direct naar inhoud van 3.3 Water
Plan: Bestemmingsplan Van Heemskerckstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01

3.3 Water

Waterbeleid

Het waterbeleid voor Groningen is vastgelegd in 'Waterwerk', het Groninger water- en rioleringsplan 2009-2013. Daarnaast wordt gewerkt volgens de stedelijk wateropgave van het waterschap Noorderzijlvest en van het waterschap Hunze en Aa's.

In onderstaande tabel is het beleidskader weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01_0013.jpg"

Het beleid is vertaald in ambities voor de Gemeente Groningen. De centrale ambitie is het streven naar een duurzaam stedelijk waterbeheer. Doelen bij het duurzaam stedelijk waterbeheer zijn onder meer:

  • Inspelen op klimaatveranderingen.
  • Voorkomen en beperken van wateroverlast.
  • Inrichten en beheren van het water op een wijze die aansluit bij natuurlijke processen.
  • Verhogen van de natuurwaarde van wateren en oevers.
  • Bevorderen van recreatief medegebruik van water en oevers.
  • Verbeteren van de leefomgevingkwaliteit in de wijken.
  • Zuiniger omspringen met drinkwater en grondwater.
  • Vergroten van het maatschappelijke draagvlak voor duurzaam waterbeheer.

Duurzaam stedelijk waterbeheer moet dus leiden tot een natuurlijker functionerend watersysteem. Dit kan worden gerealiseerd door een scala aan maatregelen, zoals waterbesparing, het voorkomen en zonodig terugdringen van verontreinigingen en het natuurlijker inrichten van waterlopen en vijvers.

De natuurlijke relatie van water met zijn omgeving ligt in steeds sterkere mate (mede) ten grondslag aan de ruimtelijke ontwikkeling. Het water als medeordenend principe. Water legt verbindingen tussen bodem, natuurlijke ontwikkeling en de gesteldheid en beleving van de woon- en werkomgeving.
Bij de planvorming wordt in een vroegtijdig stadium overleg met waterbeheerders gezocht (watertoets). In het kader van de watertoets zal nadere uitwerking van de principes van afwatering en ontwatering in relatie tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit plaats moeten vinden in overleg met de waterbeheerder. De locatie valt binnen het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap vervult een adviserende en toetsende rol.

Functies

Groningen is een waterrijke stad en het water in de stad is zeer divers. Aan elk water in de stad is een functie toegekend. Voor elke functie is een streefbeeld opgesteld, en dit streefbeeld bepaalt het onderhoud en beheer. Functiegericht beheer en onderhoud sluit aan bij de centrale ambitie op watergebied: het streven naar een duurzaam stedelijk waterbeheer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01_0014.jpg"

huidige waterfunctie

In het gebied van het bestemmingsplan komen de volgende functies voor:

  • Stedelijk Natuurwater: dit water bestaat uit de wateren in de stedelijke groengebieden die onderdeel zijn van de Stedelijke Ecologische Structuur (SES). Ze hebben een zeer goede waterkwaliteit. De oever- en watervegetatie is een wezenlijk onderdeel van de biotoop.
  • De watergang op het Encehaterrein is niet geclassificeerd en zal vermoedelijk hoofdzakelijk dienen voor de afvoer en drooglegging van het gebied. Dit zal bij ontwikkeling nader onderzocht moeten worden.

Waterberging

In het gebied is onvoldoende waterberging aanwezig om het neerslagoverschot dat tijdens het klimaatscenario T=100+10% optreedt te bergen. De maximale waterstandstijging bedraagt meer dan 1,50 meter in de Zeeheldenbuurt. De lagere delen in het gebied lopen risico op wateroverlast. In onderstaande figuur is de ligging van deze kritieke punten weergegeven (Bron Stedelijke Wateropgave).

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01_0015.jpg"

stedelijke wateropgave

Water en riolering bij in- en uitbreidingen

Bij ontwikkelingen in het gebied moet rekening gehouden worden met de gevolgen van een toename van verhard en bebouwd oppervlak. Door deze verdere verstedelijking komt regenwater sneller tot afstroming. Voor het bestaande watersysteem betekent deze toename een extra belasting en moet meer water worden geborgen. Hiervoor wordt door de waterschappen een compensatie in de vorm van oppervlaktewater vereist. Als vuistregel wordt een compensatie van 10% van de toename van het verhard en / of bebouwd oppervlak in de vorm van oppervlaktewater geëist, mits de toename van het verhard oppervlak meer dan 750 m2 bedraagt. Als de toename van het verhard oppervlak minder dan 750m2 bedraagt is in de regel geen compensatie nodig.

Indien watergangen gedempt worden door nieuwe ontwikkelingen moet dit volledig gecompenseerd worden door de aanleg van nieuwe watergangen/partijen. Het water moet indien mogelijk vertraagd afvoeren op de bestaande hoofdwatergangen door het plangebied.

Een ander nadeel van de verdere verstedelijking is dat geen regenwater in de bodem verdwijnt. Door de hiermee gepaard gaande grondwaterstandsdaling kan een verdroging van de ondergrond optreden. Dit is voor met name de bomen en het overige groen nadelig. Door de toepassing van bijvoorbeeld infiltratievoorzieningen en waterdoorlatende bestrating wordt water geïnfiltreerd. Door toepassing van deze systemen kan ook water geborgen worden. De plaatselijke grondslag moet duidelijk maken of deze toepassingen gebruikt kunnen worden.

De aanleg van een vegetatiedak/groene daken kan (afhankelijk van de uitvoering) een bijdrage leveren aan het vertraagd afvoeren van regenwater. Het vegetatiedak gebruikt water voor de groei van de beplanting, het bergt enig water (afhankelijk van de uitvoering) en voert het vervolgens vertraagd af. Ecologisch gezien biedt dit ook de nodige voordelen. Meer ruimte en ontwikkeling voor insecten, vogels en andere flora en fauna.

In de eventuele verdere uitwerking van de plannen moet duidelijk worden hoe de compensatie van de toename van verhard oppervlak wordt gerealiseerd.

Bodem

De drooglegging is de afstand van het oppervlaktewaterpeil tot aan de bovenzijde van het maaiveld. De ontwateringsdiepte is de afstand van de grondwaterstand tot aan het maaiveld. Het verschil tussen de drooglegging en de ontwateringsdiepte wordt veroorzaakt door de opbolling van het grondwater tussen de watergangen. In onderstaande figuur is deze situatie schematisch weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01_0016.jpg"

schematische weergave gedrag freatisch grondwater met daarbij behorende terminologie

De ontwateringsdiepte moet bij wegen en bomen minimaal 1.00 meter zijn en bij gebouwen moet dit minimaal 0,20 meter zijn beneden de afdekking van de bodem van de kruipruimte. Bij kruipruimteloos bouwen moet deze afstand minimaal 0.20 meter beneden de fundering zijn. Op dit moment zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om een uitspraak te doen over de ontwateringsdiepte.

In onderstaande tabel staat de drooglegging van het gebied weergegeven (bron: stedelijke wateropgave).

Gebied   Waterpeil   Laagste maaiveld   Drooglegging  
Zeeheldenbuurt   -0,93 m NAP   -0.40 m NAP   0,53 m  

Gesteld kan worden dat de ontwateringsdiepte in de Zeeheldenbuurt niet voldoet aan de norm van 1,0 meter. Het betreft dus een gebied met hoge waterstanden. Bij een inrichtingsplan moet een goed drainageplan gemaakt worden om problemen in de toekomst te voorkomen. Tevens moet een geschikte bouwwijze worden gekozen om problemen met grondwater te voorkomen. Te denken valt aan kruipruimteloze bouw.

Riolering

Binnen het plangebied ligt geen gemeentelijke riolering. In de Admiraal de Ruyterlaan is een gemengd rioolstelsel aanwezig. De eventuele riolering in de van Heemskerckstraat is niet in gemeentelijk eigendom. Van deze riolering zijn derhalve ook geen gegevens beschikbaar.

Bij aanleg van nieuwe riolering zijn de uitgangspunten van rioolaanleg en ontwerp van de gemeente Groningen van toepassing. Riolering in inbreidingsgebieden is van het type gescheiden stelsel.

Bouwmaterialen

Bij de bouw van de gebouwen mogen geen materialen gebruikt worden die milieuverontreinigend zijn zoals lood, zink en koper. Ook bepaalde bitumen en behandeld hout logen milieugevaarlijke stoffen uit welke via het regenwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen.

Het toepassen van vegetatiedaken is een prima middel om regenwater vast te houden en vertraagd af te voeren. De vegetatie neemt vocht op, bergt water en gebruikt op die manier water. Tevens verdampt het water door zon en wind. Bij hevige neerslag zal het water minder snel tot afstroming komen. Ook dit kan een bijdrage leveren in de compensatie van de toename van het verhard en bebouwd oppervlak (afhankelijk van uitvoeringswijze). Daarnaast isoleren de groene daken in de zomer. Door het verdampingsproces in de grondlaag wordt voorkomen dat het dak te veel opwarmt. Op deze wijze kan bespaard worden op energieslurpende voorzieningen zoals airco's e.d.