Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpbgb2009-OH01 |
De voor Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 8.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 8.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van agrarisch verwante en technische hulpbedrijven.
Afkorting | Aanduiding | Type bedrijf | Adres | Huisnummer | Bebouwde oppervlakte (m2) | Afwijkende maatvoeringseis | |
(sb-47) | specifieke vorm van bedrijf - 47 | agrarisch technisch hulpbedrijf | Molenstraat | 5 | 2530 | ||
(sb-49) | specifieke vorm van bedrijf - 49 | agrarisch loonbedrijf | Verbindingsweg | 10 | 4604 | max goothoogte 5,5 m; max bouwhoogte 10 m | |
(sb-50) | specifieke vorm van bedrijf - 50 | agrarisch loonbedrijf | Waterstraat | 5 | 3680 | ||
(sb-60) | specifieke vorm van bedrijf - 60 | cultuurtechnisch bedrijf | Rijksweg | 13 | 60 |
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 60' mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten nadat de naastgelegen gronden met kadastraal nummer 599, bestemd met Natuur, zijn ingericht, aangelegd en bij instandhouding conform het in Bijlage 2 Kwaliteitsverbetering Rijksweg 13 opgenomen beplantingsplan ten behoeve van kwaliteitsverbetering.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn gebouwen binnen dat bestemmingsvlak uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 8.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | |
er mag niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd | |
bestaande afwijkende situaties zijn toegestaan |
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. |
goothoogte | n.v.t. | 4,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m |
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 15° | 60° |
Bedrijfswoning | Min. | Max. |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 6 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
dakhelling | 12° | 60° |
Bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. |
gezamenlijke oppervlakte vrijstaande bijgebouwen per woning. Een vrijstaand bijgebouw mag worden gekoppeld aan de bedrijfswoning door een tussenlid met een lengte en breedte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 2,75 m. De oppervlakte van dit tussenlid telt hierbij mee bij de oppervlakte van het bijgebouw. |
80 m2 | |
goothoogte | 3 m | |
bouwhoogte | 6 m | |
afstand vrijstaande bijgebouwen tot bedrijfswoning | 20 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum | |
dakhelling | 0° | 60° |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
bouwhoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m; overige: 2 m |
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
voor zover in de tabel in 8.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.5 teneinde de voorgeschreven maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, te verhogen en geen dakhellingsvereiste te stellen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.6 onder a en b, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.5 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoning te vergroten. Hierbij geldt het volgende:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1 onder l ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de bestemmingsgrens overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1 onder f en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in:
Indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: