direct naar inhoud van 3.3 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Westpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01

3.3 Ecologie

Ecologische groenstructuur

Het Westpark heeft een sterk groene en landschappelijke beleving. Zowel de weilanden met boerderijvormen langs het Hoendiep als het sterk geplooide en opgehoogde zogenaamde Italiaans mozaïek. Tot 2009 vormde dit stadsdeel geen onderdeel van de Stedelijk Ecologische Structuur. Met de aanleg van de skivijver met een aansluitend moerasje is dit deel eveneens aan de SES kaart toegevoegd. Tevens zijn de grenzen van het gebied zeer waardevol. De noordzijde vormt een ecologisch waardevolle waterverbinding tussen het Aduarderdiep en de Eelderbaan. De westzijde vormt een ecologisch waardevolle groenverbinding als onderdeel van het tracé Peizermade – Selwerderhof - Koningslaagte. De oostzijde betreft de Eelderbaan. Een nieuw stadspark met hoge natuurwaarden. Verschillende vleermuissoorten gebruiken de boomstructuren en/of waterwegen als trekroute. Deze trekroutes zijn wettelijk beschermd. Behoud en versterking van deze zones is van groot belang. De genoemde kerngebieden en verbindingszones staan op de Stedelijke Ecologische Structuurkaart van 2011. De Structuurkaart is door de Raad vastgesteld.

Natuurwaarden

De huidige (stads)natuurwaarden zijn relatief hoog. In al deze gebieden leven belangrijke (deel)populaties van onder andere verschillende en beschermde vleermuissoorten, marters, muizen, hazen, egels, amfibieën, libellen, vlinders en vele vogelsoorten. De boerderijen herbergen enkele broedpopulaties van zwaluwen. De groenstructuren met groenblijvende coniferen trekken verschillende vogelsoorten. De nieuwe skiplas heeft het verlies van natuurwaarden door dempen van de voormalige plas verbazend snel gecompenseerd. Een groot aantal water- en moerasvogelsoorten waaronder zeldzame dodaars heeft de nieuwe plas gevonden. Naast vogels is de plas aantrekkelijk voor een grote populatie groene kikkers. Het inzaaien van kruiden en de aanplant van bloemrijke oeverplanten heeft het vlinder- en insectenleven sterk bevorderd.

Gewenste ontwikkeling

Genetische uitwisseling en klimaatopwarming vragen om duurzame, goed functionerende verbindingen. Optimale stadsverbindingen zijn minimaal 25 meter breed en bevatten een boom-, struik- en kruidlaag om voor een doelsoort als wezel en egel passeerbaar te zijn. Bij langere verbindingszones zijn aansluitende kleinere groengebieden als ondersteuning van belang. Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt daarom het behoud van de genoemde kerngebieden en verbindingszones. Alle boomstructuren in het gebied zijn waardevol voor vogels en vleermuizen als nestplaats, voedselvoorziening en trekroute. De kap van bomen moet worden voorkomen en inrichting en beheer moeten afgestemd zijn op het Doelsoortenbeleid Noord.

Waterstructuur

Het water van de nieuwe skiplas heeft een relatief hoge kwaliteit. In korte tijd hebben zich veel verschillende en waardevolle organismen gevestigd. Vooral het voor waterskiërs afgesloten moerasdeel is soortenrijk met veel voortplantingsplaatsen. De oevers zijn ecologisch ingericht en soortenrijk in planten. Naast deze plas vertonen de sloten in het zuidelijke weidegebied hogere natuurwaarden.

Overige aandachtspunten

Gebouwen zijn in dit gebied schaars aanwezig. Vanwege hun aard en ouderdom herbergen zij soms specifieke natuurwaarden voor bijvoorbeeld vleermuizen en vogels. Door middel van quickscans en zonodig nader onderzoek dienen de ruimtelijke ontwikkelingen waaronder sloop en nieuwbouw getoetst te worden aan Flora- en Faunawet als ook het stedelijke ecologische beleid. Speciale aandacht bij nieuwe bebouwingsvormen moet gaan naar mogelijkheden voor gierzwaluwen, visdiefjes en zwaluwen op daken en in gevels.

Bij nieuwbouw moet tevens nadrukkelijk ingezet worden naar het realiseren van dakvegetaties.

Deze dragen in een intense stad in hoge mate bij aan verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving.