direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Campus Augustinus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP478CampusAugusti-oh01

3.2 Ecologie

Voor het ecologisch beleid gelden de volgende twee toetsingscriteria cq. voorwaarden voor ontwikkeling.

  • 1. behouden en ontwikkelen Stedelijke Ecologische Structuur. Deze kaart is door de raad vastgesteld en bepaalt waar belangrijke groengebieden liggen dan wel verbindingszones. Deze gebieden en zones dienen behouden te worden en waar mogelijk versterkt. Aan de westkant bevindt zich het al vastgestelde ecologisch kerngebied Eelderbaan. Aan de zuidkant bevindt zich een nog niet door de raad vastgestelde te behouden en versterken groenverbinding met ecologische waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP478CampusAugusti-oh01_0015.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP478CampusAugusti-oh01_0016.jpg"

  • 2. het door de raad vastgestelde doelsoortenbeleid. Dit beleid formuleert specifieke inrichtings- en beheeradviezen die gebaseerd zijn op de natuurlijke bodemgesteldheid en landschappelijke kenmerken. In het huidige plan is dit Doelsoortenbeleid West.

De ecologische waarden komen overeen met de groenstructuren van de boswallen. Deze waarden worden bepaald door de verhoudingsgewijs redelijke oppervlakten met daarbij verschillende soorten bomen en een gevarieerde onderbeplanting met verschillende soorten struiken.

De zuidelijk gelegen boswal heeft door zijn afmetingen en verbindende waarde de grootste betekenis. Die verbindende waarde wordt bepaald door de aansluiting met het ecologische kerngebied Eelderbaan.

In het gebied is een ecologische quickscan uitgevoerd. De waarden, die vooral uit verschillende en beschermde vogels, amfibieƫn en zoogdiersoorten bestaan, worden vooral bepaald door de groenstructuren en de aansluiting met het ecologische kerngebied Eelderbaan. In deze groepen zijn geen soorten te verwachten waarvoor ontheffing dient te worden verleend. De groenstructuur verdient zondermeer het belang van behoud en versterking.

De sportvelden worden als foerageergebied door scholeksters gebruikt. Een vleermuisscan (voordat gebouwen gesloopt worden en groen wordt verwijderd) moet plaatsvinden. Alle vogels zijn beschermd. Kap en verwijderen van groen mag alleen buiten het broedseizoen plaatsvinden. Voor alle werkzaamheden dient gewerkt te worden volgens de zorgplicht.

De ontwikkellocatie ligt op voldoende afstand van het Natura 2000-gebied Leekstermeer en Peizermaden (1,5 km) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS, ca 2,5 km).

Bij het ontwikkelen van de locatie wordt ernaar gestreefd om natuurwaarden zoveel mogelijk te behouden en te ontwikkelen. Daarnaast wordt in het kader van duurzaamheid en leefbaarheid ook getracht in en aan gebouwen zoveel mogelijk natuurwaarden te verbinden.

Randvoorwaarden en wensen

  • 1. het versterken van met name de zuidelijke houtwal, door inplant van inheemse soorten, stinzenplanten en een verbinding naar de Eelderbaanzone. Deze houtwal tussen het plangebied en het bedrijventerrein (aan de zuidzijde van het gebied) dient hiervoor te worden aangevuld en opgewaardeerd tot een aaneengesloten boswal, waarvan de breedte minimaal 25-30 m inclusief waterberging bedraagt.
  • 2. het verwijderen van de beschoeiing en het maken van een natuurvriendelijke oever aan de westkant van de locatie.
  • 3. het aanbrengen van faunavoorzieningen in gevels: 8-10 gierzwaluwneststenen, 2 koolmees-, 2 pimpelmeesneststenen, 2 vliegenvangerneststenen en 2 vleermuiskasten.
  • 4. waar mogelijk: vegetatiedaken en gevelbegroeiing toepassen.