direct naar inhoud van 8.2 Inspraak
Plan: Bestemmingsplan De oude Hortus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP460DeoudeHortus-oh01

8.2 Inspraak

In de Gezinsbode van 8 april 2009 is de mogelijkheid om gedurende vier weken in te spreken op het voorontwerp-bestemmingsplan De oude Hortus gepubliceerd. Op 23 april 2009 tussen 17.00 en 19.00 uur kon eenieder in het Heerenhuis, Spilsluizen 9 te Groningen binnenlopen tijdens een inloop-inspraakbijeenkomst om een mondelinge reactie te geven op het voorontwerp-bestemmingsplan. Hiervan is gebruik gemaakt door 11 mensen. Ook zijn twee brieven met inspraakreacties ontvangen. Een samenvatting van de belangrijkste punten die naar voren kwamen uit de inspraak is hierna weergegeven. Het volledige inspraakverslag is opgenomen in bijlage 2.

Bebouwing in de rand van het bouwblok ter hoogte van speelplaatsje

De insprekers zijn verbaasd dat de grond aan de rand van de tuin ter hoogte van het speelplaatsje volgens het voorontwerp-bestemmingsplan mag worden bebouwd. Gesteld wordt, dat in de vaststellingsovereenkomst staat dat het zicht op de tuin zal vrijblijven van bebouwing en dat dat ook staat in de raadsmotie.

Gemeentelijke reactie

Naar aanleiding van deze inspraakreactie is de mogelijkheid van bebouwing ter hoogte van het vakwerkhuisje op de kaart van het ontwerp-plan geschrapt.

Monumentale bomen en panden

Het is wenselijk het beschermd stadsgezicht, de monumentale bomen en de monumentale panden op de kaart aan te geven.

Gemeentelijke reactie

Het beschermd stadsgezicht Binnenstad hoort inderdaad op de plankaart thuis. De plankaart is aangepast. Tevens is het beschermd stadsgezicht als dubbelbestemming opgenomen in de voorschriften.

Echter, het is in het algemeen ongewenst en niet conform de gemeentelijke standaard om monumentale bomen op de plankaart van een bestemmingsplan op te nemen. Hiervoor zijn andere wettelijke kaders.

Ook het opnemen van monumenten en beeldbepalende panden op de plankaart, wordt door de gemeente - juist naar aanleiding van de voorgeschiedenis van het voorliggend bestemmingsplan – als zeer onwenselijk gezien. Een dergelijke vermelding op een plankaart heeft, zoals ook in het vigerend bestemmingsplan reeds is gesteld, geen juridische waarde, omdat monumenten en beeldbepalende panden niet via een bestemmingsplan – maar via een procedure op grond van de Monumentenwet -worden aangewezen; dit wordt vaak niet begrepen als dergelijke panden toch voorkomen op een bij het plan behorende kaart. Daarbij komt dat de Wet ruimtelijke ordening een dergelijke vermelding niet vereist. Tot slot is het een nadeel, dat plankaarten waarop dergelijke panden staan moeilijker leesbaar zijn door de veelheid aan informatie. In het kader van de gemeentelijke standaardisering van bestemmingsplannen komen aanduidingen van beeldbepalende en monumentale panden daarom niet meer voor.

Vaststellingsovereenkomst en bouwhoogte

De in de vaststellingsovereenkomst tussen RuG en buurt overeengekomen uitbreidingsplannen moeten via direct bouwrecht mogelijk worden, maar de wijzigingen mogen niet meer bouwmogelijkheden bieden dan afgesproken is. In de vaststellingsovereenkomst is 12.2 meter toegestaan aan de Grote Rozenstraat 19 t/m 27. De gehele vaststellingsovereenkomst zou moeten worden opgenomen in het bestemmingsplan.

Gemeentelijke reactie

De afspraken in de vaststellingsovereenkomst zijn in beginsel een privaatrechtelijke zaak tussen de buurt en de universiteit. De inhoud van het voorontwerpbestemmingsplan was daarom in eerste instantie gelijk aan het vigerende bestemmingsplan, met uitzondering van de inhoud van de raadsmotie en de afspraken over nieuwbouw. Gezien de gevoeligheid van de uitbreidingsmogelijkheden op deze locatie is in overleg met de buurt en de RuG besloten om de vaststellingsovereenkomst te vertalen in het bestemmingsplan. Het verschil is dat de bouwhoogte in meters in plaats van in bouwlagen is aangegeven, vanwege de landelijke standaardisering van bestemmingsplannen. De vaststellings- overeenkomst is opgenomen ter verduidelijking in bijlage 3 van deze toelichting.

In maart 2010 zijn de aanpassingen naar aanleiding van de inspraak besproken met een vertegenwoordiging namens de buurt en met de RuG.

In bijlage 2 bij deze plantoelichting wordt dieper ingegaan op de inspraakreacties. De integrale schriftelijke reacties zijn afzonderlijk bijgevoegd.