direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Wijzigingsplan Smidshornerweg 10b, Niekerk
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.WZBG12HERS1-VA01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Vigerend bestemmingsplan

Op de planlocatie is het beleid uit het bestemmingsplan "Buitengebied Grootegast" van gemeente Grootegast, vastgesteld door de gemeenteraad op 1 juni 2010, onverkort van toepassing. Op dit plan is op 13 juli 2010 door de provincie Groningen een reactieve aanwijzing op het bestemmingsplan "Buitengebied Grootegast" gegeven. Deze reactieve aanwijzing heeft echter geen betrekking op de vormverandering van agrarische bouwpercelen en is daarom niet van toepassing op onderhavig project.

Zoals te zien in de volgende figuur is de planlocatie aan de Smidshornerweg 10b te Niekerk gelegen in een gebied met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2' (artikel 5) en de dubbelbestemming 'Waarde - Besloten gebied' (artikel 35). Een deel van de planlocatie is gelegen in de bestemming 'Agrarisch' (artikel 3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.WZBG12HERS1-VA01_0008.jpg" Uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan
Bron: Gemeente Grootegast.

In onderhavige situatie is sprake van een vormverandering van het agrarisch bouwvlak. De voorgenomen ontwikkeling kan mogelijk worden gemaakt middels een wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan "Buitengebied Grootegast". Deze wijzigingsbevoegdheid luidt als volgt:

"Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in:

in een agrarische bedrijfsbestemming ten behoeve van wijziging van de vorm van het bestemmingsvlak van de agrarische bedrijfsbestemming, indien en voor zover:

  • 1. de gronden grenzen aan een agrarische bedrijfsbestemming en de wijziging plaatsvindt in dezelfde agrarische bedrijfsbestemming;
  • 2. de gronden niet de dubbelbestemming 'Waarde - Pingoruïne' hebben;
  • 3. gelijktijdig de agrarische bedrijfsbestemming wordt gewijzigd in een aansluitende agrarische gebiedsbestemming;
  • 4. de oppervlakte van het bestemmingsvlak van de agrarische bedrijfsbestemming na wijziging niet is vergroot;"

Ad. 1:
De gronden waarop de voorgenomen wijziging gepland is grenzen aan een agrarische bedrijfsbestemming. De gronden zullen na wijziging dezelfde bedrijfsbestemming krijgen als de naastgelegen bestemming.

Ad. 2:
Er is geen sprake van een dubbelbestemming 'Waarde - Pingoruïne'.

Ad. 3:
Het deel van de agrarische bedrijfsbestemming dat met de wijziging komt te vervallen zal worden omgezet in de bestemming 'Agrarisch', en sluit daarmee aan bij de aansluitende bestemming.

Ad. 4:
De oppervlakte van het bestemmingsvlak zal met de voorgenomen wijziging niet worden vergroot.

Daarnaast is er in artikel 47.2 van het bestemmingsplan "Buitengebied Grootegast" een algemeen afwegingskader voor alle wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Deze luidt als volgt:

"Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de waarden, welke het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • c. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • d. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • e. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden waarbij sprake is van vergroting of verandering van het bestemmingsvlak van de agrarische bedrijfsbestemming, van wijziging van een agrarische bedrijfsbestemming ten behoeve van een groter bouwperceel of in een bestemming Agrarisch - Kwekerij, Agrarisch - Paardenhouderij of Sport - Manege wordt gemotiveerd aangegeven:

  • f. dat de historisch gegroeide landschapsstructuur wordt gerespecteerd;
  • g. dat rekening is gehouden met afstand tot andere ruimtelijke elementen;
  • h. dat de infrastructurele ontsluiting toereikend is;
  • i. dat de ordening, maatvoering en vormgeving van bedrijfsgebouwen evenwichtig is;
  • j. dat de erfinrichting inpasbaar is in het landschapstype;
  • k. dat de wenselijkheid wordt onderzocht om de voor de bedrijfsvoering niet meer in gebruik zijnde opstallen (met uitzondering van monumentale of karakteristieke gebouwen) op het bouwperceel (en bij verplaatsing op het verlaten bouwperceel) te slopen."

Ad. a:
De planlocatie is in een waardevol besloten gebied gelegen. Met de voorgenomen ontwikkeling zal geen sprake zijn van aantasting van de beslotenheid van het betreffende gebied.

Ad. b:
Met de voorgenomen ontwikkeling zullen geen omwonenden, omliggende bedrijven en/of nabijgelegen bestemmingen in de ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt.

Ad. c:
Het plan wordt uitvoerbaar geacht op de genoemde aspecten, zoals is aangetoond in hoofdstuk 4.

Ad. d:
De landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond middels een keukentafeltraject tussen de gemeente, de initiatiefnemer en de Stichting Libau, waarbij de Stichting Libau, in overleg met gemeente en initiatiefnemer, een landschappelijk inpassingsplan heeft opgesteld (zie bijlage 1). Middels een overeenkomst is de uitvoering van dat plan vastgelegd.

Ad. e:
De verkeerssituatie zal niet nadelig worden beïnvloed, zoals is aangetoond in de paragraaf "Verkeer en parkeren" (paragraaf 4.3).

Ad. f:
De historische landschapsstructuur zal worden gerespecteerd, zoals is aangetoond in de paragraaf "Cultuurhistorie" (paragraaf 4.4.2).

Ad. g:
Er is uitgegaan van de normafstanden tot andere ruimtelijke objecten zoals zijn opgenomen in de handreiking "Bedrijven en Milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Aan deze afstanden wordt voldaan.

Ad. h:
De infrastructurele ontsluiting is toereikend.

Ad. i:
De vormgeving en maatvoering van gebouwen zal aansluiten op de bestaande bebouwing. Hierover is in het inpassingsplan een en ander opgenomen.

Ad. j:
De erfinrichting is inpasbaar in het landschapstype. Hiervoor is een inpassingsplan opgesteld.

Ad. k:
Er is geen sprake van niet meer in gebruik zijnde bebouwing.

Aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid kan worden voldaan. Hierdoor past de voorgenomen ontwikkeling binnen de wijzigingsbevoegdheid van de gemeente. Voorliggend document dient ter verantwoording van de te doorlopen wijzigingsprocedure conform artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro).