direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen-woonwagens
Plan: Bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP456WoonwHoendiep-vg01

Artikel 7 Wonen-woonwagens

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor 'wonen-woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonwagens op maximaal 18 standplaatsen zoals gesitueerd in bijlage 1 bij deze regels;
  • b. bedrijven in de categorie 1 en 2 van de bij deze regels gevoegde Lijst van bedrijfstypen, met dien verstande dat:
    • 1. deze uitsluitend toegestaan zijn op de standplaatsen 15, 16, 17 en 18 volgens bijlage 1 bij deze regels;
    • 2. uitoefening van deze bedrijven slechts is toegestaan, indien op de betreffende standplaats tevens wordt gewoond;
  • c. groen en water;
  • d. parkeren;
  • e. woonstraten;
  • f. additionele voorzieningen, waaronder één voorzieningengebouw op perceel G op bijlage 1 bij deze regels.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemene bouwregels
  • 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend woonwagens, alsmede daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, een voorzieningengebouw en bouwwerken geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden;
  • 2. de onder 1 genoemde bebouwing
    • a. mag het op de kaart aangegeven maximale bebouwingspercentage niet overschrijden, met dien verstande dat
      • het totale bebouwde oppervlak per standplaats niet groter mag zijn dan 150 m2;
      • deze bepaling niet geldt voor bebouwing die op de datum van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een grotere oppervlakte heeft; voor deze bebouwing is de op dat moment bebouwde oppervlakte de maximaal toegestane;
    • b. mag de op de kaart aangegeven maximale goothoogte niet overschrijden, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor bebouwing die op de datum van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een grotere goothoogte heeft; voor deze bebouwing is de op dat moment bestaande hoogte de maximaal toegestane;
    • c. mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
7.2.2 Woonwagens

Voor het bouwen van woonwagens gelden de volgende bepalingen:

  • 1. woonwagens worden aangemerkt als hoofdgebouw;
  • 2. de woonwagens mogen op niet minder dan 5 meter van elkaar en op niet minder dan 2,50 meter van de zijdelingse perceelsgrens, zoals aangegeven op bijlage 1, zijn gesitueerd;
  • 3. het bepaalde in sublid 2 geldt niet voor woonwagens, die ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan op kleinere afstand(en) dan in dat sublid genoemd zijn gesitueerd.
7.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • 1. bijbehorende bouwwerken mogen op niet minder dan 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens zoals aangegeven op bijlage 1 zijn gesitueerd;
  • 2. het bepaalde in sublid 1 geldt niet voor bijbehorende bouwwerken, die ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan op een kleinere afstand dan in dat sublid genoemd zijn gesitueerd.
7.2.4 Voorzieningengebouw

Voor het bouwen van een voorzieningengebouw gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van het gebouw mag ten hoogste 50m2 bedragen;
  • b. de hoogte van het gebouw mag maximaal 3 meter bedragen.
7.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen aan zijde van het perceel die grenst aan de woonstraat op het terrein en niet meer dan 2 meter aan de zij- en achterkant van het perceel;
  • 2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste 6 meter bedragen.
7.3 Nadere eisen
7.3.1 Bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

- een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;

- een goede hoogte/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm / architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieu-aspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder 2.a voor vergroting van de maximaal te bebouwen oppervlakte tot 175m2 in de vorm van bijbehorende bouwwerken, uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit volgens bijlage 2 bij deze regels. Dit met inachtneming van het onder 7.2.1 onder 2.a genoemde maximale bebouwingspercentage.

7.4.2 Voorwaarden voor afwijken
  • 1. Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 7.4.1 is slechts mogelijk, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde onder 7.3.1 onder a., b. e. en f. is hierbij van overeenkomstige toepassing.

7.5 Gebruiksregels
7.5.1 Gebruiksverbod
  • a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.
  • b. Het is verboden de gronden te gebruiken volgens een andere kavelindeling dan die welke is aangegeven in bijlage 1 bij deze regels.
7.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van woonwagens voor andere doeleinden dan wonen;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een horecabedrijf;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, met uitzondering van de onder lid 7.1 onder b.1 genoemde percelen.
7.5.3 Afwijkingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.1 juncto 7.5.2 sub e. voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 7.4.2is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.1 juncto 7.5.2 sub f. voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.1 onder b voor een andere kavelindeling dan aangegeven op bijlage 1. Hierbij dient het bepaalde in lid 7.4.2 in acht te worden genomen.