direct naar inhoud van 3.3 Stedenbouwkundige uitgangspunten
Plan: Bestemmingsplan Ebbingekwartier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01

3.3 Stedenbouwkundige uitgangspunten

Stedenbouwkundige uitgangspunten

Om het bovenstaande concept van ruimtelijke structuur en openbare ruimte te kunnen realiseren, zijn er voor het plangebied de volgende stedenbouwkundige uitgangspunten.

  • Het plangebied Ebbingekwartier is in stedenbouwkundige zin onderscheidend van het Bodenterrein en de Korrewegwijk.
  • De stedenbouwkundige hoofdstructuur valt, waar mogelijk, samen met de verkeerskundige hoofdstructuur en/of groenstructuur van de stad. De grenzen van het gebied worden in noordzuidrichting bepaald door het Boterdiep en de Bloemsingel. De samenhangende groenstructuur langs Ooster- en Bloemsingel loopt door tot de locatie van het voormalige waterbedrijf. In oostwestrichting sluit het gebied aan op de bestaande stedenbouwkundige structuur van de Hortusbuurt.
  • Binnen het gebied blijft de Langestraat van betekenis als onderdeel van het netwerk van de stad. De samenhangende groenstructuur langs de Langestraat loopt tot aan de Bloemstraat.
  • De bouwblokken sluiten aan op de bestaande stad, met name langs Bloemstraat en Boterdiep; zij kennen een gemengde functionele ontwikkeling gecombineerd met wonen. Aan de tramroute over het terrein wordt op de begane grond een gemengde functionele ontwikkeling voorgestaan met stedelijke functies en/of woon-werkwoningen.
  • Dwarsstraatjes en steegjes dragen op het laagste schaalniveau bij aan de identiteit van het aangrenzende blok; zij leggen verbindingen met andere blokken of plekken.
  • Uitgegaan wordt van het principe van het gesloten bouwblok. Er is een scheiding tussen openbaar en privé binnen de te onderscheiden bouwblokken.
  • De oriëntatie en ontsluiting van het wonen is gericht op de openbare ruimte met parkeren onder de bouwblokken in de reeds bestaande parkeergarage.
  • De inrichting van de openbare ruimte is afhankelijk van en wordt vormgeven in relatie tot de stedenbouwkundige betekenis van de plek en wordt daarnaast bepaald door de tram of de verkeersontsluiting (meestal voor de fiets), die al dan niet wordt begeleid door groen. In het plangebied blijft de kwaliteit van de openbare ruimte langs het kanaal hoog; deze wordt vormgegeven in relatie tot de stedenbouwkundige betekenis van de plek: een verkeersluwe plek voor fietsers en voetgangers met veel groen, waarbij de aanwezigheid en bereikbaarheid van, en de lange zichtlijn over het water een belangrijke kwaliteit is.
  • De bebouwing kenmerkt zich door een grote en subtiele variatie in bebouwingshoogte, materiaalgebruik en architectonisch beeld en sluit aan op de verschillende doelgroepen en bebouwingsvarianten. De bebouwingsrand langs de Bloemsingel wordt in de hoogte in relatie gebracht met de stedenbouwkundige betekenis van de stadsrand. Het profiel van het weg-/tramtracé in relatie tot de begeleidende wanden aan weerszijden wordt door middel van schaal- en hoogteverschil ten opzichte van andere blokken vormgegeven.
  • Hoogteaccenten ter verduidelijking van de stedenbouwkundige opzet zijn mogelijk.