheidszone-bevi' op de planverbeelding aan te geven rond de gevaarlijke activiteit van het bedrijf. Binnen het plaatsgebonden risico dienen geen kwetsbare objecten (bijvoorbeeld woningen) te zijn gelegen. Naast het plaatsgebonden risico, dient bij het opstellen van een bestemmingsplan ook rekening te worden gehouden met het groepsrisico. Het groepsrisico is het risico dat een groep mensen van een bepaalde omvang overlijdt als gevolg van een ongeval in een bedrijf, waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het groepsrisico wordt bepaald binnen het invloedgebied van het bedrijf (dat wil zeggen binnen het gebied waar nog tot 1% van de daar aanwezige personen kan overlijden). Voor een aanvaardbaar groepsrisico gelden geen wettelijke normen. Er dient een maatschappelijke afweging te zijn of het groepsrisico in het concrete geval aanvaardbaar is, gelet op alle betrokken belangen.

5.7.2 Veiligheid bedrijventerreinen Hoogezand-West

Voor de vernieuwing van dit bestemmingsplan is door het Steunpunt Externe Veiligheid Groningen onderzocht in hoeverre de paragraaf over externe veiligheid uit het oude plan nog voldeed aan de huidige situatie. Het gehele onderzoek is in bijlage Bijlage 5 Externe veiligheid te vinden.

Naar aanleiding van de aanwezige bedrijven op het bedrijventerrein zijn een aantal contouren op de plankaart aangebracht als veiligheidszone-bevi. Binnen deze zones geldt dat geen kwetsbare objecten als woningen en/of grote kantoren mogen worden opgericht. Dit is geregeld in de regels van het bestemmingsplan.

Verder gaat het onderzoek in op het groepsrisico en in hoeverre deze aanvaardbaar is. Belangrijk hierbij is dat de bestemmingsplanregels het vestigen van grote kantoren en woningen uitsluiten. De Wet milieubeheer blijft primair toetsingskader bij vestigingsmogelijkheden van nieuwe bedrijven.