direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Driebond
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP465bedrDriebond-oh01

3.2 Ecologie

Huidige kenmerken en waarden

Het plangebied bestaat nagenoeg geheel uit bedrijfsterreinen en overeenkomstige panden. Het gebied is grotendeels verhard, alleen aan de randen is groen aanwezig. Panden kenmerken zich door platte daken. Op sommige platte grinddaken broeden scholeksters.

De grootste ecologische waarden liggen aan de westkant langs de Euvelgunnerweg. Hier, ter plaatse van de verdwenen oude Hunzeloop, zijn de bermen nog redelijk breed en soortenrijk en liggen tevens oude erfbeplantingen. Er leven verschillende zoogdier-, vogel-, vlinder- en amfibiesoorten. Deze gefragmenteerde zone staat op de ecologische structuurkaart aangemerkt als te ontwikkelen en te versterken groenverbinding.

Het is een groenader die de kerngebieden slibdepot Eemskanaal en Hunzezone voor genoemde diergroepen ontsluit en verbindt. Verschillende vleermuissoorten gebruiken de boomstructuren en of waterpartijen als trekroute en foerageergebied. De trekroutes zijn wettelijk beschermd. Behoud en versterking van deze zone is van groot belang. Genoemde kerngebieden en verbindingszone zijn vastgesteld op de Stedelijke Ecologische Structuurkaart van 2007/2008. Genetische uitwisseling en klimaatopwarming vragen om duurzame goed functionerende verbindingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP465bedrDriebond-oh01_0022.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP465bedrDriebond-oh01_0023.jpg"

Optimale stadsverbindingen zijn minimaal 25 meter breed en bevatten een water-, boom-, struik- en kruidlaag om voor een doelsoort als bunzing en egel passeerbaar te zijn. Bij langere of gefragmenteerde verbindingszones zijn aansluitende kleinere groengebieden als ondersteuning van belang. Alle boomstructuren in het gebied zijn waardevol voor vogels en vleermuizen als nestplaats, voedselvoorziening en trekroute.

De waterstructuur bestaat uitsluitend uit sloten en greppels die aan de westkant langs de Euvelgunnerweg liggen. Deze kleine wateren vormen biotopen voor waterplanten, libellen en amfibieën. Het talud van de oevers is zo steil dat er relatief weinig ruimte is voor oeverplanten. De zuidelijke gerealiseerde ecologische kwaliteit van de Hunzezone is hier in potentie aanwezig.

Gewenste ontwikkeling

Voor de groenstructuur geldt dat er gestreefd wordt naar behoud, ontwikkeling en verbinding. De boom- en struikstructuur langs de Euvelgunnerweg moet soortenrijker en verder ontwikkeld worden alsook aansluiten op zuidelijke Hunzezone (Gotenburgweg en vervolg Euvelgunnerweg) en het noordelijke slibdepot. De noordelijke aansluiting kan het beste langs de oever van het Winschoterdiep onder de toekomstige brug worden gerealiseerd. Sloten langs de Euvelgunnerweg kunnen hier mogelijk van een holle oever worden voorzien. Dit zal een sterk positieve invloed op de ecologische waarden hebben. Om de ecologische verbinding te ondersteunen moet één van de kavels geheel of gedeeltelijk ecologisch worden ingericht.

Voor ecologische wateren wordt gestreefd naar een hogere waterkwaliteit (sanering riooloverstorten), doorzicht, doorstroming, ondergedoken waterplanten en het ontwikkelen van ecologische oevers. Inrichting en beheer van alle ecologische structuren moet afgestemd zijn op het doelsoortenbeleid.

Overige aandachtspunten

De bouwwijze van dit stadsdeel kenmerken zich voor een groot deel door het ontbreken van holten en spleten in daken en gevels. Deze holten zijn van belang voor waardevolle stadsdieren als kwikstaarten, roodstaarten en verschillende vleermuissoorten. De aantallen van deze soorten nemen stadsbreed af. Anderzijds zijn grind- en schelpendaken juist op bedrijventerreinen van belang voor vogels als scholekster en visdief. Deze kunnen in dit stadsdeel worden gestimuleerd.

Door middel van quickscans en zonodig nader onderzoek dienen de ruimtelijke ontwikkelingen getoetst te worden aan de Flora- en faunawet alsook het stedelijke ecologisch beleid. Torenvalk-, zwaluw- en uilennestplaatsen zijn jaarrond beschermd.

Bij nieuwbouw moet tevens nadrukkelijk ingezet worden op het realiseren van dakvegetaties en gevelgroen. Deze dragen in een intense stad in hoge mate bij aan verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving. Daarnaast is bij renovatie- en nieuwbouwplannen het noodzakelijk voorzieningen voor soorten als vleermuizen en vogels als randvoorwaarde op te nemen.

Het plangebied ligt op een ruime afstand van Natura 2000 gebieden (Peizermaden ca. 7 km) en de Ecologische hoofdstructuur (Koningslaagte ca. 3 km).