Bestemmingsplan Oostelijke Ringweg, Groningerweg

3.4 Water

De watertoets vormt een onderdeel van de startovereenkomst Waterbeleid in de 21e eeuw, een gezamenlijk stuk van de VNG, de provincies, het Rijk en de Unie van Waterschappen. In het kader daarvan dient in de totstandkoming van ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met de belangen van het water. Dit plangebied valt in het werkgebied van Waterschap Noorderzijlvest. In het kader van de watertoets is contact gezocht met het waterschap. Het waterschap heeft in het voortraject zijn uitgangspunten kenbaar gemaakt.

De Oostelijke Ringweg ligt in de huidige situatie bij Beijum-Noord vanaf de Beijumerweg tot de Noordzeeweg hoger dan het omliggende gebied. Het hemelwater dat op het verharde oppervlak terecht komt, wordt opgevangen in de berm en via het grondlichaam (talud) afgevoerd naar hoofdwatergangen ter weerszijden van de Ringweg. Deze hoofdwatergangen zijn gelegen binnen het peilgebied Beijum-Ringsloot waarvan het peil wordt bepaald door een stuw welke is gelegen lang de Beijumerweg ter hoogte van het Spakenpad. Het gedeelte van de Ringweg zuidelijk van de Beijumerweg ligt in een ingraving. Het afstromende hemelwater wordt ondergronds opgevangen en afgevoerd naar een gemaal welke is gelegen aan de Amkemaheerd nabij de westelijke oprit naar de Ringweg. De sloten aan de andere zijde van het Boterdiep zijn gelegen in het peilgebied Witte Lam welke wordt geregeld door de stuw welke is gelegen in het gebied tussen de N46 en de Groningerweg even ten zuiden van Zuidwolde. Daarnaast bevindt zich nabij Hornbach het gemaal Stad & Lande. Dit zogenaamde bodemdalingsgemaal bemaalt het bovenstroomse deel van het Boterdiep (2e schil Electraboezem) en slaat dit uit op het Boterdiep dat in open verbinding staat met het Van Starkenborghkanaal (Electraboezem). De oevers ter weerszijden van het Boterdiep hebben een waterkerende functie en zijn opgenomen in de legger van de Regionale keringen van waterschap Noorderzijlvest.
Het beschreven systeem blijft na reconstructie gehandhaafd. Omdat er (nagenoeg) geen toename van het verhard oppervlak plaatsvindt, treedt er geen verslechtering op ten opzichte van de huidige situatie.

Als gevolg van de reconstructie wordt wel een aantal watergangen ingekort c.q. deels gedempt. Deze worden in hetzelfde peilgebied en hetzelfde plangebied ruimschoots gecompenseerd zodat de totale wateroppervlakte niet afneemt. De toetsing hiervan vindt plaats bij de aanvraag van de watervergunning.

Het waterschap heeft aangegeven dat, gezien de eventueel geringe toename van het verhard oppervlak er geen extra waterberging gezocht hoeft te worden.

Ten aanzien van water bestaan er geen belemmeringen voor de reconstructie van de aansluiting Groningerweg en Beijum-noord.