Geluidverdeelplan Westpoort 2de herziening    

Toelichting     

Hoofdstuk 1 Inleiding     

1.1 Aanleiding     

Voor het industrieterrein Westpoort is op grond van de Wet geluidhinder een geluidzone industrielawaai vastgesteld. Het industrielawaai mag buiten deze zone niet meer bedragen dan 50 dB(A), hetgeen betekent dat beschikbare geluidruimte voor bedrijven op het industrieterrein begrensd is. Om te waarborgen dat de beschikbare geluidruimte op het industrieterrein effectief wordt benut is op 14 maart 2018 het bestemmingsplan geluidverdeelplan Westpoort door de gemeenteraad vastgesteld. Op 13 februari 2019 is vervolgens de eerste herziening van dit bestemmingsplan vastgesteld.

Het geluidverdeelplan verdeelt de beschikbare geluidruimte op kavelniveau (ook wel een geluidverkaveling genoemd). In het geluidverdeelplan is aangegeven dat een jaarlijkse monitoring van de werking van het plan plaatsvindt. In de monitoring van de werking van het geluidverdeelplan heeft de zonebeheerder aangegeven dat actualisatie van de regeling wenselijk is in verband met de wens kavelsplitsingen te vereenvoudigen en kleine onjuistheden in het geluidverdeelplan te verhelpen.

Hiernaast is uit de monitoring van de gebieden waar de geluidverdeling niet met regels is geborgd maar gestuurd wordt op maximale milieucategorie (de zogenaamde groene gebieden) gebleken, dat er een noodzaak is voor de gebieden een extra regel op te nemen om het horecageluid in de buitenruimte te beperken. Met dit type geluid is namelijk geen rekening gehouden bij de opzet van de geluidverdeling en horecageluid gaat ten koste van de geluidsreservering voor de industrie. Dit wordt niet wenselijk geacht.

De noodzaak om het geluidverdeelplan te herzien is ook in belang van de gemeente Amsterdam omdat herstel van de tijdens de monitoring geconstateerde onjuistheden, meer geluidsruimte oplevert voor de geluidsreserve. Anderzijds is deze herziening noodzakelijk, omdat de regelgeving over industrielawaai met de komst van de Omgevingswet aanzienlijk gaat veranderen en de opgave om straks de geluidverdeling in een omgevingsplansystematiek te zetten en aan de nieuwe regelgeving te voldoen ingewikkeld genoeg is. De optimalisatie van het geluidverdeelplan, die nu met deze tweede herziening plaatsvindt, maakt dat de gemeente goed voorbereid kan beginnen aan die volgende opgave.

1.2 Leeswijzer     

De toelichting van deze partiële herziening bestaat uit 6 hoofdstukken. Hier wordt in het kort de inhoud van deze hoofdstukken beschreven.

Na dit eerste inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het plankader. Er wordt onder andere ingegaan op de wijzigingen die deze herziening aanbrengt in het geluidverdeelplan Westpoort en op de doelstelling van het plan. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van het geluidsonderzoek dat is uitgevoerd waarin een deel van de wijzigingen nader wordt onderbouwd. In hoofdstuk 4 wordt uitgelegd op welke wijze de wijzigingen die deze herziening met zich meebrengt in juridische zin zijn vertaald. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid en en behandelt hoofdstuk 6 de maatschappelijke uitvoerbaarheid (het overleg ex artikel 3.1.1 Bro). Tot slot zijn de relevante rapporten als bijlage bij de toelichting en regels gevoegd.

Hoofdstuk 2 Beleid- en regelgeving     

 

2.1 Algemeen     

Sinds de vaststelling van het oorspronkelijke bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort zijn het ruimtelijke beleid en de regelgeving gewijzigd. Hieronder wordt op de belangrijkste nieuwe beleid en regelgeving waaraan deze herziening moet voldoen getoetst.

2.2 Omgevingsvisie NH2050     

Op 19 november 2018 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie NH 2050 vastgesteld. In deze omgevingsvisie (als opvolger dan de Structuurvisie Noord-Holland 2040) wordt de ambitie geschetst een relatief hoog welvaarts- en welzijnsniveau vast te houden. Daarvoor moet een goede balans gezocht worden tussen economische groei en leefbaarheid. Zodanig dat bij veranderingen in het gebruik van de fysieke leefomgeving de doelen voor een gezonde en veilige leefomgeving overeind blijven. De ambities die worden nagestreefd, zijn:

  1. Een gezonde en veilige basiskwaliteit van de leefomgeving, met als doel:
    1. een klimaatbestendig en waterrobuust Noord-Holland;
    2. het behouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving;
    3. het vergroten van de biodiversiteit in Noord-Holland.

  1. Ruimtelijke ontwikkelingen faciliteren, met als doel:
    1. een duurzame economie met innovatie als belangrijke motor;
    2. vraag en aanbod van woon- en werklocaties beter met elkaar in overeenstemming brengen
    3. dat de inwoners en bedrijven van Noord-Holland zichzelf of producten effectief, veilig en efficiënt kunnen verplaatsen, waarbij de negatieve gevolgen van de mobiliteit op klimaat, gezondheid, natuur en landschap steeds nadrukkelijk meegewogen worden.
    4. het benoemen, behouden en versterken van de unieke kwaliteiten van de diverse landschappen en cultuurhistorie.

  1. Noord-Holland is als samenleving in 2050 klimaatneutraal en gebaseerd op hernieuwbare energie.

Toetsing plan

De tweede herziening van het geluidverdeelplan optimaliseert de geluidverdeling en regelt dat aanspraak op de algemene reserve alleen voor de middelzware en zware bedrijven die thuishoren op het industrieterrein mogelijk is en niet voor 'andere' activiteiten, zoals horeca. Dit zorg dat het industrieterrein Westpoort zo effectief mogelijk ingevuld kan worden en ruimte kan bijven bieden aan middelzware en zware bedrijven. Daaronder bevinden zich ook innovatieve bedrijven die bijvoorbeeld werken aan hernieuwbare energie. Het plan past als zodanig binnen de Omgevingsvisie.

2.3 Omgevingsverordening NH2020     

Op 22 oktober 2020 hebben Provinciale Staten de Omgevingsverordening vastgesteld. De provincie Noord-Holland heeft ervoor gekozen zich tijdig voor te bereiden op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Daarom is vooruitlopend op de komst van de Omgevingswet al vormgegeven aan de kerninstrumenten van de provincie van deze wet: de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening. In de Omgevingsverordening NH2020 worden de eerste stappen gezet om de ambities, ontwikkelprincipes en de sturingsfilosofie uit de Omgevingsvisie NH2050 te vertalen in de regels van de provincie.



Deze eerste omgevingsverordening Noord-Holland integreert 21 verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Het doel is daarmee de provinciale regels te vereenvoudigen, harmoniseren, en op onderdelen meer ruimte te bieden voor lokaal en regionaal maatwerk en bestuurlijke afweging.

Toetsing plan

Het plangebied is in de Omgevingsverordening NH2020 (hierna: de Verordening) is, met uitzondering van Ruigoord,de Alfadriekhoek, de Petroleumhaven en het groengebied aangrezend aan bedrijventerrein Sloterdijk IV, aangemerkt als bedrijventerrein van provinciaal belang. Hierdoor zijn artikel 6.19 en artikel 6.20 van de Verordening van toepassing.

Artikel 6.19 bevat een verbod om bedrijfsgronden die op grond van een bestemmingsplan geschikt zijn voor zware bedrijven de bedrijfscategorie te verlagen en de gronden daarmee minder geschikt te maken voor zware bedrijven. Uitgezonderd zijn functies op het gebied van energietransitie, circulariteit en havengebonden of havengerelateerde activiteiten.

Artikel 6.20 van de Verordening regelt dat een nieuwe functie alleen is toegestaan als er geen beperkingen optreden voor de bestaande milieugebruiksruimte voor geluid, geur of omgevingsveiligheid voor bedrijven op het industrieterrein van provinciaal belang.

Het plan voldoet aan deze artikelen, omdat het zorgt dat alleen middelzware en zware bedrijven een beroep kunnen doen op de algemene reserve en door optimalisering van de geluidsruimte extra geluidsruimte biedt voor bestaande bedrijven die willen uitbreiden en voor nieuwe bedrijven die zich op het industrieterrein willen vestigen.

2.4 Omgevingsvisie 2050     

Op 8 juli 2022 is de Omgevingsvisie 2050 door de gemeenteraad vastgesteld. De omgevingsvisie vormt voor het grondgebied van de Gemeente Amsterdam tot 2050 de leidraad voor de inrichting en ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Het vormt voor de Gemeente Amsterdam een zelfbindend kader voor projecten, beleid en programma’s die betrekking hebben op die fysieke leefomgeving. De omgevingsvisie geeft richting, maar is geen concreet investeringsplan waarvoor de middelen nu al beschikbaar zijn of moeten komen.



De gemeente wil met een brede blik sturen. Deze omgevingsvisie heeft daarbij een drieledige functie:

  • richting geven aan groei;
  • versnellen van transities;
  • ruimte bieden aan initiatieven.



Met vijf strategische keuzes wordt invulling gegeven aan de grote opgaven voor de komende tien jaar: woningbouw, economische vitaliteit, de energietransitie, de mobiliteitstransitie, vergoten van de leefbaarheid, regionale ontwikkeling en meer ruimte voor maatschappelijk initiatief.

Toetsing plan

Westpoort, inclusief de gebieden die behoren tot het stadsdeel Nieuw-West zijn volgens de Omgevingsvisie bedoeld voor bedrijven, de zeehaven en industrie. Voor bedrijventerreinen geeft de visie aan dat deze in principe niet gebaat zijn bij menging van functies. Veel grootschalige productie, logistiek en ondersteunende diensten als schoonmaak- en bouwbedrijven zijn volgens de visie meer gebaat bij een bereikbare en betaalbare plek dan bij een gemengde, centrale locatie.

Het grootste deel van de bestaande bedrijventerreinen in de stad (die nog niet aangewezen zijn als transformatiegebied) blijft volgens de visie behouden om ruimte te behouden in de stad voor bedrijven die een functie vervullen in de stedelijke economie. Wel is ook op deze terreinen een opgave om efficient met de ruimte om te gaan en indien mogelijk de werkfunctie flink te verdichten. Dat betekent compacte bebouwing en een differentiatie in terreinen, afhankelijk van de ligging in de stad.

Deze herziening zorgt dat de algemene geluidsreserve op een aantal toetspunten toeneemt en er voor bedrijven meer geluidsruimte is, als zij dit nodig hebben. Ook regelt de herziening dat geluidruimte uit de algemene reserve niet voor andere activiteiten dan voor bedrijven kan worden gebruikt. Hiermee kan efficient worden omgegaan met de ruimte op het industrieterrein en wordt de de verdichting van de bedrijventerrein ondersteund. De herziening past als zodanig binnen de Omgevingsvisie.

Hoofdstuk 3 Plankader     

3.1 Reikwijdte     

Dit bestemmingsplan betreft een beperkte herziening van het oorspronkelijke bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort en heeft zowel betrekking op de regels als op de bijlagen bij de regels. De verbeelding wordt met deze herziening niet gewijzigd. Het plan wijzigt het bestaande bestemmingsplan opdat de regeling actueel blijft. De volgende wijzigingen worden met deze herziening doorgevoerd:

  1. het vervallen van toetspunten in verband met de sloop van de woningen;
  2. het verwijderen van procesinstallatiegebieden;
  3. de aanpassing van het nestgeluid en overslaggeluid van tankers bij een aantal olie op- en overslagbedrijven;
  4. actualisatie van de bebouwing in de geluidszone;
  5. verwijderen hoogtelijnen voor de hoogte van het maaiveld;
  6. enkele geluidskavels zijn aangepast aan de nieuwe feitelijke en vergunde situatie en de bijbehorende geluidbudgetten zijn aangepast;
  7. de culturele vrijplaats Ruigoord krijgt een immissiebudget;
  8. het in overeenstemming brengen van de rekenmethode voor het splitsen van geluidkavels in lijn gebracht met de nieuwe werkwijze van de zonebeheerder;
  9. er wordt een algemene regel in het geluidverdeelplan opgenomen die een verbod oplegt voor het ten gehore brengen van versterkt muziekgeluid in de buitenruimte bij een horecagelegenheid.
  10. er is een afwijkingsregeling opgenomen om te kunnen afwijken van de rekenregels als het gaat om bodemdemping.

De aanpassingen genoemd onder punten 1 t/m 7 worden nader toegelicht in hoofdstuk 3. De aanpassingen onder punten 8 t/m 10 worden nader toegelicht in hoofdstuk 4.

3.2 Doelstelling     

Met deze herziening wordt de geluidverdeling op het industrieterrein Westpoort geoptimaliseerd, zodat de geluidverdeling aansluit op de actuele situatie. Bovendien wordt een extra waarborg ingebracht om te verzekeren dat aanwezige geluidsruimte benut kan worden voor industriële activiteiten en niet voor andere activiteiten.

De optimalisatie en het verbod waarborgt dat een effectieve invulling van de kavels op het industrieterrein Westpoort mogelijk blijft en borgt dat voor akoestisch relevante bedrijven nu en in de toekomst voldoende geluidruimte beschikbaar blijft.

Hoofdstuk 4 Geluid     

4.1 Wet geluidhinder     

Op grond van de Wet geluidhinder moet een geluidzone worden vastgesteld rond industrieterreinen waar bedrijven zijn gevestigd die "in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken". Dit zijn bedrijven aangewezen in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, nr.143), de zogenaamde "grote lawaaimakers". Dergelijke bedrijven worden geacht zoveel lawaai te (kunnen) veroorzaken, dat de wijde omgeving ervan zwaar belast wordt. Op het industrieterrein Westpoort zijn dergelijke bedrijven mogelijk. Op grond van de Wet geluidhinder is voor het industrieterrein dan ook een geluidszone vastgesteld. Een geluidszone is een gebied rondom een industrieterrein waarbuiten de gecumuleerde geluidsbelasting van alle daarop gevestigde bedrijven op de zonegrens niet hoger mag zijn dan 50 dB(A)-etmaalwaarde.

4.2 Geluidverdeelplan Westpoort     

Algemeen

De geluidruimte binnen de geluidzone van industrieterrein Westpoort is niet onbeperkt. Het geluid dat de industrie op een dergelijk terrein gezamenlijk produceert mag namelijk buiten deze zone niet meer bedragen dan 50 dB(A). Bij bedrijven op het industrieterrein wordt in de procedure van de omgevingsvergunning milieudeel getoetst of de geluidsproductie van het bedrijf past binnen de geluidruimte die nog beschikbaar is in de geluidzone van het industrieterrein. Het kan daarom voorkomen dat er geen geluidruimte meer aanwezig is, terwijl er nog fysieke ruimte op het industrieterrein Westpoort, in de vorm van lege kavels, bestaat. Het gevolg is dat er dan niet effectief gebruik wordt gemaakt van het industrieterrein. Het Geluidverdeelplan Westpoort is vastgesteld om voorgaande te voorkomen. Het plan voorziet in een akoestische verkaveling van het industrieterrein Westpoort, waarbij aan elke kavel geluidsruimte is toegekend. Als basis voor die verkaveling zijn onder meer de bestaande rechten (geluidruimte) die bedrijven hebben op grond van hun omgevingsvergunning milieudeel gebruikt.

Met het geluidverdeelplan is per akoestische kavel een immissieniveau op verschillende toetspunten vastgelegd. Door deze immissieniveaus vast te leggen in de gebruiksregels van het geluidverdeelplan is de geluidverkaveling in het ruimtelijke spoor juridisch afdwingbaar.

Onderbouwing voorgestelde wijzigingen

Onderzoeksbureau DMGR heeft de in deze herziening voorgestelde wijzigingen in het akoestisch model doorgerekend en nieuwe imissiebudgetten bepaald. De resultaten van deze rekenexercitie zijn vervat in een akoestisch onderzoek, dat als bijlage 1 bij deze herziening is gevoegd. De nieuwe geluidverkaveling en nieuwe immissiebudgetten zijn verder ook verwerkt in de regels door de bijlagen bij de regels aan te passen. 

Vervallen toetspunten

De woning aan de Kanaaldijk 5 in Zaandam is al in het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet meer mogelijk en is inmiddels gesloopd. Het toetspunt 'HW 06 – Kanaaldijk 5' is daarom uit het rekenmodel verwijderd. Daarnaast zijn de woningen aan de Machineweg 5 en 6 in Halfweg, gemeente Haarlemmermeer, gesloopt. Daarom is ook het toetspunt 'HW 24 – Machineweg 5 & 6' komen te vervallen. Deze toetspunten zijn niet meer opgenomen in de toetsingstabellen.

verplicht

Afbeelding locatie voormalige woningen

Aanpassen van nest- en overslaggeluid van tankers Het geluid van zeetankers en binnenvaarttankers wordt meegenomen in de representatieve bedrijfssituatie van een olie op- en overslagbedrijf. Voor tankers is vastgesteld dat het lossen van vloeibare en gasvormige brandstoffen met behulp van de eigen pompen van een tankerschip het nestgeluid van het schip overstemt. Het nestgeluid betreft het geluid dat van het schip afkomstig is vanwege het ventileren van ruimten, de stroomvoorziening voor eigen installaties, en dergelijke. Voor het geluid dat wordt veroorzaakt door het lossen van vloeibare en gasvormige brandstoffen is in het ‘Protocol modelleringsregels Westpoort’ vastgelegd hoe de modellering dient plaats te vinden.

Voor een aantal steigers, waar dit laden en lossen plaatsvindt, zit in het akoestisch rekenmodel een dubbeltelling. Voor deze steigers zit, vanuit het rekenmodel behorende bij de omgevingsvergunning milieu voor het bedrijf dat laadt en lost via de steiger, een volcontinue geluidbron voor het geluid van een tanker, maar is in het rekenmodel nogmaals dezelfde geluidbron toegevoegd. Aangezien een dergelijke geluidbron al uitgaat van continue bezetting van de steiger, is al sprake van maximale invulling van de steiger. Deze dubbeltelling leidt ertoe dat aan een aantal bedrijven meer geluidsruimte is toegekend dan noodzakelijk is op grond van de bedrijfsvoering.



Naast bovengenoemde dubbeltelling was de modellering van de tankers ook niet in alle gevallen conform de modelleringsregels uitgevoerd. Het Protocol modelleringsregels Westpoort schrijft voor op welke wijze het geluid van de tankers gemodelleerd dient te worden. Voor een zeetanker betreft dit een immissierelevant bronvermogen van 111 dB(A) en een bronhoogte van 25 meter. Voor kleine zeetankers (Dead Weight Tonnage kleiner dan 20.000 ton, zoals coasters en suppliers) betreft dit 106 dB(A) en 12 meter.

Voor een aantal locaties is in het rekenmodel de dubbeltelling uit het model gehaald en voor een aantal locaties is de modellering van tankers aangepast conform de voorgeschreven modellering uit het protocol. Daarnaast was op twee ligplaatsen voor nestgeluid sprake van een verkeerde bedrijfsduur en bronhoogte. Voor de specifieke wijzigingen die zijn doorgevoerd in het model wordt verwezen naar tabel 1 van het uitgevoerde akoestische onderzoek (bijlage 1).

Voor een aantal kavels leidt de aanpassing tot een lagere kavelreservering en daarmee ook een aanpassing van het immissieniveau op de verschillende toetspunten. De wijzigingen zijn doorgevoerd in de lijst van immissiebudgetten behorende bij de regels (zie bijlage 3 van de regels).

Actualisatie van de bebouwing in de geluidzone

Aan de zuidoostelijke zijde van het industrieterrein is het driedimensionale model van de bebouwing geactualiseerd, omdat dit model niet meer overeenstemt met de daadwerkelijk bebouwing in het gebied. Dit betreft het gebied Houthavens. Een dergelijke actualisatie heeft ook plaatsgevonden voor de bebouwing op de industrieterreinen Hoogtij en Westerspoor. Nieuwe bebouwing kan afschermde of reflecterende werking hebben waardoor de immissie van bedrijven op het industrie op de toetspunten kan wijzigen. Vanwege voorgaande is het noodzakelijk om het driedimensionale model van de bebouwing actueel te houden. Voor het maatgevende toestpunt HW17 in dit gebied is doorgerekend of het leidt tot aandachtspunten (bv. te weinig immissiebudget). Dit is niet het geval.

Verwijdering procesinstallatiegebied

Het Protocol modelleringsregels Westpoort schrijft voor dat terreindempingsgebieden (procesinstallatiegebieden genoemd in het gehanteerde rekenpakket) niet mogen worden toegepast. Procesinstallatiegebieden zijn gebieden waar grote industriële installaties (niet zijnde gebouwen) in de open lucht aanwezig zijn (zie onderstaande afbeelding ter verduidelijking).

verplicht

Afbeelding voorbeeld procesinstallatiegebied

Het zijn grote gebieden waar buizen, stellages en schoorstenen en andere bouwwerken geen gebouw zijnde aanwezig zijn die door verstrooiing van het geluid een bepaalde demping met zich meebrengen. Op industrieterrein Westpoort zijn echter deze gebieden niet aanwezig. In de omgevingsvergunning milieu van enkele bedrijven zijn deze gebieden onterecht wel opgenomen in de akoestisch modelleringen. De geluidsproductie die deze bedrijven hebben is dus onterecht te laag vastgesteld. In de geluidverdeling wordt dit nu gecorrigeerd door deze bedrijven een hoger immissiebudget te geven. Het betreft slechts kleine aanpassingen.

Verwijdering hoogtelijnen

Hoogtelijnen zijn lijnen waarmee in het rekenmodel verschillen in de hoogte van het maaiveld gemodelleerd kunnen worden. Voor industrieterrein Westpoort is geen sprake van relevante verschillen in maaiveldhoogte. Hierom is in bovengenoemd protocol gekozen om hoogtelijnen niet toe te passen.



In het rekenmodel was nog sprake van ingevoerde hoogtelijnen. Deze zijn in lijn met het protocol uit het rekenmodel verwijderd.

Aangepaste verkaveling In het model zijn de akoestische kavels vastgelegd. Afgelopen jaren is deze verkaveling onder meer gewijzigd doordat bedrijven delen van kavels niet meer gebruiken of juist een deel van een akoestisch kavel in gebruik hebben genomen. Met deze wijzigingen is in deze herziening rekening gehouden, zodat de akoestische verkaveling weer actueel is en overeenkomt met de feitelijke situatie.

Verkaveling Ruigoord

Er is gebleken dat onterecht de culturele vrijplaats Ruigoord buiten beschouwing is gelaten bij het opstellen van het bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Afrikahaven zijn namelijk activiteiten toegestaan die geluid kunnen proceduren (onder meer ondergeschikte horeca) en zou Ruigoord een geluidsbudget moeten krijgen. Dit is echter niet gebeurd in het bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort. Dit gebrek wordt bij deze herziening alsnog hersteld.

Daarbij is onderzoek gedaan naar de activiteiten die op het terrein plaatsvinden en welk geluidsbudget daarvoor noodzakelijk is. Uit het onderzoek blijkt dat de activiteiten uiteenvallen in evenementen, horeca-activiteiten die in de kerk plaatsvinden en de ateliers van de kunstenaars. Het geluidverdeelplan is niet van toepassing op evenementen. Die worden dan ook bij het bepalen van het geluidsbudget voor Ruigoord verder niet betrokken. De ateliers zijn aangemerkt als maximaal categorie 2 bedrijven qua geluidsemissie. Naar de geluidsemissie vanuit de kerk is onderzoek gedaan door het onderzoeksbureau M+P. Bij dat onderzoek is uitgegaan van een geluidsniveau van 100 dB(A) met housespectrum in de kerk. Verder is bekeken wat de geluidwering van de gevels en het dak van de kerk zijn om zo te kunnen bepalen wat de uiteindelijke geluidsimmissie is op de verschillende toetspunten die zijn opgenomen in het bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort.

Uit het akoestisch onderzoek (bijlage 2) blijkt dat om een geluidsniveau van 100 dB(A) mogelijk te maken een aanspraak gemaakt moet worden op de algemene geluidsreserve uit het geluidverdeelplan. Die geluidsreserve zou met maximaal 0,04 dB(A) afnemen indien de activiteiten in de kerk van Ruigoord worden toegevoegd aan het zonebeheermodel van industrieterrein Westpoort. Dit wordt niet wenselijk geacht, omdat de geluidsreserve bedoeld is voor de industrie en niet bedoeld is om horeca-actviteiten mogelijk te maken. Er is gekeken of met een lager geluidsniveau voorkomen kan worden dat de activiteiten ten koste gaan van de reserve. Met een geluidsniveau van 95 dB(A) in de kerk is slechts sprake van een afname van de reserve van 0,01 dB(A). Met dit geluidsniveau kunnen de gewenste activiteiten nog steeds plaatsvinden in de kerk en vindt verder geen beperking van de activiteiten plaats. Met een geluidsniveau van 95 dB(A) blijft het namelijk mogelijk housefeesten in de kerk te houden.

In het akoestisch onderzoek is verder nog gekeken naar welke geluidsisolatie van de kerk mogelijk is om te voorkomen dat een aanspraak op de reserve noodzakelijk is. Er blijkt dat geluidisolatie veel effect kan hebben, echter de investering aanzienlijk is. Er is daarom voor gekozen om eenmalig de reserve in te zetten ten gunste van de culturele vrijplaats. In die afweging is betrokken dat Ruigoord een bestaande culturele vrijplaats is en de activiteiten al geruime tijd plaatsvinden.

In deze tweede herziening zijn twee kavels voor Ruigoord opgenomen. Een kavel voor de kerk en een kavel voor het terrein waarop de ateliers aanwezig zijn. In het akoestisch onderzoek van DGMR (bijlage 1) is in tabel 3 opgenomen welke geluidsruimte per m2 op de kavels is neergelgd. Het betreft kavels 7250 en 7251.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving     

5.1 Planvorm     

Dit bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het paraplubestemmingsplan geluidverdeelplan Westpoort. De herziening heeft uitsluitend betrekking op regels en de bijlagen bij de regels. Op de verbeelding worden geen wijzigingen doorgevoerd.

5.2 Artikelgewijze toelichting     

5.2.1 Toelichting op de planregels     

Afwijkingsregeling bodemdemping

Bij het bepalen van een immissiebudget is op grond van artikel 2 wijze van meten standaard een bodemping van factor 0,5 voorgeschreven. Bij bodemdemping gaat het over de vraag of sprake is van een hard of zacht bodemgebied in het driedimensionale model dat wordt gebruikt om te bepalen of voldaan wordt aan het immissiebudget. Die bodemdemping wordt in het model ingevoerd, omdat harde oppervlakte (bv. asfalt) meer reflecteren dan zachte oppervlakte (bv. groen) en dit relevant is voor het vaststellen van de immissie. Uit de praktijk blijkt dat de voorgeschreven bodemdemping van factor 0,5 soms niet werkt. Dit heeft te maken met het feit dat Westpoort een zeehaven betreft en dat het voorkomt dat water wordt gedempt of nieuw water wordt gegraven. Hierdoor verandert de bodemdemping. Hetzelfde geldt als een nieuw bedrijf besluit zijn gronden geheel te verharden. Flexibiliteit ter zake is dus gewenst. Dit is vormgegeven middels een afwijkingsregeling die is opgenomen in artikel 2.

Verbod versterkte muziek

Binnen het plangebied zijn enkele horecabedrijven toegestaan. Bij een deel van deze bedrijven maakt het ten gehore brengen van versterkte muziek onderdeel uit van de bedrijfsvoering. Over het algemeen levert dit deel van de bedrijfsvoering geen probleem op, zolang de muziek inpandig ten gehore wordt gebracht. Enkele horecabedrijven willen echter ook versterkte muziek in de open lucht ten gehore brengen op het buitenterrein dat bij de horecagelegenheid hoort. Met deze activiteit is in het geluidverdeelplan nooit rekening gehouden. Het blijkt dat de activiteit ten koste gaat van de geluidsreserve die bedoeld is voor industriële activiteiten. Het ten gehore brengen van versterkt muziekgeluid op een buitenterrein wordt, om de geluidsreserve te behouden voor de industrie, bij deze herziening verboden. Dit verbod is opgenomen in artikel 4 enwordt toegevoegd aan de artikelen van het geluidverdeelplan Westpoort. Alleen de buitenactiviteiten van horecaondernemingen worden, voor zover deze zien op het gehore brengen van versterkte muziek, hierdoor geraakt. De regel heeft verder geen gevolgen voor incidentele activiteiten die geen onderdeel uitmaken van de representatieve bedrijfssituatie van een bedrijf. Ook heeft het verbod geen effecten op evenementen. Het geluid wat geproduceerd wordt bij evenementen wordt niet gereguleerd door het geluidverdeelplan, maar via de evenementenvergunning die op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor een evenement noodzakelijk is en de door de gemeente opgestelde locatieprofielen.

Omdat er binnen het plangebied nog twee tijdelijke horecabedrijven aanwezig zijn die in de buitenlucht versterkte muziek ten gehore brengen en hiervoor alle benodigde toestemmingen hebben verkregen, is voor deze ondernemers een uitzondering opgenomen. Dit om te voorkomen dat zijn hun bedrijfsvoering niet meer kunnen uitoefenen en aanlopen tegen het verbod.

Verder is, in verband met de wens dat de algemene geluidsreserve bedoeld is voor de industrie en niet voor horecabedrijven, de afwijkingsregeling die een beroep op de reserve mogelijk maakt aangepast. In die afwijkingsregeling is opgenomen dat een afwijking niet mogelijk is als het hogere geluidsbudget bedoeld is voor een horecagelegenheid.

Overgangsrecht

De overgangsregel is evenals de anti-dubbeltelregel overgenomen uit de standaardregels uit het Bro.

Slotregel

De slotregel geeft de officiële benaming van dit bestemmingsplan weer alsmede de datum van vaststelling door de gemeenteraad.

5.2.2 Toelichting op de bijlagen     

Bijlage 1, 2, en 3 bij de regels komen in de plaats van de bijlage 1, 2 en 3 van het oorspronkelijke bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort. In die eerstgenoemde bijlagen zijn de gevolgen van de wijzigingen genoemd in paragraaf 3.2 doorgevoerd. Het gaat dan om aanpassingen in de akoestische verkaveling, vervallen toetspunten en wijzigingen in immisiebudgetten.

In de bijlage 4 bij de regels van het oorspronkelijke geluidverdeelplan is een handleiding gevoegd waarin is opgenomen op welke manier een geluidbudget moet worden berekend voor een kavel die slechts deels in gebruik wordt genomen. Kort en technisch samengevat diende voor de nieuwe deelkavel een doorberekening per immissiepunt te worden verricht om tot een nieuwe lijst met immissiebudgetten te komen. In wezen komt deze werkwijze overeen met opnieuw doorberekenen van een nieuwe geluidverkaveling op perceelsniveau, hetgeen geen simpele opgave is.

De zonebeheerder wenst kavelverdelingen binnen gezoneerde industrieterreinen eenvoudiger te berekenen en heeft daarvoor een nieuwe handleiding opgesteld die de oude handleiding vervangt.

In deze nieuwe handleiding (zie bijlage 4 bij de regels) staat een nieuwe methodiek voor het berekenen van het geluidsbudget. Kort gezegd wordt in de nieuwe situatie het geluidbudget van een kavel naar rato van de oppervlakte van de kavel verdeeld. Bijvoorbeeld: een initiatiefnemer die 50% van de fysieke ruimte van een kavel in gebruik neemt mag dan maximaal 50% van het geluid produceren op het immissiepunt (dus het kavelbudget verminderd met 3 dB, omdat elke 3 dB minder een halvering is van het geluid).

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid     

In het Besluit ruimtelijke ordening is in artikel 6.2.1 een opsomming gegeven van de bouwplannen die worden beschouwd als bouwplan in de zin van artikel 6.12 Wro waarvoor een exploitatieplan dient te worden vastgesteld indien het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd. Voorliggende herziening maakt geen nieuwe bouwplannen mogelijk, die zijn benoemd in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid     

7.1 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)     

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerpbestemmingsplan verzonden aan:

  • Provincie Noord-Holland;
  • Gemeente Zaanstad;
  • gemeente Haarlemmermeer.

De gemeente Zaanstad en gemeente Haarlemmermeer hebben aangegeven geen opmerkingen te hebben op het voorontwerpbestemmingsplan. De Provincie Noord - Holland heeft aangegeven dat in de toelichting van het bestemmingsplan besteed moet worden aan de Omgevingsverordening en het feit dat industrieterrein Westpoort een industrieterrein van provinciaal belang is. De toelichting is hierop aangepast. De Provincie had verder geen op- en/of aanmerkingen

7.2 Maatschappelijk overleg     

Alvorens hetontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd, zijn gesprekken gevoerd met de bedrijven die ten gevolge van deze herziening een ander geluidsbudget krijgen. De reden waarom het budget is gewijzigd, is tijdens deze gesprekken uitgelegd. Er is verder overleg geweest met vertegenwoordigers van Ruigoord en die is uitgelegd welke regeling in deze herziening is opgenomen. Ook is gesproken met horecaondernemers die zich op het bedrijventerrein bevinden. Naar aanleiding hiervan is het overgangsrecht opgenomen.

7.3 Zienswijzen     

Een ontwerpbestemmingsplan wordt voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Gedurende die periode kan eenieder zienswijzen indienen. De bedrijven, inclusief de horecaondernemers, waarvoor deze herziening gevolgen kan hebben worden voordat het plan ter inzage per brief op de hoogte gesteld.

Regels     

Hoofdstuk 1 Inleidende regels     

Artikel 1 Begrippen     

1.1 Plan     

het bestemmingsplan Geluidverdeelplan Westpoort 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0363.B2302BPGST- OW01 van de gemeente Amsterdam.

1.2 Bestemmingsplan:     

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 Verbeelding     

De verbeelding van het bestemmingsplan 'Geluidverdeelplan Westpoort 2e herziening'

Artikel 2 Wijze van meten     

Aan artikel 2 van het Geluidverdeelplan Westpoort wordt een lid 3 toegevoegd dat als volgt luidt:

2.3 afwijkingsregeling bodemdemping

Het bevoegd gezag heeft de bevoegdheid een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 2.1 onder b, mits:

  1. aangetoond wordt dat de bodemdemping bij een inrichting substantieel afwijkt ten opzichte van de standaardfactor van 0,5;
  2. de zonebeheerder instemt de afwijkende factor voor de bodemdemping;
  3. het de bodemdemping betreft op het gezoneerde industrieterrein.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels     

Hoofdstuk 3 Algemene regels     

Artikel 3 Aanpassing afwijkingsregeling     

Aan artikel 5.1 van het Geluidverdeelplan Westpoort wordt een sub d toegevoegd, dat als volgt luidt:

d. een hoger immissiebudget kan niet worden toegekend aan horecabedrijven.

Artikel 4 Verbod versterkte muziek buitenlucht     

Aan artikel 7 van het Geluidverdeelplan Westpoort wordt een nieuw artikel 7.2 met de titel verbod versterkte muziek buitenlucht toegevoegd dat als volgt luidt:

Artikel 7.2 versterkte muziek buitenlucht

  1. Het is verboden om binnen het plangebied buitenterrein te gebruiken ten behoeve van ten gehore brengen van versterkte muziek, voor zover dit ten gehore brengen van versterkte muziek onderdeel uitmaakt van de reguliere bedrijfsvoering van een horecagelegenheid.
  2. Bovenstaand verbod strekt zich ook uit tot het ten gehoren brengen van versterkte muziek in of onder bouwwerken die geen of nauwelijks geluidisolatie bezitten, zoals tenten en overkappingen.
  3. Het gestelde onder a is niet van toepassing op het ten gehore van versterkte muziek in de buitenlucht als voor dat gebruik voor het van kracht worden van dit bestemmingsplan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo is afgegeven.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels     

Artikel 5 Overgangsrecht     

5.1 Overgangsrecht bouwwerken     

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot.
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig ontheffing verlenen van het gestelde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. Het gestelde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik     

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het gestelde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel     

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het .

Geluidverdeelplan Westpoort 2de herziening