direct naar inhoud van 3.4 Water
Plan: Bestemmingsplan Westpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01

3.4 Water

Het waterbeleid voor Groningen is vastgelegd in 'Waterwerk' het Groninger water- en rioleringsplan 2009-2013. Daarnaast wordt gewerkt volgens de stedelijke wateropgave van het waterschap Noorderzijlvest en van het waterschap Hunze en Aa's.

In figuur 1 is het beleidskader weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01_0016.png"

Het beleid is vertaald in ambities voor de Gemeente Groningen. De centrale ambitie is het streven naar een duurzaam stedelijk waterbeheer. Doelen bij het duurzaam stedelijk waterbeheer zijn onder meer:

  • Inspelen op klimaatveranderingen.
  • Voorkomen en beperken van wateroverlast.
  • Inrichten en beheren van het water op een wijze die aansluit bij natuurlijke processen.
  • Verhogen van de natuurwaarde van wateren en oevers.
  • Bevorderen van recreatief medegebruik van water en oevers.
  • Verbeteren van de leefomgevingkwaliteit in de wijken.
  • Zuiniger omspringen met drinkwater en grondwater.
  • Vergroten van het maatschappelijke draagvlak voor duurzaam waterbeheer.

Duurzaam stedelijk waterbeheer moet dus leiden tot een natuurlijker functionerend watersysteem. Dit kan worden gerealiseerd door een scala aan maatregelen, zoals waterbesparing, het voorkomen en zonodig terugdringen van verontreinigingen en het natuurlijker inrichten van waterlopen en vijvers.

De natuurlijke relatie van water met zijn omgeving ligt in steeds sterkere mate (mede) ten grondslag aan de ruimtelijke ontwikkeling. Het water als medeordenend principe. Water legt verbindingen tussen bodem, natuurlijke ontwikkeling en de gesteldheid en beleving van de woon- en werkomgeving.

Bij de planvorming wordt in een vroegtijdig stadium overleg met waterbeheerders gezocht (Watertoets). In het kader van de watertoets zal nadere uitwerking van de principes van afwatering en ontwatering in relatie tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit plaats moeten vinden in overleg met de waterbeheerder. De locatie valt binnen het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap vervult een adviserende en toetsende rol.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01_0017.png"

Structuur oppervlaktewater systeem

Waterfunctie

Groningen is een waterrijke stad en het water in de stad is zeer divers. Aan elk water in de stad is een functie toegekend. Voor elke functie is een streefbeeld opgesteld, dit streefbeeld bepaalt het onderhoud en beheer. Functiegericht beheer en onderhoud sluit aan bij de centrale ambitie op watergebied: het streven naar een duurzaam stedelijk waterbeheer.

In onderstaande figuren is de huidige situatie en de ambitie voor water weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01_0018.png"

In het gebied van bestemmingsplan komen de volgende functies voor:

  • Stedelijk water
  • Duurzaam stedelijk water
  • Stedelijk natuurwater

  • Stedelijk water: Ligt in de regel in het stedelijk gebied en nabij woonwijken. Het water dient voor berging van water en deels voor de aan- en afvoer van water.
  • Duurzaam stedelijk water: Treffen we veelal aan in of nabij nieuwe woonwijken en in kleinere stadsparken. Dit water heeft een goede waterkwaliteit.
  • Stedelijk natuurwater: Bestaat uit wateren in de stedelijke groengebieden die onderdeel zijn van de Stedelijke Ecologische Structuur. Ze hebben een zeer goede waterkwaliteit. De oever- en watervegetatie zijn een wezenlijk onderdeel van de biotoop.

De Vinkemaar, de watergang langs de oostzijde van het plangebied heeft de functie stedelijk natuurwater. De watergang langs de noordzijde van het plangebied, onderdeel van de Roegebostocht heeft deels de functie duurzaam stedelijkwater en deel de functie stedelijk natuurwater. Beide wateren zijn in de legger van waterschap Noorderzijlvest opgenomen als hoofdwatergang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01_0019.png"

legger waterschap Noorderzijlvest

Waterberging

In het plangebied is voldoende waterberging aanwezig om het neerslagoverschot dat tijdens het klimaatscenario T=100+10% optreedt te bergen. (Bron Stedelijke Wateropgave).

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01_0020.png"

Randvoorwaarden/ omgevingsaspecten

Water en riolering bij in- en uitbreidingen

Bij eventuele ontwikkelingen in het gebied moet rekening gehouden worden met de gevolgen van een toename van verhard en bebouwd oppervlak. Door deze verdere verstedelijking komt regenwater sneller tot afstroming. Voor het bestaande watersysteem betekent deze toename een extra belasting en moet meer water worden geborgen. Hiervoor wordt door de waterschappen een compensatie in de vorm van oppervlaktewater vereist en/of door bestaande watergangen of waterpartijen te verbreden. Als vuistregel wordt een compensatie van 10% van de toename van het verharde en / of bebouwde oppervlak in de vorm van oppervlaktewater geëist. Indien watergangen gedempt worden door nieuwe ontwikkelingen moet dit gecompenseerd worden door de aanleg van nieuwe watergangen/partijen. Het water moet indien mogelijk vertraagd afvoeren op de bestaande hoofdwatergangen door het plangebied.

Een ander nadeel van de verdere verstedelijking is dat geen regenwater in de bodem verdwijnt. Door de hiermee gepaard gaande grondwaterstandsdaling kan een verdroging van de ondergrond optreden. Dit is voor met name de bomen en het overige groen nadelig. Door de toepassing van bijvoorbeeld infiltratievoorzieningen en waterdoorlatende bestrating wordt water geïnfiltreerd. Door toepassing van deze systemen kan ook water geborgen worden. De plaatselijke grondslag moet duidelijk maken of deze toepassingen gebruikt kunnen worden.

De aanleg van een vegetatiedak of groene daken kan een bijdrage leveren aan het vertraagd afvoeren van regenwater. Het vegetatiedak gebruikt water voor de groei van de beplanting, het bergt enig water en voert het vervolgens vertraagd af. Ecologisch gezien biedt dit ook de nodige voordelen. Meer ruimte en ontwikkeling voor insecten, vogels en andere flora en fauna.

In de eventuele verdere uitwerking van de plannen moet duidelijk worden hoe de compensatie van de toename van verhard oppervlak gerealiseerd wordt.

Maaiveldhoogte

De maaiveldhoogte ter plaatse van de geprojecteerde ontsluitingsweg van de bebouwing varieert globaal van 0,0 m NAP aan de westzijde tot circa +5,2 m NAP nabij de waterskivijver.

Ontwateringsdiepte en drooglegging

De drooglegging is de afstand van het oppervlaktewaterpeil tot aan de bovenzijde van het maaiveld. De ontwateringsdiepte is de afstand van de grondwaterstand tot aan het maaiveld. Het verschil tussen de drooglegging en de ontwateringsdiepte wordt veroorzaakt door de opbolling van het grondwater tussen de watergangen. De ontwateringsdiepte moet bij wegen en bomen minimaal 1 meter zijn en bij gebouwen moet dit minimaal 0,20 meter zijn beneden de afdekking van de bodem van de kruipruimte. Bij kruipruimteloos bouwen moet deze afstand minimaal 0,20 meter beneden de fundering zijn..

Het streefpeil voor de skivijver is vastgesteld (in een door het waterschap verleende watervergunning) op +4.30 meter NAP. Het streefpeil in het Vinkemaar wordt thans op -1.60 meter NAP gehouden en de streefpeilen zijn in de Hoentocht -1,50 meter NAP (winterpeil) en -1,70 meter NAP (zomerpeil).

De drooglegging in het plangebied varieert als gevolg van de grote verschillen in de maaiveldhoogte en is het kleinst nabij de waterskivijver. Aan de westzijde nabij de aansluiting op de Johan van Zwedenlaan bedraagt de drooglegging 1,5 m en aan de oostzijde nabij de vijver 0,9 m.

De bodem onder het plangebied bestaat uit klei. Dit betekent dat zowel in de openbare weg als mogelijk ook in de percelen drainage aangelegd moet worden om aan de droogleggingseisen te voldoen. De drainage kan aangesloten worden op het regenwaterriool.

Riolering

De toekomstige droogweerafvoer wordt middels een nog te bouwen rioolgemaal aan de Johan van Zwedenlaan, afgevoerd via de bestaande persleiding. De droogweerafvoer wordt ingezameld middels een vrijvervalriool in de Tarralaan/weg dat afvoert naar het geprojecteerde rioolgemaal. Het gemaal injecteert het afvalwater in de persleiding langs de Johan van Zwedenlaan.

Het afstromende regenwater wordt via een rwa-stelsel rechtstreeks afgevoerd naar de watergang langs de Johan van Zwedenlaan. Het water kan niet afgevoerd worden naar de waterskivijver omdat het waterpeil daarvan te hoog is ten opzichte van het maaiveld.

De bestaande woningen aan de zuidzijde van het plangebied zijn middels een drukrioolaangesloten op het gemeentelijke riool. De maaiveldhoogte ter plaatse van de geprojecteerde ontsluitingsweg van de bebouwing varieert globaal van 0,0 m NAP aan de westzijde tot circa +5,2 m NAP nabij de waterskivijver.

Bouwmaterialen

Bij de bouw van de gebouwen mogen geen materialen gebruikt worden die milieuverontreinigend zijn zoals lood, zink en koper. Ook bepaalde bitumen en behandeld hout logen milieugevaarlijke stoffen uit welke via het regenwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen.

Het toepassen van vegetatiedaken is een prima middel om regenwater vast te houden en vertraagd af te voeren. De vegetatie neemt vocht op, bergt water en gebruikt op die manier water. Tevens verdampt het water door zon en wind. Bij hevige neerslag zal het water minder snel tot afstroming komen. Ook dit kan een bijdrage leveren in de compensatie van de toename van het verharde en bebouwde oppervlak. Daarnaast isoleren de groene daken in de zomer. Door het verdampingsproces in de grondlaag wordt voorkomen dat het dak te veel opwarmt. Op deze wijze kan bespaard worden op energieslurpende voorzieningen zoals airco's en dergelijke.

Openbare ruimte

Waterstructuur huidige situatie

Binnen het plangebied liggen een aantal watergangen, deze liggen rond de kamers (deelgebieden in het park) en ten zuiden van het park. Daarnaast ligt aan de westzijde van het plangebied een waterskivijver.

De waterskivijver is een solitaire vijver en wordt op peil gehouden middels een gemaal. In de noordoost hoek is een gebied ingericht als ecologische plas-draszone.

De watergangen voeren af in zuidwestelijke richting. Bij de rotonde Hoendiep – Johan van Zwedenlaan ligt een duiker onder de straat door en stroomt het water richting het landelijke gebied.