direct naar inhoud van Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding II
Plan: Randstad 380 kV-verbinding Beverwijk-Zoetermeer (Bleiswijk)
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.ELIip10RS380Noord-3000

Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding II

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding II' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een gecombineerde bovengrondse 380 kV/150 kV hoogspanningsverbinding.

met de daarbij behorende:

  • b. toegangswegen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'weg' uitsluitend toegangswegen ten behoeve van een hoogspanningsverbinding en opstijgpunten;
  • d. bouwwerken.

10.2. Bouwregels

10.2.1. Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd die voldoen aan de volgende criteria:
    • 1. de bouwhoogte van een hoogspanningsmast mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • b. ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

10.3. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen.

10.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4.1. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanbrengen van beplantingen en bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
  • d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • e. het permanent opslaan van goederen.

10.4.2. Het bepaalde in lid 10.4.1. is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • a. die verband houden met de aanleg van de hoogspanningsverbinding;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
  • c. die het normale onderhoud ten aanzien van de verbinding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen.

10.4.3. De omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de verbinding.

10.4.4. De in lid 10.4.1. genoemde vergunning kan niet eerder worden verleend dan nadat de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.