Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Onderdendam Kern
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0005.BPON12BEHE1-VA01

Artikel 13 Tuin

13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  2. de hoogte van reclame-uitingen in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen. 
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
  1. een samenhangend bebouwingsbeeld; 
  2. de verkeersveiligheid;
  3. de sociale veiligheid;
  4. de gebruiksmogelijkheden en de landschappelijke waarden van de aangrenzende gronden;
  5. de perceelinrichting (groen-/tuinkarakter);
  6. de plaatsing en oriëntatie van de gebouwen.
13.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13 lid 2.1 en toestaan dat gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
  1. geen afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke bebouwingspatronen zoals beschreven in artikel 21 lid 3 sub a;
  2. geen afbreuk wordt gedaan aan de waardevolle groenstructuur van het beschermde dorpsgezicht zoals beschreven in artikel 21 lid 3 sub f;
  3. geen afbreuk wordt gedaan aan de bijzondere karakteristiek van de bebouwing in het beschermde dorpsgezicht zoals beschreven in artikel 21 lid 3 sub e.
13.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
  1. het gebruik van onbebouwd blijvende gronden voor de opslag van voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond- en bodemspecie, puin- en vuilstortingen.
Deze bepaling is niet van toepassing op de opslag van materialen welke strekken tot realisering van de aan de grond gegeven bestemming, voor de opslag ten behoeve van de normale agrarische bedrijfsvoering en het normale onderhoud van tuinen en erven, waterlopen, paden en wegen.
13.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.6.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
  1. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen met een grotere aaneengesloten oppervlakte dan 50 m2.  
13.6.2 Voorwaarden voor vergunningverlening
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend indien voor de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij directe, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waardevolle groenstructuur van het beschermde dorpsgezicht Onderdendam zoals dat is beschreven in artikel 21 Waarde - Beschermd dorpsgezicht, niet onevenredig wordt aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen door de werken of werkzaamheden worden gediend.
13.6.3 Toegestane werkzaamheden
Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden die:
  1. het normale onderhoud en het normale gebruik betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  4. aanvaardbaar zijn op basis van een eerder onderzoek waaruit is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.