direct naar inhoud van 2.3 Landschappelijke kwaliteiten en identiteiten
Plan: Agrarische Enclave
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1073-vas2

2.3 Landschappelijke kwaliteiten en identiteiten

De Agrarische enclave bestaat uit een aantal open ruimten en is omgeven door bos en heide. Het gebied maakt deel uit van het Centraal Veluws Massief. Het bestemmingsplangebied is zeer gevarieerd. Open gras- en bouwlanden en heidevelden contrasteren met besloten gebieden met bos en houtwallen. Plaatselijk zijn er bijzondere waarden op geomorfologisch en cultuurhistorisch gebied, zoals de pingoruïnes Bleeke Meer, Uddelermeer en Den Broekeld, en de voormalige ringwalburcht Hunneschans.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1073-vas2_0005.jpg"

Figuur 2.4 – Landschappen (van de toekomst)

2.3.1 Landschapstypen

De huidige landschapsstructuur hangt sterk samen met de historische ontstaansgeschiedenis. Daarom zijn de verschillende landschappen in de Agrarische enclave nog steeds te herkennen; bos- en heidelandschap Veluwe, enken, beekdallandschap, kampenlandschap, broeklanden en jonge heideontginningen. Echter door ruimtelijke dynamiek waaronder modernisering van de landbouw, zijn kenmerkende landschapselementen zoals houtwallen, -singels, bomenrijen, laanbeplantingen en bospercelen, verdwenen. Dorpsuitbreidingen, schaalvergroting in de landbouw en de trend van wonen in het buitengebied doen zonder zorgvuldige inpassing het landschap verrommelen en de kenmerkendheid van de landschapstypen vervagen. Het kamerstructurenlandschap bouwt voort op de jonge heideontginningen en biedt een landschappelijk raamwerk voor deze dynamiek, waar nodig ook buiten de typologische jonge heideontginningen. Het landgoederenlandschap in het noorden van de Agrarische enclave schept een ruimtelijk beeld om het provinciaal beleid en gemeentelijk streefbeeld (landschappelijke structuur, ecologische hoofdstructuur) vorm te geven.

Deze in totaal zeven landschapstypen zijn grofweg te onderscheiden op basis van de ondergrond, de waterhuishouding, de ontginningsgeschiedenis, de huidige ruimtelijke samenhang en zichtbare kenmerken en bovenal de landschappelijke ambitie die de gemeente met de Agrarische enclave heeft en de ontwikkelingsrichting die zij hier wil inslaan.

Factoren voor de indeling zijn het beplantingspatroon, aard en groepering van de bebouwing, de verkaveling, het bodemgebruik, de maat en begrenzing van de ruimte, het reliëf, het patroon van wegen en waterlopen, de waterhuishouding en het (toekomstig) ruimtelijk beeld (zie Bijlage 3 Landschappelijke kenmerken Agrarische Enclave).

Bos- en heidelandschap Veluwe

Het bos- en heidelandschap Veluwe bepaalt de randen van de Agrarische enclave. De Veluwe is een groot aaneengesloten laaglandbosgebied met z'n uitgestrekte bossen, heidevelden en zandverstuivingen. Grofweg valt het bosgebied rondom de enclave uiteen in twee gebieden. Aan de oostkant ligt het Kroondomein met de oude bossen zoals de Uddeler Heegde. Ook het Meervelderbos is een oud bos. De bossen in en om de enclave ten zuiden van het Uddelermeer zijn jonge productiebossen daterend uit de 19e/20e eeuw.

Heideterreinen vormen open ruimtes in het dichte bosgebied. Legerplaats Nieuw-Milligen ligt in het bos- en heidelandschap verscholen. Het nabijgelegen Garderense Veld is in gebruik als militair oefenterrein. In het zuiden van de Agrarische enclave liggen de beboste stuifzandgebieden van Maanschoten en recreatieterrein Caitwickerzand. Dankzij de zandverstuivingen in het verleden is dit nu een bos- en heidegebied met veel (micro)reliëf op korte afstanden. Een bijzonder gebied is het noordelijk deel van het Lage Veld, ten westen van het Uddelse Buurtveld. Hier is recent heideontwikkeling gestimuleerd.

Enken

Karakteristiek voor enken is de openheid en de oorspronkelijk scherpe omranding met beplanting. In het plangebied komt één grote enk voor, de Meerveldse enk. Daarnaast is er bij buurtschap Vossen een restant van de enk van Vossen en Oud Milligen aanwezig.

De Meerveldse Enk is sinds de 11e eeuw ontstaan door het aaneengroeien van kleinere gescheiden akkers en het vervolgens verwijderen van de beplanting ertussen. De open ruimte van de Meerveldse Enk wordt omgeven door een karakteristieke wildwal met eikenhakhout die in vroegere tijden het wild van de akkers moest houden. Wegbeplanting langs de oost-west georiënteerde wegen en paden doorbreekt de openheid op sommige plekken. Dankzij de hogere dichtheid van beplanting en de bolling van de enk ontrekt de bebouwing van Meerveld aan de oostzijde van enk zich grotendeels aan het zicht.

De oude bouwlanden bij het afgelegen buurtschap Vossen vormen een enclave op zich in het boslandschap en maakten van oorsprong onderdeel uit van de enk van Vossen en Oud Milligen die verder in noordelijke richting doorliep. Door de aanplant van bossen in de loop van de 20e eeuw is het contrast tussen open enk en gesloten bosrand versterkt, maar is de aaneengeslotenheid van de enk verloren gegaan. Zie verder buurtschap Vossen.

Beekdallandschap

Langs de noordoost grens, net buiten het plangebied, ligt het karakteristieke beekdallandschap van de Staverdense beek. Dit beekdallandschap is een goed voorbeeld van een gaaf oud cultuurlandschap dat wordt gekenmerkt door een natuurlijke beek met hooilandjes, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, akkers, hoge natuurwaarden, bosjes en kleine landschapselementen.

De bron van de Staverdense beek ligt in de Agrarische enclave bij het Uddelermeer. De omgeving van de Turfweg/ Solse Bergweg is een landschappelijk waardevol stukje beekdallandschap binnen het gebied.

Kampenlandschap

Karakteristiek voor het kampenlandschap zijn de akkers (kampen) omzoomd met houtwallen, bospercelen en lanen. Het kampenlandschap is sinds meer dan 1000 jaar geleden ontstaan uit kleine individuele ontginningen op de overgang van het natte veengebied naar het droge zandgebied van de stuwwal. Het is een kleinschalig landschap met veel afwisseling in terreintypen en landschapselementen. De afwisseling in terreintypen en grondgebruik hangt nauw samen met de ondergrond (reliëf en bodemtypen) en de waterhuishouding. Echter het gevaar voor het kampenlandschap is dat door modernisering van de landbouw houtwallen, laanbeplantingen en bospercelen verdwijnen en verdwenen zijn.

Het kampenlandschap ten zuidoosten van Uddel, tussen dorp en bosrand, is nog wel een karakteristiek kampenlandschap. Dit aaneengesloten stelsel van kampen loopt door richting voormalig landgoed Het Hof en strekt zich daarmee uit van het Uddelermeer tot aan de Uddeler Heegde. De ruimtes zijn afwisselend van maat en richting. Slingerende wegen langs de kampen zorgen voor verrassende uitzichten.

Ook buurtschap Meerveld ligt in een kampenlandschap. Dit landschap is met name ten oosten van Meerveld, dankzij de aanwezige houtwallen, nog goed herkenbaar.

Broeklanden

Een opvallende broekontginning (broeklanden) in het plangebied is Den Broekeld. Het is een laaggelegen gebied samenhangend met de aanwezigheid van een pingoruïne. In het laagste gedeelte bevindt zich een waterpartij (in het verleden gebruikt om schapen te wassen). Deze nattere gronden zijn altijd belangrijk geweest voor de landbouw rondom Meerveld. Den Broekeld kent een onregelmatige kavelstructuur samenhangend met de pingoruïne waarmee het zich onderscheid van de omliggende heideontginningen.

Het Uddelse Veen bestaat ook uit broeklanden. Dit van oorsprong natte heidegebied is vanaf halverwege de 19e eeuw gefaseerd ontgonnen tot weidegrond. Karakteristiek voor het Uddelse Veen is het uitwaaierende wegenpatroon vanuit het dorp Uddel met hierbinnen een rationele blokverkaveling.

Het Binnenveld, tussen de Schoolhegge, Garderenseweg en Uddel, is eveneens een opvallend open gebied en een natte laagte langs een beek. Eén boom doorbreekt deze openheid. Het gebied is nagenoeg onbebouwd. Door bebouwing en andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de noordzijde van de Garderenseweg is dit broeklandengebied afgesneden geraakt van de broeklanden van het Uddelse Veen.

Kamerstructurenlandschap

Het kamerstructurenlandschap bouwt voort op de kenmerken van de jonge heideontginningen met structuren van rechte weg- en kavelgrensbeplantingen en een grofmazige groene kamerstructuur. Maar het kamerstructurenlandschap als landschapstype voert verder. Met dit ruimtelijk beeld van groene kamers, zowel groot- als kleinschalig, wil de gemeente ordening terugbrengen in sterk verrommelde gebieden. Die gebieden kunnen ook oudere ontginningen zijn.

Gebieden als het Lage Veld en de Hennepstede zijn typische jonge heideontginningen, echter de west- en oostrand van Uddel is ook een (toekomstig) kamerstructurenlandschap. Deze dorpsrandzone, via de Veenkamp doorlopend tot aan het Bleeke Meer, krijgt een landschappelijk kader om de opnamecapaciteit van het landschap te vergroten. Door het aanplanten van kavelgrens- en wegbeplantingen krijgt de aanwezige bebouwing een achtergrond en ontstaat een raamwerk ter landschappelijke inpassing van toekomstige bebouwing. Bovendien krijgt het dorp Uddel een heldere dorpsrand, waarbij de kamerstructuur voor een contrast zorgt tussen de openheid van het Uddelse Veen en het dichte kleinschalige kamerlandschap in de dorpsrand.

Landgoederenlandschap

Het landgoederenlandschap is een volledig door de mens gemaakt landschap. In dit landschap bestaat ook de mogelijkheid voor de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. In principe kan een nieuw landgoed in elk landschapstype ontwikkeld worden, mits wordt voldaan aan de provinciale randvoorwaarden. Langs de noordgrens van de Agrarische enclave wil de gemeente echter specifiek inzetten op de ontwikkeling van nieuwe landgoederen, om een aantal zowel landschappelijke, ecologische als recreatieve redenen.

Dit nieuwe landgoederenlandschap wordt ingezet om de landschappelijke hoofdstructuur ter plekke vorm te geven (provinciaal beleid). Het ruimtelijk beeld van de enclave wordt hier versterkt door de noordrand tussen het Uddelse Veen en het Elspeeter Veld te accentueren. Door aanplant van beplanting achter de bolling in het reliëf wordt dit beeld bereikt en de openheid van de enclave in het algemeen en het Uddelse Veen in het bijzonder versterkt. Ecologisch en recreatief interessant is de groenverbinding tussen Landgoed Staverden en de Uddeler Heegde die zo ontstaat.

Bijlage 3 Landschappelijke kenmerken Agrarische Enclave vat de ruimtelijke kenmerken van de zeven landschapstypen samen en is tevens een leidraad voor de toekomstige ontwikkeling.

2.3.2 Specifieke landschappelijke kwaliteiten en identiteitsdragers

Beken

Beken en waterlopen vormen een blauwe dooradering van de Agrarische enclave. Ze liggen voornamelijk in het noordelijk deel waar de nattere laagten (Den Broekeld, Binnenveld, Uddelse Veen) aanwezig zijn en hangen daarmee nauw samen met de broeklanden. In het agrarisch gebied zijn de meeste beken genormaliseerd. Alle beken en waterlopen in het gebied stromen af richting de Staverdense beek. Deze beek met haar karakteristieke beekdal vormt een bijzonder landschap op zich in de Agrarische enclave (zie verder Beekdallandschap).

Lanen (langs doorgaande wegen)

Lanen zijn belangrijke ruimtelijke structuur- en identiteitsdragers van een gebied. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen lanen als begeleidende beplanting langs wegen op gebiedsniveau en historische lanen als onderdeel van (voormalige) landgoederen op plaatselijk niveau. De ambitie van de gemeente is de doorgaande wegen geheel te voorzien van laanbeplanting. Binnen het gebied van Agrarische enclave zijn de Amersfoortseweg en de Garderenseweg zulke ruimtelijke structuurdragers. De eikenbeplanting aan weerszijden van de weg wordt hier behouden en waar nodig versterkt. De laan fungeert zodoende als een kapstok en bindt het mozaïek van landschappen.

Ringwalburcht Hunneschans

De Hunneschans is een ringwalburcht uit de Vroege Middeleeuwen. Echter uit vondsten is af te leiden dat de plek reeds in de prehistorie bewoond was. De burcht bewaakte de noordelijke grens van het ijzerwingebied dat vroeger ten oosten van de Agrarische enclave lag en diende tevens als vluchtburcht. De Hunneschans bestaat uit een omwald terrein van 100 bij 150 meter. De omwalling bestaat uit een 7,5 meter brede en 4 meter hoge aardenwal en is open aan de zijde van het Uddelermeer. Behalve archeologische waarden bezit de Hunneschans ook een historisch-geografische waarde.

Voormalig landgoed Het Hof

Het voormalige landgoed Het Hof is een waardevol ensemble van bebouwing, rechte lanen, bossen en door houtwallen omzoomde akkers, gelegen in het kampenlandschap. Deze structuur van het voormalige landgoed dateert uit de 17e eeuw. De huidige jachtopzienerswoning stamt uit het begin van de 20e eeuw. Het landgoed kent een bijzondere landschappelijke enscenering rondom de dienstwoning Het Hof. Zo ligt de monumentale bebouwing in een knik van de weg. De laanbeplanting van eiken hierlangs biedt een duidelijke visuele begrenzing van de naastgelegen akkers (kampen). Onder en tussen de bomen door zijn de akkers zichtbaar.

Buurtschap Meerveld

Het buurtschap Meerveld dateert uit de Late Middeleeuwen en is ontstaan aan de oostzijde van de Meervelder Enk. Het buurtschap bestaat uit een reeks karakteristieke 18e/19e eeuwse boerderijen en erven langs de Buurtweg. Aan de oostzijde van het buurtschap lagen oorspronkelijk de huiskampen. Dankzij de nog aanwezige houtwallen is het kampenlandschap hier nog duidelijk herkenbaar. Langs de Buurtweg en dwarswegen is een forse wegbeplanting van eiken aanwezig. Meerveld kent daarmee een waardevolle historische stedenbouwkundige structuur gekenmerkt door de samenhang tussen historische bebouwing, landschaps- en beplantingsstructuur. Dit levert een aantrekkelijk dorpsbeeld op.

Buurtschap Nieuw Milligen

Aan de kruising van de Amersfoortseweg en de Meervelderweg stond vroeger de herberg Nieuw Milligen en een tolhuis. Ook nu is dit kruispunt nog steeds het focuspunt van Nieuw Milligen, vanwege de rotonde, het opvallende restaurant en diverse woningen en (agrarische) bedrijven eromheen. Bovendien vormt het de entree van de Agrarische enclave.

Buurtschap Vossen

Buurtschap Vossen bestaat uit een cluster van enkele agrarische bedrijven aan de rand van de (voormalige) enk van Vossen en Oud Milligen. Het is een oude nederzetting gelegen in de omgeving van een pingoruïne. Een grafheuvel in de omgeving duidt erop dat de plek reeds lang bewoond is. Dankzij de aanplant van naaldbossen in de 20e eeuw is de enk van Vossen verkleind en in het bosgebied tegenwoordig duidelijk als open plek in het landschap herkenbaar, echter het aaneengesloten karakter van de enk richting Garderen is verloren gegaan. De scherpe bosrand is hier bijzonder karakteristiek, evenals enkele oude (relicten van) houtwallen en eikenrijen. Dankzij de verscholen ligging van het buurtschap en de enk in het boslandschap van de Agrarische enclave ademt dit gebied een historische sfeer alsof de tijd heeft stilgestaan.