direct naar inhoud van 2.2 Openbare ruimte
Plan: Bestemmingsplan Campus Augustinus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP478CampusAugusti-oh01

2.2 Openbare ruimte

2.2.1 Groenstructuur

Bij de inrichting van het groen is het voor de realisatie van een leefbare omgeving belangrijk geconcentreerd (dat wil zeggen niet versnipperd) groen te realiseren. Dit geeft een hogere belevingswaarde en waarborgt de kwaliteit op lange duur omdat dit beheerbaar blijft. De bomenrij langs de Diamantlaan (oostzijde) moet - op termijn - worden aangevuld omdat deze een voor de stad belangrijke bomenhoofdstructuur vormt.

Het uitgangspunt bij de ontwikkeling –geen bomen kappen voor de planontwikkeling- wordt bereikt. Door gebruik te maken van de bestaande inrit naar de huidige sportgebouwen en het gebouw op te schuiven op de kavel hoeven geen bomen te worden gekapt. Om de boomstructuur langs de Diamantlaan te versterken is het wenselijk de onderbeplanting (volgens de Algemene Plaatselijke Verordening 'houtopstand') te rooien. Volgens deze APV moet hiervoor een kapverguning worden aangevraagd. Dit wordt t.z.t. gedaan. De naastgelegen groenstrook aan de zuidzijde wordt verbreed en ingericht als ecologische zone. Het voetpad in het gebiedje blijft gehandhaafd. De te kappen houtopstand wordt gecompenseerd in de naastgelegen aan te leggen ecologische strook.

De populieren aan de noordzijde van het plangebied moeten, vanwege matige kwaliteit, worden vervangen door duurzame hardere boomsoorten.De boswal aan de westzijde van het plangebied (langs het water) moet worden behouden in combinatie met het hierdoor lopende voetpad.

De scheidende groenstrook tussen het plangebied en het Noorderpoortcollege blijft behouden. De nieuwe bebouwing moet minstens 5 meter uit de boomkroon blijven. De singel kan wel doorkruist worden t.b.v. de ontsluiting van de nieuwe kavels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP478CampusAugusti-oh01_0013.jpg"

groenstructuur rondom het plangebied

2.2.2 Waterstructuur

De waterstructuur wordt beschreven in paragraaf 3.3.