direct naar inhoud van 5.2 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Bestemmingsplan Bornsche Maten, Uitwerkingsplan Singelwonen 2de fase
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBMuw005-oh01

5.2 Bedrijven en milieuzonering

5.2.1 Algemeen

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kunnen de richtlijnen in de VNG-handreiking "Bedrijven en milieuzonering" (2009) gehanteerd worden om de afstand te bepalen tussen woningen en de verschillende bedrijfscategorieën. Deze afstemming beperkt zich tot de volgende milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

5.2.2 Gebiedstypen

In de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering is een tweetal gebiedstypen te onderscheiden; 'rustige woonwijk' en 'gemengd gebied'. Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Overige functies komen vrijwel niet voor. Langs de randen is weinig verstoring van verkeer.

Gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), worden aangemerkt als 'gemend gebied'. Bij 'gemengde gebieden' moet gedacht worden aan:

  • stadscentra, dorpskernen en winkelcentra;
  • horecaconcentratiegebieden;
  • zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen;
  • (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid.

De richtafstanden uit het omgevingstype rustige woonwijk kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsmaat worden verlaagd indien sprake is van gemengd gebied. Daarbij wordt in de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' opgemerkt dat het vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik de voorkeur verdient functiescheiding niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is.

In het voorliggende geval is de omgeving van het plangebied aan te merken als een 'rustige woonwijk' aangezien de omgeving van het plangebied zich voornamelijk kenmerkt door woningbouw.

5.2.3 Situatie plangebied
5.2.3.1 Algemeen

De feitelijke situatie betreft de realisatie van woningbouw in het plangebied. Woningen zijn milieugevoelige objecten. De VNG uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" geeft een eerste inzicht in de milieuhinder van inrichtingen.

Zoals reeds hiervoor genoemd wordt bij het realiseren van nieuwe bestemmingen gekeken te worden naar de omgeving waarin de nieuwe bestemmingen gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol:

  • 1. past de nieuwe functie in de omgeving? (externe werking);
  • 2. laat de omgeving de nieuwe functie toe? (interne werking).
5.2.3.2 Externe werking

Hierbij gaat het met name om de vraag of de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een situatie die, vanuit hinder of gevaar bezien, in strijd is te achten met een goede ruimtelijke ontwikkeling. Daarvan is sprake als het woon- en leefklimaat van omwonenden in ernstige mate wordt aangetast. De functie 'wonen' is niet milieubelastend voor de omgeving. Er is geen sprake van een aantasting van het woon- en leefklimaat van omwonenden.

5.2.3.3 Interne werking

Hierbij gaat het om de vraag of de nieuwe functies binnen het plangebied hinder ondervinden van bestaande functies in de omgeving. In de omgeving van het plangebied bevindt zich het Bedrijventerrein Westermaat van de gemeente Hengelo. Met de zonering van dit bedrijventerrein is rekening gehouden met de realisatie van de woonwijk Bornsche Maten, en daarmee ook de woonbuurt Singelwonen.

Op basis van het geldende bestemmingsplan Bedrijventerrein Westermaat zijn aan de zijde van het plangebied bedrijven toegestaan tot maximaal de categorie 3.2. Voor deze vormen van bedrijvigheid geldt een grootste richtafstand van 100 meter. De afstand van de woningen in het plangebied tot aan de rand van het bestemmingsvlak waarbinnen deze categorie bedrijvigheid is toegestaan is circa 130 meter. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de voor deze categorie geldende richtafstanden.

Op een grotere afstand van het plangebied maakt het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westermaat bedrijvigheid in de milieucategorie 4.2 mogelijk. Voor deze milieucategorie geldt een grootste richtafstand van 300 meter. De afstand van de woningen in het plangebied tot aan de rand van het bestemmingsvlak waarbinnen deze categorie bedrijvigheid is toegestaan is circa 330 meter. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de voor deze categorie geldende richtafstanden.

5.2.4 Conclusie

De geplande woningen ondervinden geen hinder van in de omgeving voorkomende functies. Tevens worden in de omgeving voorkomende functies niet belemmerd door de realisatie van Singelwonen 2e fase.

Gezien de grote afstand van de woningen tot aan de dichtstbijzijnde vormen van bedrijvigheid zal sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect milieuzonering vormt geen belemmeringen voor de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling.