direct naar inhoud van 3.1 Archeologie
Plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Driebond
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP465bedrDriebond-oh01

3.1 Archeologie

In 1992 is door de Nederland het verdrag van Valetta ondertekend, in de volksmond ook wel 'verdrag van Malta' genoemd. In dit verdrag spraken de Europese Staten af om beter rekening te houden met archeologisch erfgoed in de bodem. Een groot gedeelte van het zogenaamde bodemarchief is na de Tweede Wereldoorlog al vernietigd, zonder te zijn gedocumenteerd.

Het verdrag van Malta is wettelijk vertaald met een ingrijpende wijziging in de Monumentenwet '88 en enkele andere wetten, zoals de ontgrondingenwet en de Woningwet. Hierin wordt de verantwoordelijkheid voor een goede omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden bij de gemeenten gelegd. De bescherming van die waarden dient te worden meegenomen in de ruimtelijke ordening, d.w.z. de bestemmingsplannen.

Elk bestemmingsplan dient vanaf 1 september 2007 daarom een paragraaf archeologie te bevatten, waarin wordt aangegeven welke archeologische waarden in het plan aanwezig, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast dient het bestemmingsplan regels te bevatten om eventueel aanwezige archeologische waarden te beschermen. Daarmee wordt de aanvrager van een dergelijke vergunning verantwoordelijk voor behoud van archeologisch erfgoed.

Van een aantal terreinen in dit bestemmingsplan is bekend dat zij archeologisch waardevol zijn. Dit betreft met name de oude oeverwallen die zich in het plan bevinden.

Echter, in het grootste gedeelte van het plan is géén archeologisch (voor)onderzoek verricht. Dit heeft tot gevolg dat in die gebieden het archeologisch onderzoek verplaatst wordt naar het moment dat er een omgevingsvergunning aangevraagd is. Om het bestemmingsplan 'Malta-proof' te maken is het dus noodzakelijk dat er een vergunningstelsel opgenomen wordt in de gebieden waar er archeologische waarden verwacht worden.

Oeverwallen van de Hunzezone

In het bestemmingsplan Driebond zijn nog de oude oeverwallen van de Hunze aanwezig. Dit zijn in het verleden aantrekkelijke vestigingsplaatsen geweest. Het is daarom niet verbazingwekkend dat resten van een oud nederzettingsterrein al bekend zijn langs de Euvelgunnerweg. Dit terrein (ook wel bekend als terrein Groenenborg) is aangewezen als terrein van hoge archeologische waarde, en staat op de AMK (Archeologische Monumenten Kaart) geregisteerd.

Archeologische onderzoeken uit 1960 door de universititeit van Groningen en in 1990 door Bureau RAAP wijzen uit dat het hier om een verhoogde woonplaats gaat, die vanaf de late middeleeuwen bewoond werd. Het terrein is in dit bestemmingsplan opgenomen als terrein met bekende archeologische waarde. Bij omgevingsvergunningen bouwen en voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt bij een oppervlakte boven de 50 m2 en bij ingrepen dieper dan 40 cm een onderzoeksplicht opgelegd.

Voor het terrein waar de oeverwallen van de Hunze liggen en waar archeologische waarden kunnen worden verwacht, is een zelfde regeling opgenomen maar dan voor een oppervlakte boven de 200m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP465bedrDriebond-oh01_0020.jpg"

ligging van het AMK-terrein aan de Euvelgunnerweg

IJzertijdbewoning aan de Stettinweg

Ook vóór de Middeleeuwen werd er al in het plan Driebond gewoond. In 1997 en 1998 werd aan de Stettinweg een vlaknederzetting uit de eerste twee eeuwen na het begin van de jaartelling opgegraven. De opgraving werd verricht naar aanleiding van de aanleg van wegen en het bouwrijp maken van het industrieterrein Driebond.

De langdurig bewoonde nederzetting uit de eerste eeuw is gelegen op een tamelijk brede oeverwal van de Hunze aan een natuurlijk geul. Behalve een oost-west georiënteerde huisplattegrond werden restanten van voorraadschuren gevonden. Deze bijgebouwtjes, 6-palige spiekers, bleken achteraf veel ouder en te dateren uit de Midden IJzertijd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP465bedrDriebond-oh01_0021.jpg"

rood omlijnd de gebieden met bekende en verwachte archeologische waarden