direct naar inhoud van 3.2 Zones en gebiedskenmerken
Plan: Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01

3.2 Zones en gebiedskenmerken

3.2.1 Zoneringsplan

Zoals uit hoofdstuk 1 bleek heeft het voorliggende bestemmingsplan betrekking op tracédeel I en tracédeel II. Tracédeel I bestaat uit het stationsgebied (deels), de Stationsweg, het Hereplein, de Herestraat, het Gedempte Zuiderdiep, de Oosterstraat, de Grote Markt (deels), de Kreupelstraat, Kattenhage en Turfsingel-zuidzijde (tot aan de Maagdenbrug). Tracédeel II omvat het Boterdiep vanaf de Kolendrift (nieuwe ontsluitingsweg over het CiBoGa-terrein tussen Bloemsingel en Boterdiep), het zogenaamde Kurkstraatje, de Nieuwe Ebbingestraat, de Kastanjelaan, de Eikenlaan, de Zonnelaan en de Zernikelaan (tot iets voorbij het Zernikepark).

De beide tracédelen zijn onderverdeeld in zones. Afbeelding 6 geeft hun ligging weer. Een zone is een gebied dat kan worden gezien als een stedenbouwkundige eenheid, in dezelfde periode gebouwd en daardoor herkenbaar in bouwstijl en inrichting van de openbare ruimte. Binnen de zones is bovendien een stedenbouwkundige functionele samenhang (zoals campus, woonwijk, binnenstad) te zien, waardoor sprake is van een eigen karakter, een eigen identiteit. Rekening houden met de verschillende zones is van belang voor het aanleggen van de tramlijn in de openbare ruimte. Het streven is per zone te komen tot een eigen karakteristieke inrichting van de openbare ruimte.

Wat de (her)inrichting van de openbare ruimte voornamelijk beïnvloedt is de identiteit, het karakteristieke van de zones. Maar ook de tram heeft invloed op de toekomstige uitstraling van deze zones en op de inrichting van de openbare ruimte. Met deze ontwerpbenadering gaat de tram de gewenste of reeds aanwezige identiteit van de zones versterken. Het gaat dan over uitstraling en inrichting van de openbare ruimte, materiaalkeuzes en principedetaillering.

Zo sluit de binnenstad aan bij de inrichtingsprincipes die in 1994 zijn vastgesteld in de nota 'Ruimte voor Ruimte', met onder andere de kenmerkende gele steentjes. Het tramspoor wordt in de binnenstad in het bestaande straatprofiel verwerkt. In de noordelijke stadswijken is gekozen voor een vrij liggende trambaan in een groenstrook, met daarnaast aparte auto- en fietsroutes.

De bewaking van het tracéontwerp als geheel (op alle schaalniveaus) is belangrijk bij het werken met zones, om de samenhang en de continuïteit te bewaren. Vooral bij de overgangen tussen de verschillende zones vraagt dit extra aandacht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0006.jpg"

Afb. 6 Zoneringsplan

Hieronder volgt de beschrijving van de zeven zones met elk hun eigen identiteit.

Zone 1. Campus

Gebied: Zernike

Identiteit: Karakteristiek voor de campus is de groene, parkachtige verblijfsruimte met architectonisch vormgegeven gebouwen. De tramlijn komt in de centrale groenstructuur als de centrale as die dwars door de campus loopt. De haltes bij het centrale plein versterken het hart van de campus als een bijzondere plek in het gebied (Zie aanduiding P1 op afbeelding 7).

Zone 2. De naoorlogse stad

Gebied: Zonnelaan, Eikenlaan en Kastanjelaan

Identiteit: Sterke laanstructuur met centrale verblijfsruimten in de woonwijken. Een ruim profiel (dwarsdoorsnede) waarin het verkeer hoofdzaak is. Langs de lanen staan veel bomen. Door de aanleg van een vrij liggende trambaan wordt het lanenkarakter van de Zonnelaan, Eikenlaan en Kastanjelaan versterkt.

Zone 3. Oude wijken

Gebied: Noorderstationsstraat

Identiteit: Vooroorlogse bebouwing, deel van de oude stad buiten de walstructuur. Een overgangsgebied tussen de binnenstad en het uitleggebied. De zone wordt begrensd door twee poorten: het Noorderstation en de oude vestingwal (bij het Noorderplantsoen). In dit gebied worden trambaan en autoverkeer gecombineerd in een zogenaamd straatspoor. Er komen vrijliggende fietspaden. Het groen in de Noorderstationstraat bestaat uit bomen in de parkeerstrook.

Zone 4. Vesting

Gebied: Noorderplantsoen met de kop van de Korreweg (noordelijke vesting)

Identiteit: Dit was de noordelijke vestinggrens. Het Kurkstraatje, waar de tram doorheen rijdt, is de exacte grens van de oude vesting. De poortfunctie van het Kurkstraatje wordt versterkt.

Gebied: Verbindingskanaal, Heresingel, Hereplein en Herebrug (zuidelijke vesting)

Identiteit: Dit was de zuidelijke vestinggrens. Het stuk vanaf het Hereplein tot en met de Herebrug kan als poort voor de binnenstad gaan dienen. De Herebrug vormt een belangrijke historische entree naar de binnenstad. Door het autoverkeer te weren van de Herebrug wordt het gebied aantrekkelijker als verblijfsgebied. Het Hereplein vormt een waardevolle plek in de stad met zijn monumentale bomen, monumentale gemetselde banken en het Tschumipaviljoen.

Zone 5. Gedempt diep

Gebied: Boterdiep

Identiteit: Gebied in ontwikkeling. De aanleg van de tramlijn kan de gewenste identiteit van het Boterdiep, als centrum van het creatieve Ebbingekwartier, een enorme impuls geven. De inrichting van het Boterdiep maakt onderdeel uit van het boomstructuurplan.

Zone 6. Binnenstad

Gebied: Kattenhage, Sint Walburgstraat, Kreupelstraat, Grote Markt, Oosterstraat en Gelkingestraat Identiteit: Deze straten behoren tot de echte binnenstad en hebben een binnenstedelijk karakter. Van het Kattenhage tot en met de Kreupelstraat ligt een kans om dit karakter te versterken. In dit gebied geldt het beleid van de nota ‘Ruimte voor Ruimte’: een zorgvuldige hoogwaardige inrichting van gevel tot gevel. De tram is een meer stedelijke manier van openbaar vervoer dan de bus. De aanleg van de tramlijn biedt kansen om het binnenstedelijke karakter in materialisatie tot uiting te brengen.

Gebied: Herestraat

Identiteit: De Herestraat is een drukke winkelstraat in de binnenstad. De straat vormt de entree naar het centrum van de stad. De nieuwe inrichting van de straat laat duidelijk zien dat het alleen voor voetgangers en het openbaar vervoer toegankelijk is (geen auto- en fietsverkeer).

Zone 7. Diepenring

Gebied: Gedempte Zuiderdiep

Identiteit: Het Gedempte Zuiderdiep is het zuidelijk deel van de diepenring. De historische diepenstructuur fungeert als stedenbouwkundige basis. De voetpaden, fietspaden en ventwegen vormen samen als het ware de kade. De geasfalteerde busbaan is het (gedempte) diep. Tussen de kade en het diep staan bomen. De ruimtelijke continuïteit van het Gedempte Zuiderdiep wordt vastgehouden en waar nodig versterkt. Heldere vormgeving van de kruispunten is noodzakelijk, zodat de indeling duidelijk is voor elke weggebruiker.

3.2.2 Plekken, accenten en haltes

Naast zones zijn er langs het tramtracé plekken, accenten en haltes benoemd (zie afbeelding 7). Accenten en plekken zijn bijzonderheden in de zones. Deze krijgen meer aandacht in de vormgeving zodat ze opvallen langs de lijn. De accenten en plekken zijn herkenbaar en versterken de oriëntatie van de tramreizigers. Het zijn duidelijke markeringspunten langs het tramtracé.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0007.jpg"

Afb. 7 Plekken, accenten en haltes

De plekken, accenten en haltes worden onderstaand beschreven. De letter-cijferaanduiding in de beschrijving verwijst naar hun ligging op het afgebeelde kaartje.

Plekken

P1: Zernike plein.

Het centrale plein van de campus is een plek met veel potentie, die vraagt om een nadere invulling.

P2: Viaduct Noordelijke Ringweg. Deze wordt geaccentueerd als poort tussen Zernike Campus en de wijk Paddepoel.

P3: Kruispunt winkelcentrum Paddepoel.

Rotonde en halte maken deze plek tot een markeringspunt bij de kruising Zonnelaan-Eikenlaan. Daarnaast vormt deze plek het entreegebied van het winkelcentrum Paddepoel.

P4: Kruispunt Eikenlaan en Kastanjelaan.

De rotonde en halte zorgen voor een herkenbaar kruispunt. Deze plek vormt het entreegebied van het winkelcentrum Selwerd.

P5: Noorderstationsplein.

Dit is een belangrijk knooppunt voor het openbaar vervoer: trein, bus en tram komen hier samen. De aanleg van de tramlijn biedt de kans om het hele Noorderstation aan te pakken: Wijken worden weer met elkaar verbonden, er ontstaat meer levendigheid, het gebied wordt weer aantrekkelijk en de sociale veiligheid verbetert. Bij de aanleg van de tramlijn wordt rekening gehouden met deze gewenste ontwikkelingen voor het Noorderstationsplein.

P6: Kop Korreweg.

Dit is de plek waar verschillende verbindingen uit het heden en verleden samenkomen. Deze plek wordt het entreegebied van de Korrewegwijk.

P7: Grote Markt.

De Grote Markt is het centrum en de ‘huiskamer’ van de stad. Door de nieuwe oostwand, die 30 meter naar voren wordt gehaald, ontstaat een kleiner en intiemer plein. Dit plein is vergelijkbaar met het plein van voor de oorlog. De aanleg van de tramlijn biedt de mogelijkheid, anders dan met de bus, het openbaar vervoer op de markt te handhaven en toch een kwalitatief hoogwaardige inrichting van de markt te realiseren.

P8: Gedempte Zuiderdiep.

De diepenstructuur van het Gedempte Zuiderdiep (zie de beschrijving van zone 7) moet erkenbaar blijven en de ruimtelijke continuïteit moet gewaarborgd worden.

P9: Het Hoofdstation.

Het Hoofdstation is als centraal vervoerknooppunt duidelijk herkenbaar.

Accenten

A1: Einde Hondsrug.

De Hondsrug is een zandrug in Drenthe en Groningen die zich van Emmen tot de stad Groningen uitstrekt. Groningen is ontstaan op het noordelijke uiteinde van de Hondsrug op ongeveer 9 meter boven het NAP. De Hondsrug eindigt met de noordelijke begraafplaats in een punt aan de Eikenlaan. Vanaf de Eikenlaan start een fietspad langs de begraafplaats met een rij grote bomen. Deze mogen beter zichtbaar worden als het einde van de Hondsrug. Zo ligt er een accent op de Hondsrug als onderdeel van de ontstaansgeschiedenis van Groningen.

A2: Hereplein.

Het Hereplein is onderdeel van de groene singel ten zuiden van het centrum. Het accentueert de entree van de binnenstad en de rand van de vesting. Het is een singel met monumentale bomen en villa’s. Het Hereplein is een van de twee groene rotondes aan deze singel. De andere is het Emmaplein. Het is een parkachtig verkeersplein en een zeer herkenbare plek in de stad. Naast de monumentale bomen, staan er twee monumentale gemetselde banken en een modern kunstwerk, het Tschumipaviljoen dat wordt gebruikt voor media-, kunst-, en cultuuruitingen. Naast de parkachtige uitstraling is het vooral een verkeersplein. Het openbaar vervoer rijdt door het midden en het overige verkeer rijdt er omheen.

A3: Herebrug.

Dit accent ligt over het Verbindingskanaal en functioneert als belangrijke toegang tot de binnenstad. Het Verbindingskanaal en de singels bevinden zich op de locatie van de vroegere stadswal. De Herebrug is onderdeel van een reeks bruggen over het Verbindingskanaal: Oosterbrug, Herebrug, Werkmanbrug (Groninger Museum) en de Emmabrug. De bruggen vormen samen met het Verbindingskanaal een duidelijke grens die de binnenstad markeert. De Herebrug is eveneens het begin van de lange Hereweg richting Haren. Het Verbindingskanaal is onderdeel van de staande mastroute (een vaarroute voor boten met een staande mast). In de zomermaanden staat de brug dus geregeld open.

Haltes

Er zijn drie categorieën haltes. Het belang en de intensiteit van het gebruik bepalen de categorieindeling. En de categorie is weer bepalend voor de vormgeving van de halte.

Categorie1: Overstaphaltes

Dit zijn overstaphaltes voor trein en bus, met meestal een verbinding met de regio. Deze haltes zijn voornamelijk voor woon- werkverkeer. De haltes zullen zeer frequent gebruikt worden, daarom krijgen ze een bijzondere, prominente vormgeving. Tot deze categorie behoren:

  • Noorderstation (H7)
  • Zuiderdiep (H10)
  • Hoofdstation Groningen (H11)

Categorie 2: Essentiële haltes

Deze haltes zullen hoog in gebruik zijn door hun ligging aan een belangrijke functie. Ze krijgen hierom speciale aandacht voor de vormgeving. De haltes in deze categorie zijn:

  • Zernike Plein (H1)
  • Zernike Campus (H2)
  • Winkelcentrum Paddepoel (buitenstedelijk van belang) (H5)
  • Grote Markt (H9)

Categorie 3: Normale haltes

Buurt/locatie ondersteunende haltes. Deze krijgen een nette, herkenbare vormgeving. Deze categorie bestaat uit de haltes:

  • Zernikelaan (H3)
  • Zonnelaan (H4)
  • Selwerd (H6)
  • Boterdiep Bloemsingel (H8)