direct naar inhoud van 4.2 Cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01

4.2 Cultuurhistorie

Beschermde Stadsgezichten

Een groot deel van het tramtracé loopt, zoals in paragraaf 2.4 al werd opgemerkt, dwars door het beschemd stadsgezicht Binnenstad: vanaf het Verbindingskanaal tot en met een gedeelte van de Nieuwe Ebbingestraat nabij het Noorderplantsoen.

Een klein gedeelte van de kruising Hereweg/Verbindingskanaal-oostzijde valt binnen het beschermd stadsgezicht Zuiderpark.


De beschermde monumenten, die binnen dit bestemmingsplan vallen, kennen elk hun eigen beschermingsregime:

  • de gemeentelijke monumenten volgens de Erfgoedverordening van 2010;
  • de rijksmonumenten volgens de Monumentenwet van 1988.


Stationsgebied

Het stationsgebied is de belangrijke 19de eeuwse infrastructurele toevoeging aan de stad door de aansluiting op het landelijke Spoorwegnet (verbinding met Leeuwarden 1866) en Zwolle (1870). Het is gerealiseerd op een terrein direct en zuiden van de vestingwal. Na het eerste houten stationsgebouw wordt in 1895-1998 het huidige stationsgebouw gerealiseerd (beschermd rijksmonument) met bijbehorende perronoverkappingen uit 1896 (gemeentelijk monument) en loopbrug met seinhuis uit 1928 (gemeentelijk monument). Voor en naast het kopstation bevindt zich een uitgestrekt spooremplacement. Over de kruising van de Hereweg met het spoor wordt het Herewegviaduct aangelegd (19de eeuw/vernieuwd 1925).


afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0022.jpg"

Afb. 22 Stationsgebied, Hereweg, Hereplein, Herestraat, Gedempte Zuiderdiep

Hereweg - Verbindingskanaal - Herebrug - Hereplein - Herestraat

Het gebied tussen de singels en het Stationsgebied is onderdeel van de belangrijke 19de eeuwse stedenbouwkundige transformatie na de ontmanteling van de Vestingwerken (1876) ten zuiden van de historische binnenstad van Groningen. Het brede Verbindingskanaal is ontstaan uit het vergraven van de zuidelijke hoofdgracht tussen de nieuw aangelegde Westerhaven (gedempt in 1962)/Zuiderhaven en de Oosterhaven (1876), die weer aansluiting geeft op het Eemskanaal en verder met de havens van Delfzijl en de zee.


Hereweg

Van oudsher is de Hereweg de historisch belangrijkste zuidelijke uitvalsroute/entree van en naar de stad.


Herebrug

De brug werd gebouwd in 1952-1953 ter plaatse van een oudere voorganger en markeert de historisch belangrijkste zuidelijke entree naar de stad toe. Ze vormt een essentieel onderdeel van een groter stedenbouwkundig geheel van plein, brug en viaduct.


Van belang in dit tracégedeelte zijn, van zuid naar noord, verder:

  • de perronoverkappingen bij het Hoofdstation (1ste en 2de perron), die gedeeltelijk binnen het bestemmingsplan vallen; deze zijn een gemeentelijk monument (beschermingsregime volgens de Erfgoedverordening 2010);
  • de kruising Hereweg/Verbindingskanaal-oostzijde (een klein gedeelte valt binnen het beschermd stadsgezicht Zuiderpark);
  • het Herewegviaduct (gemeentelijk monument) met de smeedijzeren hekwerken aan weerszijden van het viaduct en de natuurstenen trap met bijbehorende leuningen aan de noordoostzijde;
  • de Herebrug met brugwachtershuis, hekwerken en vrijstaand beeld van 'de Stedemaagd' ('Blote Bet'); dit is een gemeentelijk monument uit de naoorlogse periode en symbool voor de grootschalige vernieuwing van de bruggen en het veranderende stadsbeeld in de jaren vijftig van de vorige eeuw (beschermingsregime volgens de Erfgoedverordening 2010);
  • de visuele openheid van het water van het Verbindingskanaal als ruimtelijke zuidelijke begrenzing van de binnenstad met bijbehorende groene oevers/walkanten en de zichtassen over het water en de oevers van het kanaal in westelijke en oostelijke richting (onderdeel beschermd stadsgezicht binnenstad);
  • de structuur en vorm van het ronde Hereplein met karakteristieke groeninrichting in de vorm van perken met boombeplanting, het historische straatmeubilair halverwege het plein aan de oost- en westzijde (gemetselde en ommuurde zitbanken met vloer en bloembakken; gemeentelijk monument; beschermingsregime volgens de Erfgoedverordening 2010) en het vrijstaande standbeeld van Jozef Israëls bij de oostelijke zitbanken;
  • de vrije doorkijk/zichtas naar de aangrenzende Heresingel en Ubbo Emmiussingel ten westen en oosten van het plein.


Herestraat / Gedempte Zuiderdiep

De gedeelte van het tracé bevindt zich ter plaatse van de voormalige gracht langs de zuidkant van de middeleeuwse stad. De aanleg van het Zuiderdiep en Kattendiep in het oostelijke verlengde hiervan vond plaats tussen 1616 en 1637. Het Zuiderdiep werd gedempt in 1880 als gevolg van de ontmanteling van de vestingwerken. De functie van dit diep werd overgenomen door het nieuwe Verbindingskanaal.


Van belang in dit tracégedeelte zijn:

  • het verloop van de Herestraat ten zuiden van het Gedempte Zuiderdiep als voortzetting van het noord-zuid stratenpatroon ten noorden hiervan en als voortzetting van het noordelijke deel van de Herestraat;
  • de relatie van het straatprofiel in relatie tot de nog aanwezige stoep met bijbehorend hekwerk van Hereplein 2, 3 en Herestraat 88 (rijksmonument);
  • het nog duidelijk herkenbare brede, gebogen verloop van het Gedempte Zuiderdiep als een doorlopende historische grenslijn in de binnenstadsstructuur;
  • de grote profielbreedte van het Gedempte Zuiderdiep (ontstaan door demping van het water) en de later aangebrachte gebruiksstroken, begeleid door boombeplanting;
  • het oplopende straatniveau en de karakteristieke hoogteverschillen in het laatste gedeelte nabij de kruising met de Oosterstraat/Gedempte Kattendiep/Steentilstraat;
  • de hoge ligging van het kruispunt Gedempte Zuiderdiep/Oosterstraat/Gedempte Kattendiep ten opzichte van de gedempte diepen.


Oosterstaat

Samen met de Herestraat vormt de Oosterstraat de historische hoofdverbinding tussen de marktenreeks Grote Markt-Vismarkt en het Gedempte Zuiderdiep en is ze onderdeel van het nadrukkelijk noord-zuid gerichte stratenpatroon. De middeleeuwse oorsprong van dit regelmatige patroon komt tot uiting in het licht golvende beloop van de straat en de geleidelijke, geringe vernauwingen en verbredingen in het profiel, waardoor een wisselend en ruimtelijk begrensd straatbeeld is ontstaan. De Oosterstraat is een zeer kenmerkend en gaaf voorbeeld van een straat met een aantal specifiek ruimtelijke karakteristieken op grond van de functionele ontwikkeling, de schaal van de bebouwing, het beloop, het dwarsprofiel en de ruimtelijke beëindiging. Ze bestaat uit qua schaal en maat samenhangende, overwegend monumentale bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0023.jpg"

Afb. 23 Gedempte Zuiderdiep, Oosterstraat, Grote Markt


Van belang in dit tracégedeelte zijn:
het licht golvende beloop en de geleidelijke, geringe vernauwingen en verbredingen in het profiel (van breed in het zuidelijke gedeelte naar smallere overgangen in het noordelijke gedeelte);

  • het karakteristieke oplopende straatniveau vanaf het Gedempte Zuiderdiep;
  • de stedenbouwkundige structuur met haaks op de straat uitkomende dwarsstraten en stegen/gangen;
  • de overwegend aaneengesloten bebouwing met een sterk monumentaal karakter (groot aantal rijks- en gemeentelijke monumenten), die het straatbeeld bepalen met hun eigen beschermingsregime (zie bovenstaande afbeelding);
  • de vrij zeldzame historische stoepen van monumentale panden met bijbehorende hekwerken, trappen en keldertoegangen in relatie tot het straatprofiel en het historische straatbeeld;

- Oosterstraat 3 (stoep; gemeentelijk monument);

- Oosterstraat 33 (trappen, hek, keldertoegang; rijksmonument);

- Oosterstraat 44 (trappen, hek, keldertoegang;rijksmonument);

- Oosterstraat 53 (trappen, hek, keldertoegang; rijksmonument);

- Oosterstraat 65 (trap; gemeentelijk monument);

- Oosterstraat 69 (trap, hek, keldertoegang; gemeentelijk monument)1.

  • de zichtas vanuit het zuiden naar de Martinitoren.


Grote Markt - Kreupelstraat - Sint Walburgstraat - Kattenage

De Grote Markt dankt zijn huidige vorm aan de herinrichting, die na verwoesting van de oost- en noordwand aan het einde van de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Dit had een verlegging van de noordelijke en oostelijke pleinwanden tot gevolg en creatie van een nieuw plein, het Kwinkenplein en een nieuwe toegangsweg naar de Grote Markt, de Kreupelstraat. Ook betekende dit afbraak van de - nog aanwezige restanten van de - Hoofdwacht, waardoor de toegang naar de zuidzijde van het Martinikerkhof aanmerkelijk werd verbreed, zodat de Martinitoren geheel los van de pleinbegrenzende bebouwing kwam te staan.


De Kattenhage vormt de verbinding tussen de middeleeuwse stad binnen de 15de eeuwse diepenring en de 17e eeuwse stadsuitleg aan de oostzijde. Het betreft hier een verlenging van de bestaande Sint Walburgstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0024.jpg"

Afb. 24 Grote Markt, Martinikerkhof, Kreupelstraat, Sint Walburgstraat, Kattenhage

In dit tracégedeelte zijn van belang:

  • het open karakter van de Grote Markt;
  • de vrijstaande positionering en markering van de Martinitoren/kerk op de hoek van de stedenbouwkundige ruimte van de Grote Markt;
  • de grote open ruimte/ruimtelijkheid van de Grote Markt als historisch hoofdplein in de binnenstad met duidelijke begrenzende pleinwanden;
  • het grote aaneengesloten open oppervlak van de Grote Markt;
  • de kenmerkende keibestrating van de Grote Markt in diagonaalsgewijs verlopende vierkante vakken en het stervormige decoratiepatroon ongeveer in het midden van het plaveisel (een ontwerp van gemeentearchitect S.J. Bouma);
  • de karakteristieke hoogteverschillen (aflopend vanaf de Grote Markt) via Kreupelstraat, Sint Walburgstraat en Kattenhage) tot aan de diepenring/Maagdenbrug;
  • de rooilijn, de bebouwingsschaal en het historisch bebouwingsbeeld van het noordoostelijke gedeelte van de Sint Walburgstraat, de pleinvormige, driehoekige verbreding voor de Sint Walburgstraat als verbinding met het hier achtergelegen Martinikerkhof en beide zijden van de Kattenhage;
  • de ommuurde Prinsentuin aan de noordoostzijde (rijksmonument);
  • de monumentale bebouwing aan de zuidwestzijde:

-Hofstraat 38 (rijksmonument);

-Kattenhage 4 - 14, Vrouw Wilsoor's Gasthuis (rijksmonument).

Boterdiep - Nieuwe Ebbingestraat - Noorderstationsstraat

Het Boterdiep en de Nieuwe Ebbingestraat vormen onderdeel van de 17de eeuwse noordelijke stadsuitleg met een bijzondere, op geometrische principes gebaseerde structuur, die aansluit op de oude stad. Het kenmerkende stratenpatroon bestaat uit noord-zuid lopende straten, waarvan de Nieuwe Ebbingestraat het sterkst tot ontwikkeling is gekomen, doorsneden door oost-west lopende reeksen zijstraten. Het (gedempte) Boterdiep vormt aan de oostzijde de begrenzing van deze 17de eeuwse uitleg. Het Boterdiep is een oude waterweg die in de eerste helft van de 17de eeuw via het oude Selwerderdiep werd doorgetrokken tot in de stad, maar om waterstaatkundige redenen niet in verbinding stond met het Schuitendiep. Aan de kop hiervan ontstond een 'Steenmarkt', een overslagplaats voor goederen. Ter plekke nog herkenbaar aan het brede profiel nabij het tanktation (ontwerp van architect W.M. Dudok; rijksmonument).


Na de ontmanteling van de vesting (vanaf 1880) werd het noordwestelijke deel van de vestingwal vergraven tot Noorderplantsoen (vanaf de Nieuwe Ebbingestraat verder westwaarts richting Reitdiep). Ten (noord)oosten hiervan ontstaat een knoop van wegen, Nieuwe Ebbingestraat, Korreweg, Roodeweg, Bedumerweg en Noorderstationsstraat als gevolg van verschillende ontwikkelingsfasen en stadsuitbreidingen. Met name het gebiedje Nieuwe Ebbingestraat/westzijde Roodeweg vormt in stedenbouwkundige zin een apart en ingewikkeld stukje stad, gelegen op de grens van de binnenstad, de Noorderplantsoenbuurt, de Bedumerwegwijk en de Korrewegwijk. Het is ontstaan op de plek waar vroeger het Boterdiep de stad binnenkwam. In 1912 werd dit binnen-Boterdiep gedempt omdat het voor de scheepvaart overbodig was geworden.


De Noorderstationsstraat werd aangelegd in 1885 als verbinding van de binnenstad met de nieuwe treinhalte 'Halte Noord' (1883 aan de spoorlijn naar Delfzijl/Roodeschool). In feite werd de Nieuwe Ebbingestraat als Verlengde Nieuwe Ebbingestraat doorgetrokken tot aan deze halte. Met de komst van een echt stationsgebouw in 1885 werd de straat omgedoopt in Noorderstationsstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0025.jpg"

Afb. 25 Boterdiep, Nieuwe Ebbingestraat, Noorderstationsstraat

Van belang in dit tracégedeelte zijn:

  • het gebogen profiel van het smalle gedeelte van de Nieuwe Ebbingestraat achter de pluk bebouwing tegenover het Noorderplantsoen, dat - in samenhang hiermee - van stedenbouwkundig belang is als voortvloeisel van verschillende ontwikkelingsfasen die hier ter plaatse bij elkaar komen;
  • de rooilijnen en profielverbredingen nabij de kruising Boterdiep/Korreweg en nabij de Noorderstationsstraat en Bedumerweg;
  • het transformatorhuis (1928) aan de Nieuwe Ebbingestraat 137aa (rijksmonument);
  • het gebogen profiel van de Noorderstationsstraat in het zuidelijke gedeelte met boombeplanting, hekwerken;
  • de karakteristieke bebouwing aan weerszijden van de Noorderstationsstraat met belangrijke schaalverschillen van zuid naar noord; aan de westzijde éénlaagse tot complexmatige bouw van drie bouwlagen; aan de oostzijde van eenlaagse tot vrijstaande villabouw; groen karakter in het laatste, rechte gedeelte van de straat door de aanwezige voortuinen met hekwerken.


Kastanjelaan-Eikenlaan-Zonnelaan-Zernike

Dit gebied vormt een scherpe breuk met de vooroorlogse stad ten zuiden van het Noorderstation.

Van belang in dit tracégedeelte zijn:

  • park Selwerd als bijzondere groene buffer op de grens van de wijken Selwerd en Paddepoel;
  • het bijzondere stedenbouwkundig ensemble van de noord-zuid lopende centrumzone in de wijk Paddepoel (de Zonnelaan en omgeving).