direct naar inhoud van 5.2 Ruimtelijk en gebruiksconcept
Plan: Bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP481Poelestrac-oh01

5.2 Ruimtelijk en gebruiksconcept

5.2.1 Stedenbouwkundige randvoorwaarden

In het bestemmingsplan 'Binnenstad 1995' is de Grote Markt-oostzijde samen met de Grote Markt noordzijde als reconstructiebied aangewezen. In het bestemmingsplan is ook reeds rekening gehouden met het opschuiven van de rooilijn (zie paragraaf 2.3/afbeelding 2).


Met de aanwijzing tot reconstructiegebied wordt onderkend dat een herontwikkeling van dit deel van de binnenstad gewenst c.q. noodzakelijk is.


Ruimtelijke ingrepen bij de wederopbouw hebben - zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven - een grote inbreuk gemaakt op de ruimtelijke en gebruikskwaliteit van de Grote Markt. De noord- en oostwand werden teruggelegd om de oriëntatie op de Martinitoren vanuit de Oosterstraat mogelijk te maken. Met name in de noordoosthoek van de Grote Markt ontbreken pleinwanden en daarmee de ruimtelijke begrenzing.


Inzet van het bestemmingsplan 'Binnenstad 1995' en ook van het bestemmingsplan 'Poelestraat-achterzijde' is om de ruimtelijke en functionele problemen van een passende oplossing te voorzien. De Grote Markt-oostzijde moet - met inachtneming van de historische en ruimtelijke kenmerken van de stad - weer een bruisend onderdeel van de binnenstad vormen.


Al jarenlang is het beleid in de binnenstad gericht op handhaving van de verscheidenheid en menging van stedelijke functies. In culturele en sociale zin gaat het om het creëren van een zo aangenaam mogelijk woon-, werk- en verblijfsklimaat. In economische termen om het voorkomen van een eenzijdige ontwikkeling naar een dominerende functionele monocultuur, die de economische structuur van de binnenstad of delen hiervan kwetsbaar maakt.


De grote diversiteit aan functies en daarmee samenhangende veelkleurigheid van de binnenstad moet worden gehandhaafd en daar moet de Grote Markt-oostzijde een wezenlijke bijdrage aan leveren. Met die ambitie is het voorliggende plan ontwikkeld. Dit plan biedt de ruimte voor de ontwikkeling van de Poelestraat-achterzijde.

5.2.2 Achterkant Poelestraat

Tussen het Forum en de achterkant van de Poelestraat wordt een nieuwe doorgaande route gecreëerd die aan de zuidzijde wordt begrensd door kleinschalige bebouwing. Daarmee kunnen de functies van de Poelestraat zich ook op dit gebied oriënteren en ontstaat een aantrekkelijk nieuw verblijfsgebied. De invulling van de nieuwe bebouwing bestaat uit slanke hoge gebouwen (met hoge begane grond) met voornamelijk horecavoorzieningen. Winkels, of bijvoorbeeld een galerie en andere publieksfuncties zijn evenzeer mogelijk en gewenst. De verdiepingen krijgen bij voorkeur een woonfunctie. Voortzetting van de functies van de begane grond naar de erboven gelegen bouwlagen is mogelijk, maar moet wel worden afgewogen tegen het behoud van de woonfunctie van het gebied. De nieuwe bebouwing wordt eventueel afgewisseld met open (groene) tuinen ten behoeve van terrasfuncties. Het plan biedt de mogelijkheid voor een verscheidenheid aan stedelijke functies die zich maximaal oriënteren op de openbare ruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP481Poelestrac-oh01_0006.jpg"


Afb. 6 Impressie Poelestraat-achterzijde

5.2.3 Verkeersconcept

Bereikbaarheid

Groningen heeft een naam hoog te houden als het gaat om een zorgvuldige balans tussen bereikbaarheid en leefbaarheid in de binnenstad. Sinds de invoering van het verkeerscirculatieplan – inmiddels meer dan 30 jaar geleden – wordt systematisch gewerkt aan een integraal ruimtelijk-economisch beleid. De binnenstad is grotendeels het domein van voetgangers en fietsers. Het openbaar vervoer brengt passagiers tot in het hart van de binnenstad, in casu tot op de Grote Markt. Doorgaand autoverkeer wordt door middel van een sectorensysteem uit het centrum geweerd. De parkeergelegenheid voor auto's, die voor het functioneren van de binnenstad van groot belang is, wordt steeds meer in gebouwde voorzieningen geconcentreerd, die bereikbaar zijn vanaf de verdeelring rondom de binnenstad (de diepenring).

De ontwikkeling van de oostzijde van de Grote Markt zal meer bezoekers naar dit deel van de binnenstad trekken. De bereikbaarheidsfilosofie blijft consistent met het bovengeschetste verkeersbeleid. Er zullen slechts beperkte, lokale ingrepen noodzakelijk zijn om de bereikbaarheid van dit plangebied, met name de daarin opgenomen parkeergarage, mogelijk te maken.

Autoverkeer

Het plangebied is autoluw. De Poelestraat is voetgangersgebied. Slechts bevoorradingsverkeer heeft gedurende de vensteruren toegang tot het plangebied. Ook het nieuwe straatje tussen het Forum en Poelestraat-achterzijde wordt ingericht als voetgangersgebied. De bevoorrading van de nieuwe panden aan dit straatje vindt, evenals het Forum, plaats via de Schoolstraat. Voor hulpdiensten moet het plangebied aan meerdere zijden bereikbaar zijn (ook via de Nieuwe Markt).

Parkeren

Onder de Nieuwe Markt wordt een parkeergarage gebouwd. Deze zal plaats bieden aan maximaal 400 parkeerplaatsen, wat een uitbreiding betekent ten opzichte van de capaciteit van de huidige bovengrondse parkeergarage (230 plaatsen). De nieuwe parkeergarage voorziet niet alleen in de parkeerbehoefte van het Forum en de nieuwe oostwand, maar - samen met de andere parkeergarages binnen en rondom de diepenring - van de hele binnenstad. Ze vervangt ook een deel van de bestaande parkeerplaatsen in de openbare ruimte, die na de realisatie van de ondergrondse parkeergarage worden opgeheven. Per saldo blijft het aantal parkeerplaatsen ongeveer gelijk.

Openbaar vervoer

Voor het op peil houden en verbeteren van de bereikbaarheid van de regio Groningen-Assen is het Kolibri-OV-netwerk ontwikkeld. Het concept bestaat uit verbetering van het regionaal openbaar vervoer (snelle busverbindingen, hoogwaardig regionaal spoorvervoer), de P+R-Citybus en hoogwaardige openbaar vervoer-assen in de stad. Onderdeel hiervan is de regiotram. Er wordt naar gestreefd om in de periode 2010-2015 een tweetal tramlijnen door de stad aan te leggen. De eerste lijn loopt van het hoofdstation naar Zernike (lijn 1). Het tracé van deze tramlijn is inmiddels door de gemeenteraad vastgesteld. De tweede verbindt het hoofdstation met het UMCG en Kardinge (lijn 2). Het tracé voor deze lijn staat nog niet vast.

Het tracé voor lijn 1 loopt via de Oosterstraat langs de oostzijde van de Grote Markt richting Kreupelstraat. Nabij de Martinitoren wordt een halte gesitueerd. De komst van een tramverbinding maakt het mogelijk de Grote Markt (en aanliggende straten) vrij te maken van busverkeer. De bushaltes verdwijnen dan.

Behalve voor het stadsvervoer is De Grote Markt ook bereikbaar voor taxi's. De officiële taxistandplaatsen bevinden zich aan de noordzijde van de Grote Markt.

Langzaam verkeer

De functies in het gebied moeten goed bereikbaar zijn voor voetgangers. Dit betekent dat er aantrekkelijke, sociaal-veilige voetgangersroutes door het gebied moeten komen te liggen. Speciale aandacht is nodig voor de relatie met de openbaar vervoerhaltes en met de (voetgangers)toegangen tot de parkeergarage en de fietsenstalling. De nieuwe straat tussen het Forum en de Poelestraat kan na sloop van de Nabergarage onderdeel worden van het voetgangersgebied.

Doorgaande fietsroutes lopen via de Sint Jansstraat (oost-west v.v.) en langs de oostzijde van de Grote Markt (noord-zuid v.v.). Dit is in de huidige situatie ook het geval en zal niet veranderen door deze plannen. Onder de Nieuwe Markt wordt een ondergrondse fietsenstalling gerealiseerd met circa 1500 tot 1700 plaatsen. Stallen in de openbare ruimte, met name op de Nieuwe Markt, is niet wenselijk.

5.2.4 Groen

Algemeen

De binnenstad is de versteende neerslag van meer dan 950 jaar bouwen aan de stad. Dit heeft geresulteerd in een enorme verdichting van die stad. Tegenover de continuïteit van de bebouwing en de veelal versteende openbare ruimte staat de waardevolle en contrastrijke uitzondering van het groen, de longen van de stad. Dit laatste is het geval in de pleinenreeks van Groningen. Na de Vismarkt, een stenen plein met groene randen, de Grote Markt, als toppunt van stedelijkheid een volledig stenen plein, is het Martinikerkhof het groene hart van de binnenstad, een oase van rust. Het contrast kan niet groter zijn.

De Prinsentuin is met haar royale afmetingen op de schaal van de binnenstad een bijzonder, cultuurhistorisch waardevol, verborgen stuk stad waarmee zuinig moet worden omgesprongen. Daarnaast hebben de groengebieden door hun relatieve grootte een ecologische betekenis. Verborgen groen is van belang op het niveau van de stad als onderdeel van de longen van die stad. Op het niveau van het blok als groene rustgebieden, als contrast tegenover de stenen, openbare en vaak drukke straat. Zij zorgen mede binnen het stedelijk blok voor woonkwaliteit.

Op verschillende plaatsen in de stad zijn semi-openbare ruimtes. Deze ruimtes, 'de Verborgen Stad' danken hun kwaliteit voor een belangrijk deel aan het contrast tussen druk en rust, tussen steen en groen. Als zodanig zijn het uiterst waardevolle gebiedjes in de binnenstad waar zeer zorgvuldig mee moet worden omgegaan.

De groenstructuur van de binnenstad is een belangrijk identiteitsdrager voor de stad en vergroot de herkenbaarheid van het ruimtelijk stadsbeeld. In uiterlijk en functie dragen echter alle groenvoorzieningen in grote mate bij aan de sfeer van het stedelijk leven: als contrast met het drukke stadsleven.

Groenconcept

In en rondom het plangebied komen op diverse plaatsen bomen voor, waarvan sommige monumentaal zijn. Er wordt naar gestreefd om deze bomen, als dat kan, te behouden, met name op de Nieuwe Markt. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van en de sfeer op het nieuwe plein. Een aantal kunnen echter als gevolg van de bouwplannen niet worden gehandhaafd. Zij zullen worden gekapt of indien mogelijk verplaatst. Voor meer uitgebreide informatie wordt verwezen naar subparagraaf 6.2.

5.2.5 Openbare ruimte

De stedelijke identiteit

Het historisch karakter van de binnenstad blijft sterk bepalend voor het eigen gezicht van de stad. Dat wordt zichtbaar door de vele monumenten en beeldbepalende panden die de binnenstad rijk is en het historisch samenstel van straten en pleinen.
Maar ook functies drukken in hoge mate hun stempel op de identiteit van Groningen. In de binnenstad is merkbaar dat Groningen een opleidingsstad is, met een universiteit en een scala aan hogeschoolstudies waaronder kunst-, architectuur- en muziekopleidingen.


Dat is voelbaar in de aanwezigheid van de instituten en minstens zo sterk in de activiteiten die daardoor opgeroepen worden, door de mensen die de straten bevolken, de podia, de kunst en de boeken die te zien en te koop zijn.


Groningen is van oudsher koopstad, handelsstad. In de nota Binnenstad Beter, basis voor het binnenstadsbeleid in Groningen op dit moment, wordt de schijnwerper gericht op het kernwinkelapparaat als belangrijk element van de economische bedrijvigheid. Daarmee is de betekenis van de binnenstad niet beschreven, maar is een voor het beleid in deze periode relevant accent gelegd.


In de nota 'Ruimte voor Ruimte' wordt de binnenstad getypeerd als een aantal elkaar overlappende stadskarakters: de beheerste stad, de karakteristieke stad, de expressieve stad en de verborgen stad. Vier manieren van kijken, waarbij als het ware steeds één betekenislaagje van de stad geïsoleerd en zichtbaar gemaakt wordt.


Sinds 1976 al wordt er in het Gronings beleid de nadruk op gelegd dat in de binnenstad alles samenkomt, alles te vinden moet zijn, voor bijna alles ruimte moet zijn. Dat heeft geleid tot een zeer intensief gebruik van de door de diepenring gemarkeerde vierkante kilometer. Meer dan in andere steden hebben functies daar of in de directe omgeving hun plek gehouden. De wereld op loopafstand. Het heeft bijgedragen aan de drukte en levendigheid die de binnenstad kenmerkt en aan de naam die de binnenstad elders heeft.


Concept openbare ruimte
De openbare ruimte binnen het plangebied sluit naadloos aan op het bestaande netwerk van de stad. Er is naar gestreefd geen geweld te doen aan de waardevolle historisch hiërarchie van straten en pleinen van de stad. De positie van de verbinding tussen Grote Markt en Nieuwe Markt, de breedtemaat van deze verbinding en daarmee het karakteristieke verschil in betekenis tussen beide pleinen getuigt hiervan.


Aan de pleinenreeks Grote Markt-Vismarkt wordt met de plannen voor de Grote Markt-oostzijde een nieuw plein toegevoegd, de Nieuwe Markt. De nieuwe bebouwing in de oostwand ligt aan twee van deze pleinen. Ze grenst aan de Grote Markt, maar vormt tevens één van de gevelwanden van het nieuwe plein. Dit plein wordt gedomineerd en bepaald door de belangrijkste functie aan dit plein, het Forum, vergelijkbaar met het gebouw van de Academiegebouw aan het Broerplein. De inrichting van de openbare ruimte is daaraan gerelateerd. Zoals in 'Ruimte voor Ruimte' de pleinen worden gezien als onderdeel van de karakteristieke stad geldt dit ook voor de Nieuwe Markt. Een openbare ruimte met een inrichting toegespitst op het Forum en de overige omringde functies. De rest van de straten sluiten aan op de beheerste stad met haar gele klinkerbestrating.