direct naar inhoud van 6.3 Opbouw planregels
Plan: Dijkverbetering Hagestein - Opheusden
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12DijkverbHOP-3000

6.3 Opbouw planregels

6.3.1 Opzet bestemmingsregeling

Een rijksinpassingsplan is wat betreft vorm, inhoud, procedure en juridische binding gelijk aan een bestemmingsplan. Op grond van artikel 3.28, derde lid Wro kan in een rijksinpassingsplan de verhouding tussen het rijksinpassingsplan en de onderliggende bestemmingsplannen worden bepaald. In dit rijksinpassingsplan is van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Als uitgangspunt is gehanteerd dat het rijksinpassingsplan zo min mogelijk ingrijpt in de geldende ruimtelijke plannen. Overal waar mogelijk blijft de geldende regeling in stand, alleen waar nodig wordt een nieuwe regeling toegevoegd. In dit rijksinpassingsplan wordt dan ook volstaan met het vaststellen van één dubbelbestemming, twee gebiedsaanduidingen en een beperkt aantal enkelbestemmingen.

  • 1. Aan de kernzone van de waterkering en de aangrenzende gronden die benodigd zijn voor de dijkverbetering wordt een zogeheten dubbelbestemming toegevoegd. De onderliggende bestemmingen in de geldende bestemmingsplannen blijven in stand. Op de betreffende gronden gelden straks dus twee bestemmingen: een bestemming vanuit de geldende gemeentelijke bestemmingsplannen en de dubbelbestemming van het Rijksinpassingsplan. Deze dubbelbestemming voor waterkering is vergelijkbaar met dubbelbestemmingen zoals voor leidingen en archeologie.
  • 2. Ter plaatse van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering vervallen eventuele geldende dubbelbestemmingen ter bescherming van de waterkering. Dit ter voorkoming van strijdigheden en het bevorderen van de eenduidigheid in de regeling voor de waterkering. Voor het overige blijven de geldende bestemmingsplannen in stand, met uitzondering van de situaties zoals hierna beschreven bij punt 4.
  • 3. Door het leggen van de dubbelbestemming ontstaat voor het overige geen strijdigheid met de bestemmingen in de geldende bestemmingsplannen. Deze kunnen in stand blijven en worden uitgevoerd, zij het dat dan wel rekening moet worden gehouden met de mogelijkheden die voortvloeien uit de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering.
  • 4. Op locaties waar de aanpassing van de waterkering niet past binnen de geldende bestemming, wordt met het rijksinpassingsplan een nieuwe enkelbestemming gelegd. Daarmee vervalt de enkelbestemming uit het geldende bestemmingsplan.
  • 5. Aan gronden die behoren tot de binnenbeschermingszone van de waterkering wordt een gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1' toegevoegd. Eventuele geldende dubbelbestemmingen ter bescherming van de waterkering op deze gronden vervallen. Voor het overige blijven de bestemmingen uit de geldende bestemmingsplannen in stand.
  • 6. Aan gronden die behoren tot de buitenbeschermingszone van de waterkering wordt een gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 2' toegevoegd. Op de betreffende gronden blijven de bestemmingen uit de geldende bestemmingsplannen in stand.

De keuze van deze bestemmingen en de verhouding met de geldende bestemmingsplannen is toegelicht in paragraaf 6.4.

De regels zijn opgebouwd uit 4 hoofdstukken:

  • 1. inleidende regels;
  • 2. bestemmingsregels;
  • 3. algemene regels;
  • 4. overgangs- en slotregels.

Inleidende regels

In hoofdstuk 1 van de regels zijn bepalingen opgenomen die conform het Bro en de SVBP2008?) een plaats moeten krijgen in een bestemmingsplan. De meeste hiervan hebben overigens geen direct effect voor de toepassing van de regeling.

Bestemmingsregels

In hoofdstuk 2 van de regels zijn de bestemmingen opgenomen. De artikelen in dit hoofdstuk zijn verbonden aan de bestemmingen op de verbeelding. Per bestemming is aangegeven wat de gebruiks- en bouwmogelijkheden zijn. In paragraaf 6.3 is de inhoud van de artikelen toegelicht.

Algemene regels

De algemene regels zijn van toepassing op alle bestemmingen. In dit rijksinpassingsplan gaat het om een wijzigingsbevoegdheid voor het verleggen van bestemmingsgrenzen en gebiedsaanduidingen voor de beschermingszones en een regeling over de verhouding tussen het inpassingsplan en bestemmingsplannen.

Overgangs- en slotregels

De toepassing van de overgangs- en slotregels behoeven geen nadere toelichting; deze zijn overgenomen uit het Bro.

6.3.2 Toepassing rijksinpassingsplan

Na het vaststellen van het rijksinpassingsplan gelden zowel het rijksinpassingsplan als de gemeentelijke bestemmingsplannen. Het zijn ieder zelfstandige plannen, die in samenhang moeten worden toegepast. Bij het toetsen van (bouw)activiteiten zullen steeds de gemeentelijke bestemmingsplannen én het rijksinpassingsplan moeten worden geraadpleegd. Deze combinatie is nieuw, maar door de digitale raadpleegbaarheid goed zichtbaar. In de praktijk sluit deze werkwijze aan bij de door gemeenten in het verleden vaak opgestelde 'parapluherzieningen'.