direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Van Heemskerckstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01

3.2 Ecologie

Algemeen

In het stedelijk gebied levert de natuur een belangrijke bijdrage aan het leefmilieu en aan de beleving ervan door de mensen, die er wonen en werken. In toenemende mate wordt daarom bij het ontwerp en de inrichting van plannen rekening gehouden met de noodzakelijke voorwaarden voor een goede natuurlijke ontwikkeling in het gebied.

De aanwezigheid van dieren en planten in de stad is vooral mogelijk dankzij water- en groenstructuren (de stedelijke ecologische structuur), die onderling en met het landschap buiten de stad verbonden zijn. De samenstelling en de mate van samenhang in deze ecologische structuren bepalen de vitaliteit van de stedelijke natuur. Losse groen- en waterelementen kunnen een ecologische functie hebben, wanneer ze voldoende groot zijn en voldoende rust hebben gekregen om zich te kunnen ontwikkelen. Door middel van aangepast beheer en zo nodig zorgvuldig ontwerp kan de ecologie in de stad versterkt worden. Zelfs het stedelijke en stenige milieu biedt specifieke kenmerken en kansen voor verschillende planten en dieren. De vastgestelde doelsoortennota's bieden hiervoor de potentie en ambitie. De huidige ontwikkeling biedt kans om de duurzame en ecologische ambities van het gemeentebestuur hier zichtbaar te maken.

Voor deze locatie gelden de doelsoortennota's West (Peizermade) en Stenige biotopen stedelijk gebied.

Plangebied

Het plangebied ligt aan de oostkant van het spoor en zuidelijk van het Hoendiep. Beide zones, spoorzone westelijke ringweg en groenzone langs Hoendiep, zijn onderdeel van de door de raad vastgestelde stedelijk ecologische structuur (SES kaart 2011) met de status van te ontwikkelen en versterken groenverbinding. Ze behoren tot de zogenaamde basisgroenstructuur van het Groenstructuurplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01_0011.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP524VHeemskerckst-vg01_0012.jpg"

De natuurwaarden in dit stadsdeel zijn relatief hoog mede door een verhoudingsgewijs grote biodiversiteit.

In het Hoendiep en in de spoorsloten leven vogels als fuut, aalscholver, kuifeend, blauwe reiger, meerkoet en waterhoen en zijn er kansen voor ijsvogels. De houtwal langs het water heeft een goed ontwikkelde boomstructuur met leefplaatsen voor o.a. vink, zanglijster, grote bonte specht, boomkruiper, heggenmus en putter maar ook voor vleermuizen. Vleermuisonderzoeken geven aan dat er sprake is van een vaste foerageerzone en trekroute, hetgeen een bescherming vanuit de Flora- en faunawet noodzakelijk maakt.

Het bouwterrein vormt een leefgebied voor een groot aantal soorten kruiden, vlinders en kleine zoogdieren waaronder grote kaardenbol, icarusblauwtje en egel. Grote kaardenbol (tabel 1), daslook en wilde kievitsbloem (tabel 2) zijn in natuurlijke standplaatsen beschermd door de Flora- en faunawet. Natuurlijke vestiging is hier echter niet aannemelijk. Genoemde soorten zijn hier zeer waarschijnlijk door menselijk toedoen gevestigd. Handhaven is desondanks gewenst.

Ontwikkelingsmogelijkheden

Het stedelijk ecologisch beleid richt zich niet alleen op het behouden en versterken van ecologische waardevolle gebieden en het opheffen van knelpunten, maar ook op het stedelijke milieu in het algemeen. Het uitgangspunt voor deze locatie is daarom het ontwikkelen en inrichten van stedelijke biotopen conform het doelsoortenbeleid. Dit wordt bereikt door:

  • 1. het handhaven en versterken van de SES water- en groenverbinding langs het Hoendiep en de spoorzone. Een minimale breedte van 15 meter langs het Hoendiep is vereist om de groenstructuur te kunnen handhaven. De gewenste indicatieve breedte van deze ecologische zone is echter 25 meter, wil hij functioneel kunnen zijn. Oevers moeten plaatselijk passeerbaar zijn voor fauna.
  • 2. toepassing van dak- en gevelvegetaties met inheemse soorten met nectaraanbod en nestgelegenheid.
  • 3. toepassing van faunavoorzieningen (inbouw gevelneststenen toepassen voor vogels met name gierzwaluw, roodstaart en huismus alsook voor vleermuizen).
  • 4. Handhaven of compenseren van daslook, grote kaardenbol en wilde kievitsbloem.

Voor het plangebied zijn voor de verschillende biotopen specifieke doelsoorten vastgesteld. Voor deze doelsoorten wordt verwezen naar de nota Stenige biotopen stedelijk gebied.

Conclusies in het kader van de Vogelrichtlijn en Flora- en faunawet

Het plangebied ligt op een ruime afstand van de Vogelrichtlijngebieden Leekstermeergebied en Zuidlaardermeergebied. Mede gezien deze afstand, de afscherming door bestaande bebouwing en gezien het feit, dat er in het voorliggend plan uitsluitend nieuwe woonbebouwing is geprojecteerd, is er geen sprake van invloed ten gevolge van het plan op beide gebieden. Er is dan ook geen nader onderzoek nodig.

De groenstrook langs het Hoendiep betreft een vaste foerageer- en vliegroute voor vleermuizen en is daarom in het kader van de Flora- en Faunawet beschermd.

Een ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet of er nog beschermde of zeldzame soorten planten voorkomen heeft plaatsgevonden. Genoemde soorten daslook, kievitsbloem en grote kaardenbol zijn respectievelijk beschermd volgens tabel 2 en 1. Echter zij zijn uitsluitend in natuurlijke standplaatsen wettelijk beschermd. Op deze locatie is dat onwaarschijnlijk. Handhaven dan wel compenseren is echter wel het advies vanuit gemeentelijk algemeen ecologisch beleid.

Omdat alle vogelsoorten beschermd zijn liggen er risico's bij het kappen of verwijderen van groen. Zolang broedende vogels op locaties aanwezig zijn, kan er niet gesloopt of gekapt worden. Alleen aantoonbaar gekwalificeerden kunnen volgens de Flora- en Faunawet daadwerkelijke broedgevallen uitsluiten.