direct naar inhoud van 4.3 Toelichting op de artikelen
Plan: Bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP456WoonwHoendiep-vg01

4.3 Toelichting op de artikelen

4.3.1 Artikelsgewijze toelichting

Inleidende regels

De artikelen 1 tot en met 3 bevatten achtereenvolgens de in het plan gebruikte begrippen en hun definitie, de wijze waarop moet worden gemeten en de manier van omgaan met uitmetingsverschillen.

Bestemmingsregels

Artikel 4 Groen

De bestemming Groen omvat de groenstructuur die het woonwagenterrein zelf omringt. Hier mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden opgericht tot een bouwhoogte van 6 meter. Aan de Hoendiepzijde is met een aanduiding 'verkeer' de toegangsweg met parkeerplaatsen naar het woonwagenterrein in deze bestemming opgenomen. Het nutsgebouwtje in de zuidoostelijke hoek van het plangebied valt binnen de vergunningsvrije maximum oppervlakte van 15m2 en is daarom niet op de kaart opgenomen.


Artikel 5 Verkeer

De bestemming Verkeer omvat de weg Hoendiep tot aan de oever van het water Hoendiep. Behalve verhardingen voor het verkeer zijn hier tevens groenvoorzieningen en water toegestaan.

Artikel 6 Water

Deze bestemming is uitsluitend van toepassing op de hoofdwatergang aan de oostkant van het plangebied. Er mogen alleen bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd ten behoeve van de bestemming. Daarmee worden met name dammen en duikers mogelijk gemaakt.

Artikel 7 Wonen-woonwagens

Dit bestemmingsartikel regelt de wijze waarop de woonwagens en de bijbehorende bouwwerken op het terrein mogen worden gebouwd. Het aantal standplaatsen is gemaximeerd op 18 volgens de verkavelingskaart zoals die in de toelichting en in de bijlage bij de regels is opgenomen. Per standplaats zijn meerdere woonwagens toegestaan. Er is een bebouwingspercentage van 30 per perceel vastgelegd voor de totale bebouwing met woonwagens en bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 150m2 per standplaats. In verband met de brandveiligheid dient de onderlinge afstand tussen woonwagens minimaal 5 meter te zijn en de afstand van een woonwagen tot de zijdelingse perceelsgrens 2,50 meter. Voor het centrale voorzieningengebouwtje zijn bouwregels opgenomen. Een aan huis verbonden beroep is bij recht toegestaan; indien dit in een bijbehorend bouwwerk plaatsvindt is hiervoor een afwijking mogelijk. Kleinschalige bedrijvigheid aan huis kan worden toegestaan door middel van binnenplanse afwijking. Dit type bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2 is bovendien bij recht toegestaan op de 4 meest zuidelijk gelegen kavels, omdat deze bedrijvigheid hier al aanwezig is. Hieraan is echter wel de voorwaarde verbonden dat dit slechts is toegestaan als op het perceel tevens gewoond wordt. Voor genoemde vormen van bedrijvigheid kan vergroting van de totale bebouwde oppervlakte per standplaats worden toegestaan tot 175m2. In deze bestemming zijn specifieke gebruiksverboden en gebruiksregels opgenomen om te voorkomen dat ongewenst gebruik van bebouwing plaatsvindt.

Artikel 8 Leiding - Gas

Ter plaatse van de hogedrukgasleiding in het plangebied mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de gasleiding worden gebouwd. Hiervan kan eventueel toestemming voor afwijking worden verleend. Ook is een stelsel opgenomen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, ter bescherming van de gasleiding.

Artikel 9 Waarde - Archeologie 2

Omdat een deel van het plangebied archeologische verwachtingswaarde heeft, is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 in het plan opgenomen. Hierin is een verplichting opgenomen voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, die dieper gaan dan 30 cm. Voor die werkzaamheden geldt een ontheffing tot een oppervlakte van 100m2. Omdat de dubbelbestemming buiten het bouwvlak van de woonbestemming blijft, is het niet nodig om regels ten behoeve van bescherming van archeologische waarden op te nemen met betrekking tot bouwwerken.

Algemene regels

Artikel 10 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

In dit artikel wordt geregeld dat de aanvullende stedenbouwkundige bepalingen uit de Groninger Bouwverordening niet van toepassing zijn. Hetgeen het bestemmingsplan regelt gaat vóór datgene wat op dit gebied door de Bouwverordening wordt geregeld. Daarop is echter op een vijftal punten, die in dit artikel zijn genoemd, een uitzondering gemaakt. Het belangrijkste hierbij is onderdeel d., waarmee

de Nota Parkeernormen van de gemeente Groningen voor dit bestemmingsplan van toepassing wordt verklaard.

Artikel 11 Anti-dubbeltelbepaling

Dit artikel bevat de anti-dubbeltelbepaling. De redactie is conform artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze bepaling is ervoor om te voorkomen dat dezelfde grond meer dan eens betrokken wordt in een omgevingsvergunningstoets en daarmee meer gebouwd kan worden dan is toegestaan.

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

Dit artikel bevat enkele afwijkingsbepalingen, die op alle bestemmingen in het plangebied van toepassing zijn. Bedoeling van de bepaling is om relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan, zowel qua omvang als qua functie.

Artikel 13 Wijzigingsbevoegdheid

Omdat het plangebied binnen de industrielawaaizone Groningen west - Hoogkerk ligt, is het voorzien van de gebiedsaanduiding geluidzone-industrie. Bij de aanleg van nieuwe standplaatsen dient de geluidbelasting vanwege dit industrieterrein te worden berekend. Omdat de Suiker Unie haar bedrijf in de nabijheid van het plangebied heeft gesloten en hier waarschijnlijk geen nieuwe bedrijvighied terugkeert, zal de industrielawaaizone in de toekomst verkleind kunnen worden. Daarom is een wijzigingsbevoegdheid in dit plan opgenomen om dit te kunnen effectueren zonder dat een nieuw bestemmingsplan hoeft te worden gemaakt.

Slotregel

Artikel 14 Slotregel

Dit artikel bevat de zogenaamde slotregel, die bedoeld is voor een eenduidige vastlegging van de naam van het bestemmingsplan.

4.3.2 Toelichting regeling van vrije beroepsactiviteiten en bedrijfsmatige activiteiten in en bij woningen

De begrippen aan huis verbonden beroep en vrij beroep worden vaak, en ook hier, synoniem gebruikt. Het voorliggend bestemmingsplan biedt de mogelijkheid aan huis verbonden beroepen -met behoud van de woonfunctie- uit te oefenen in een woning of woonwagen en de daarbij behorende aan- en/of uitbouwen (inclusief aangebouwde bijgebouwen).

In het algemeen is het verboden om, indien aan gronden en bouwwerken een woonbestemming of -functie is gegeven, deze te gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de woonbestemming. Een ander gebruik dan wonen is niet toegestaan. In de jurisprudentie is echter bepaald dat het vestigen van een vrij beroep niet in strijd is met de woonbestemming, tenzij het bestemmingsplan het tegendeel bepaalt en het beroep door de bewoner van het pand wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en de uitoefening van het beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Het gaat veelal om een eenpersoonsberoep.

Op grond van de definitie van aan huis verbonden beroepen in dit bestemmingsplan zijn de betreffende activiteiten (onder voorwaarden, zie hierna) in overeenstemming met de functie wonen. Voor dergelijke activiteiten in een woning/woonwagen en/ of de daarbij behorende aan- of uitbouwen (inclusief aangebouwde bijgebouwen) is geen toestemming voor afwijken nodig.

Ter toelichting: Een uitbouw behoort functioneel tot het hoofdgebouw. Gebruikelijk is dat een aanbouw op grond van de jurisprudentie functioneel tot het hoofdgebouw kàn behoren, afhankelijk van de vraag of het gaat om een aangebouwd bijgebouw of niet. Het voorliggend bestemmingsplan is op het punt van de functionele regeling duidelijk door de definitie in artikel 1. Hier is in de definitie van bijgebouw de functionele ondergeschiktheid van aanbouwen in de vorm van aangebouwde bijgebouwen, losgelaten, maar voor een vrijstaand bijgebouw geldt die functionele ondergeschiktheid nadrukkelijk nog wel.

Of een bepaald gebruik in overeenstemming is met de functie woondoeleinden wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. de aard van het gebruik

b. de omvang van het gebruik

c. de intensiteit van het gebruik

Ad a. Bij de 'aard' van het gebruik kan men denken aan een beroep welke naar zijn aard (ernstige) hinder voor zijn omgeving oplevert, of welke naar zijn aard grote verkeersproblemen zal opleveren. Het gebruik mag immers geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Het mag evenmin een onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

Ad b. Bij de 'omvang' van het gebruik is relevant of het gebruik meerdere ruimten of gebouwen in beslag neemt, welk gedeelte van het gebouw door het gebruik in beslag wordt genomen, hoeveel vierkante meter het gebruik in beslag neemt.

Ad c. Bij de 'intensiteit' van het gebruik kan worden gedacht aan frequent of incidenteel gebruik.

Als nu blijkt dat het gebruik aldus een uitstraling heeft welke niet te rijmen valt met de gelegde woonbestemming, dan is het gebruik strijdig met de woonbestemming (zie ARRvS, AB 1993/163).

Onder een 'vrije beroepsbeoefenaar' wordt verstaan: 'iemand die wordt gevraagd om zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die in het algemeen op artistiek of academisch/HBO-niveau liggen'. In de praktijk is het onderscheid moeilijk aan te geven. Bij vrije beroepen valt te denken aan: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar,logopedist, makelaar, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, Cesar/Mensendieck, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tandarts-specialist, (al dan niet beëdigd) tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige.

Afwijkingsmogelijkheid voor aan huis verbonden beroepen in een vrijstaand bijgebouw

Voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep is toestemming tot afwijking nodig. Hiertoe is een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen in lid 7.5.3 onder a.

Afwijkingsmogelijkheid voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Overige activiteiten, die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, maar in bepaalde gevallen wel daarmee gelijk te stellen zijn, worden aangemerkt als beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten, die niet rechtstreeks passen binnen de woonbestemming. Zij zijn daarom niet bij recht toegestaan in dit plan. Wel is het mogelijk voor deze activiteiten een toestemming voor afwijking te verlenen (zie lid 7.5.3 onder b.voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2)).