direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: Rijksinpassingsplan Waterberging Volkerak-Zoommeer
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12BERGINGVZM-3000

3.2 Rijksbeleid

Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier

De PKB Ruimte voor de Rivier beoogt meer ruimte voor het water te geven om het rivierengebied beter te beschermen tegen overstromingen. De PKB is op 22 december 2005 in de ministerraad vastgesteld, heeft instemming verkregen van de beide Kamers der Staten Generaal (respectievelijk op 7 juli 2006 en op 19 december 2006) en is op 26 januari 2007 in werking getreden.

In de PKB is een pakket rivierverruimende maatregelen opgenomen waarmee de veiligheid van de Rijntakken en het bedijkte deel van de Maas uiterlijk in 2015 in overeenstemming is gebracht met het vereiste veiligheidsniveau. Deze maatregelen bestaan bijvoorbeeld uit het verbreden of verdiepen van de rivier, het verwijderen van obstakels of het landinwaarts verleggen van dijken. Behalve aan het verbeteren van de veiligheid, moeten deze maatregelen ook bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Een van de vastgestelde maatregelen is het bergen van water op het Volkerak-Zoommeer (zie ook hoofdstuk 1).

Structuurvisie infrastructuur en ruimte

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR maart 2012) is ruimte voor waterveiligheid benoemd als nationaal belang. Het Rijk is verantwoordelijk voor het integrale beheer van het hoofdwatersysteem en, samen met de waterschappen, verantwoordelijk voor de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Het is belangrijk dat bij ruimtelijke plannen waaronder voor stedelijke (her)ontwikkeling rekening wordt gehouden met waterhuishoudkundige eisen op korte en lange termijn. Het hoofdwatersysteem van Nederland bestaat uit de Noordzee, de Waddenzee, het IJsselmeer, het Markermeer en de Randmeren, de grote rivieren, de Zuidwestelijke Delta en de rijkskanalen.

Het beheer van het watersysteem is gericht op het meebewegen met natuurlijke processen waar het kan en het bieden van weerstand waar het moet. Naast preventie als primaire pijler bij de bescherming tegen overstromingen, is het waterveiligheidsbeleid ook gericht op het beperken van de gevolgen van een overstroming door keuzes in de ruimtelijke planning en het op orde krijgen en houden van de rampenbeheersing (meerlaagse veiligheid).

Het Rijk beschermt de primaire waterkeringen (dijken, dammen, kunstwerken en duinen) die in beheer zijn bij het Rijk evenals het kustfundament. Ook stelt het Rijk de normen voor de primaire waterkeringen, ook die in beheer bij waterschappen. Daarnaast is de PKB Ruimte voor de Rivier expliciet benoemd in de structuurvisie. Deze blijft bestaan als uitwerking van de SVIR. Ook gaat de SVIR in op het programma voor de Zuidwestelijke Delta, waarin doelstellingen voor het Volkerak-Zoommeer zijn opgenomen. (Zie ook hierna.)

In en rond het plangebied bevinden zich verschillende locaties die mogelijk geschikt zijn voor de ontwikkeling van windenergie, overeenkomstig de randvoorwaarden die daarvoor in de SVIR zijn gegeven. Het onderhavige plan voorziet daar, gezien de enkele hieraan ten grondslag liggende doelstelling van waterveiligheid, niet in. De vaststelling van dit plan laat wel uitdrukkelijk beleidsruimte voor ontwikkeling van plannen voor windenergie op rijks-, provinciaal of gemeentelijk niveau, voor zover deze de in het onderhavige plan opgenomen maatregelen voor waterveiligheid niet doorkruisen. Voor dergelijke ontwikkelingen zullen afzonderlijke inpassings- of bestemmingsplannen worden opgesteld en in procedure gebracht.

Het Rijksinpassingsplan sluit aan bij de doelstellingen van de SVIR.

Beheer- en ontwikkelplan voor de Rijkswateren 2010-2015 (BPRW)

Het BPRW is vastgesteld in december 2009. Het hele maatregelenprogramma is beschreven in het Programma bij het BPRW, dat voorziet in de beheeropgave van Waterbeheer 21e eeuw, Kaderrichtlijn Water en Natura 2000. Het BPRW hanteert een aantal landelijke watersystemen, waarvan de Zuidwestelijke Delta er een is. Binnen het watersysteem Zuidwestelijke Delta is het Volkerak-Zoommeer benoemd. De functie van het Volkerak-Zoommeer voor de waterkwantiteit en –kwaliteit wordt daarin benadrukt. Concreet is verwezen naar de lopende projecten omtrent waterkwaliteit en waterberging. Het voorliggende Rijksinpassingsplan geeft invulling aan de functie waterberging. De relatie met waterkwaliteit is hierna toegelicht bij het Nationaal Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta.

Nationaal Waterplan 2009-2015

In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. In het Nationaal Waterplan is een eerste uitwerking gegeven aan het Deltaprogramma dat wordt opgesteld naar aanleiding van het advies van de Deltacommissie in 2008. Dit programma is gericht op duurzame veiligheid en zoetwatervoorziening.

Het voorliggende Rijksinpassingsplan geeft invulling aan de doelstelling 'bescherming tegen overstromingen' uit het Nationaal Waterplan. De relatie met de doelstelling 'voldoende en schoon water' is hierna toegelicht bij het Nationaal Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta.

Nationaal Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta

Het Deltaprogramma is een nationaal programma waarin de Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken met inbreng van de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven met als doel Nederland ook voor de volgende generaties te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoet water. In het Deltaprogramma staat de voorbereiding van de beleidsbeslissingen die in dit kader genomen moeten worden centraal. Deze beleidsbeslissingen worden 'deltabeslissingen' genoemd, die naar verwachting in het volgende Nationaal Waterplan (2015) worden verankerd.

Een van de onderdelen van het deltaprogramma ziet op de waterveiligheid in relatie tot de rivieren. Het uitgangspunt voor de analyse van de veiligheidsopgaven voor dit onderdeel en daarmee voor de uitvoering van het Deltaprogramma is dat 'Ruimte voor de Rivier' wordt afgerond. In zoverre is dit Rijksinpassingsplan afgestemd en in overeenstemming met de beleidsverkenningen die in het kader van het Deltaprogramma plaatsvinden.

Besluitvorming over dit Rijksinpassingsplan en de gedeeltelijke uitvoering hiervan liggen voor de datum waarop de deltabeslissingen worden vastgesteld. Aangezien in het kader van het deltaprogramma op dit moment nog diverse strategieën en beleidskeuzes worden overwogen, is inhoudelijk afstemming tussen dit Rijksinpassingsplan en de uit het Deltaprogramma voortvloeiende deltabeslissingen, en daarmee samenhangende (gebiedsgerichte) strategieën, niet mogelijk.

Waterkwaliteitsstudie Volkerak-Zoommeer

Het zoete Volkerak-Zoommeer kampt al jaren met overlast door blauwalgen tijdens droge, warme periodes. In 2002 en 2003 heeft Rijkswaterstaat een verkenning gedaan naar mogelijke oplossingen voor het blauwalgenprobleem. In 2004 is op initiatief van het Bestuurlijk Overleg Krammer-Volkerak de planstudie annex m.e.r.-procedure gestart. Hierin is de effectiviteit van alternatieve oplossingen onderzocht en is het effect daarvan op het milieu en gebruiksfuncties beoordeeld. Uit de planstudie blijkt het weer zout maken van het meer de enige oplossing te zijn voor de blauwalgenproblematiek. Verzilting van het meer vraagt echter om een alternatieve zoetwatervoorziening en een goede scheiding van zoet en zout water. De problematiek rondom het Volkerak-Zoommeer staat beschreven in het ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer en het Zoetwateradvies Zuidwestelijke Delta. 

Er is besloten een Rijksstructuurvisie op te stellen voor de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. Daarin wordt een integraal toekomstperspectief voor het gebied geschetst. Het al dan niet zout maken van het Volkerak-Zoommeer is daar onderdeel van. De structuurvisie wordt afgestemd op de in voorbereiding zijnde Deltabeslissingen die in 2015 genomen gaan worden.

Uit het MER bij dit Rijksinpassingsplan is gebleken dat de maatregel Waterberging Volkerak-Zoommeer niet in de weg staat aan het eventueel zout maken van het Volkerak-Zoommeer.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 22 augustus 2011 vastgesteld (Stb. 2011, nr. 391). In dit besluit stelt het Rijk een aantal regels voor met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen. Voor het project Waterberging Volkerak-Zoommeer zijn met name van belang de algemene regels, die gesteld worden ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Volkerak-Zoommeer behoort niet tot de 'grote rivieren' zoals aangegeven op kaart 3a rivierbed, bergend deel rivierbed, stroomvoerend deel rivierbed van de AMvb. Op 1 oktober 2012 is het Barro gewijzigd (Stb. 2012, nr. 388). Met deze wijziging is onder meer titel 2.11 aan het Barro toegevoegd. Deze titel bevat regels ten aanzien van primaire waterkeringen en beschermingszones buiten het kustfundament.

Ecologische hoofdstructuur

Voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) wordt bepaald dat in een provinciale verordening moet worden vastgelegd hoe in bestemmingsplannen het belang van de realisatie, bescherming, instandhouding en verdere ontwikkeling van de beoogde natuurkwaliteit en de EHS worden doorgevoerd. Daarbij wordt uitgegaan van het 'nee, tenzij' principe voor nieuwe activiteiten dan wel wijziging van bestaande activiteiten. Deze activiteiten zijn alleen mogelijk indien:

  • 1. er sprake is van een groot openbaar belang. Verder mogen geen reële alternatieven voorhanden zijn en moeten mitigerende maatregelen genomen worden. Voor zover nog negatieve effecten overblijven, dienen deze gecompenseerd te worden;
  • 2. gebruik wordt gemaakt van de saldobenadering bij een combinatie van activiteiten waarbij de kwaliteit van de EHS op gebiedsniveau verbetert of toeneemt en daarmee beter functioneert.

Het voorliggende Rijksinpassingsplan beperkt zich tot het toevoegen van de waterbergingsfunctie benodigd voor Ruimte voor de Rivier. Bij de voorbereiding van het plan is rekening gehouden met de aanwezige EHS. (zie paragraaf 2.4.4). Het bestemmen van de EHS zal met name gebeuren in gemeentelijke bestemmingsplannen. De toepasselijke provinciale verordeningen voorzien daar reeds in (zie ook paragraaf 3.2 Provinciaal beleid).

Primaire waterkering

In de eerste aanvulling van het Barro (31 augustus 2012, Staatsblad nr. 388) zijn regels opgenomen over de wijze van bestemmen van primaire waterkeringen en beschermingszones. Deze aanvulling is op 1 oktober 2012 in werking getreden. De volgende aspecten van de aanvulling van het Barro zijn relevant voor het voorliggende rijksinpassingsplan.

Artikel 2.11.2

In artikel 2.11.2 is het volgende bepaald.

  • Een bestemmingsplan bevat de bestemming «waterkering» voor gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben.
  • Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden die deel uitmaken van een beschermingszone duidt die gronden aan met de gebiedsaanduiding «vrijwaringzone – dijk», indien de primaire waterkering een dijk is en in de overige gevallen met de gebiedsaanduiding «vrijwaringszone - waterstaatswerk» .

(In artikel 1.1.2 onder b van het Barro is bepaald dat waar gesproken wordt over een bestemmingsplan ook een inpassingsplan is bedoeld.)

Artikel 2.11.3

Met betrekking tot gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben, of een beschermingszone, kan een bestemmingsplan worden vastgesteld dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het ten tijde van inwerkingtreding van deze titel geldende bestemmingsplan, voor zover bij verwezenlijking daarvan geen belemmeringen kunnen ontstaan voor het onderhoud, de instandhouding of de versterking van de primaire waterkering.

In het Rijksinpassingsplan is de bestemming Waterstaat-waterkering gehanteerd voor de primaire waterkering (kernzone, of waterstaatswerk. In deze toelichting wordt verder het begrip kernzone gebruikt). De bijbehorende beschermingszone is opgenomen met een gebiedsaanduiding. In hoofdstuk 6 is de wijze van regelen toegelicht.