Status: vastgesteld, 22 augustus 2011
Plantype: Algemene Maatregel van Bestuur
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMam11Barro-3000

TITEL 2.3 Kustfundament

 

Artikel 2.3.1 (begripsomschrijvingen)  
  • 1. In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
    beschermingszone: beschermingszone als bedoeld in artikel link naar wetgeving 1.1 van de Waterwet, voor zover grenzend aan een primaire waterkering;
    kustfundament: gebied waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand en is verbeeld op kaart 2;
    nieuwe bebouwing: oprichten van bouwwerken, anders dan het vervangen van bouwwerken door bouwwerken van gelijke omvang;
    primaire waterkering: primaire waterkering als bedoeld in artikel link naar wetgeving 1.1 van de Waterwet, voor zover gelegen op het kustfundament;
    stedelijk gebied: bij bestemmingsplan toegelaten stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel en horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal-culturele voorzieningen en infrastructuur, met uitzondering van stedelijk groen aan de rand van dat samenstel en met uitzondering van lineaire bebouwing langs wegen, waterwegen of dijken.
  • 2. Deze titel is van toepassing op gronden binnen de begrenzing van het kustfundament.

Artikel 2.3.2 (afwegingskader)  

In een bestemmingsplan dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan worden geen activiteiten mogelijk gemaakt die een belemmering vormen voor het uitzicht op de vrije horizon vanaf de gemiddelde hoogwaterlijn met de blik op zee.

Artikel 2.3.3 (primaire waterkering)  
  • 1. Een bestemmingsplan geeft de bestemming «waterkering» aan gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben.
  • 2. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden die deel uitmaken van een beschermingszone duidt die gronden aan met de gebiedsaanduiding «vrijwaringzone – duin», indien de primaire waterkering een duin is, de gebiedsaanduiding «vrijwaringzone – dijk», indien de primaire waterkering een dijk is en in overige gevallen de gebiedsaanduiding «vrijwaringzone – waterstaatswerk».

Artikel 2.3.4 (algemene regels ter zake van gronden behorend tot een primaire waterkering met inbegrip van de beschermingszones)  
  • 1. Met betrekking tot gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben, of beschermingszones, kan een bestemmingsplan worden vastgesteld dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan voor zover bij de verwezenlijking daarvan geen belemmeringen kunnen ontstaan voor:
    • a. de instandhouding of versterking van het zandige deel van het kustfundament, of
    • b. het onderhoud, de veiligheid of mogelijkheden voor versterking van de primaire waterkering.
  • 2. Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel link naar wetgeving 2.12, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht waarbij tijdelijk van het bestemmingsplan wordt afgeweken kan uitsluitend verleend worden voor zover deze in overeenstemming is met het eerste lid.

Artikel 2.3.5 (bouwen in het kustfundament buiten stedelijk gebied)  
  • 1. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden buiten het stedelijk gebied maakt ten opzichte van het daaraan voorafgaande geldende bestemmingsplan geen nieuwe bebouwing mogelijk.
  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
    • a. bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of seizoensgebonden activiteiten;
    • b. herbouw of verbouw van een bestaand bouwwerk waarbij een eenmalige uitbreiding van het grondoppervlak met ten hoogste tien procent is toegestaan, te rekenen vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit;
    • c. bouwwerken voor het openbaar belang voor zover deze bouwwerken niet buiten de gronden, bedoeld in het eerste lid, tot stand gebracht kunnen worden. Tot deze bouwwerken behoren in elk geval:
        1°. bouwwerken voor telecommunicatievoorzieningen, opsporing, winning, opslag en transport van olie, gas en water, transport van elektriciteit en kleinschalige opwekking van elektriciteit door middel van windturbines;
        2°. bouwwerken voor het operationeel beheer van natuur of van hulpdiensten;
        3°. bouwwerken voor de waterstaatkundige functie van het kustfundament.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover nieuwe bebouwing bijdraagt aan versterking van het zandige deel van het kustfundament.

Artikel 2.3.6 (afwijkende regels voor de Friese Waddeneilanden)  

Bij verordening van de provincie Fryslân kunnen met inachtneming van artikel 2.3.4 en titel 2.5 voor de Friese Waddeneilanden andere regels worden gesteld ter zake van de onderwerpen geregeld in artikel 2.3.5.