Plan: | Biemeren 4 Wintelre |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0770.BPWbiemere46003-VAST |
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals (on)verharde paden en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 4.4.4 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 4.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 4.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 4.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden |
Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
het verwijderen van houtopstanden | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer; |
het diepploegen en diepwoelen van de bodem | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer; |
het graven, ophogen en egaliseren van de bodem | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer; de werkzaamheden mogen niet leiden tot een oneveredige aantasting van het reliëf; |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen | de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden |