|
Met het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad, vastgesteld op 30 oktober 2012 en onherroepelijk geworden op 31 juli 2013, is voor de gronden gelegen op het adressen Oudekerksplein 2, 16, 28, 34, 36D en 38A, Enge Kerksteeg 1 en Oudezijds Voorburgwal 68 de raamprostitutiefunctie geschrapt. Onderhavige herziening beoogt de sindsdien onder overgangsrecht voortgezette raamprostitutiefunctie weer toe te voegen aan de gebruiksmogelijkheden.
De raamprostitutiebedrijven mogen zich bevinden in het souterrain, de eerste en/of tweede bouwlaag, overeenkomstig onderstaande weergave. Het aantal werkplekken, ramen (vitrines) en het oppervlak dat voor deze functie in gebruik wordt genomen, mag niet toenemen ten opzichte van de dag waarop deze herziening ter inzage is gelegd.
De begrenzing van het plangebied valt samen met de feitelijk aanwezige bebouwing die op genoemde percelen aanwezig is.
Oudekerksplein
2: 1e en 2e bouwlaag
16: 1e bouwlaag
28: 1e bouwlaag
34: 1e en 2e bouwlaag
36: souterrain en 1e bouwlaag
38: 1e en 2e bouwlaag
Enge Kerksteeg
1: 1e bouwlaag
Oudezijds Voorburgwal
68: 1e en 2e bouwlaag
In 2009 is de Strategienota Coalitieproject 1012 vastgesteld door de gemeenteraad. Daaruit voortvloeiend is op 30 oktober 2012 het bestemmingsplan 'Herbestemmen Raambordelen Binnenstad' vastgesteld. Met dit bestemmingsplan is van alle panden in de binnenstad met prostitutieramen gelegen buiten twee concentratiezones, de prostitutiefunctie wegbestemd. Deze functie is daarmee onder overgangsrecht gebracht. De intentie was destijds de prostitutiefunctie in alle betrokken panden te (doen) eindigen, desnoods door onteigening.
Op 16 december 2015 heeft de gemeenteraad echter een besluit genomen over de herijking
van het project 1012. Daarbij is besloten 46 ramen in veertien panden met raamprostitutiebedrijven
niet meer te sluiten. De raad was van oordeel dat in het 1012-gebied een kantelpunt
in zicht was, waardoor er niet langer een noodzaak bestond om tot sluiting van die
46 ramen over te gaan. Deze ramen zijn geselecteerd op basis van ruimtelijke argumenten.
In het raadsbesluit is bepaald dat de raamprostitutiefunctie voor de panden waarin
deze ramen zich bevinden opnieuw positief wordt bestemd. Met deze bestemmingsplanherziening
wordt voor de panden aan en rondom het Oudekerksplein uitvoering gegeven aan genoemd
raadsbesluit.
Onderstaande afbeelding toont zowel de stand van zaken omtrent de uitvoering van het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad, als de wijzigingen die het herijkingsbesluit beoogt. Van de panden binnen de paarse stippellijnen is via het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad, de prostitutiebestemming afgehaald, maar volgens het herijkingsbesluit van de gemeenteraad mogen de ramen in de oranjegekleurde panden alsnog hun prostitutiefunctie behouden. In onderhavige herziening gaat het om de oranje panden op en rond het Oudekerksplein. Het zijn de panden binnen de boogachtige paarse stippellijn in het linkerbovenvlak van de afbeelding.
Stand van zaken omtrent raambordelen in het Wallengebied
Het kaartbeeld laat zien dat de raamprostitutie zich goeddeels afspeelt in een overzichtelijk en betrekkelijk klein gebied en dat dit gebied nog verder zal krimpen. De ruimtelijk-economische implicaties van het alsnog openhouden van 46 ramen, verschillen enigszins per locatie. Op en rond het Oudekerksplein speelt het volgende. In 2015 waren er al 15 ramen gesloten. Het plein is volledig geherprofileerd. De functiemenging op het plein is verbeterd en er hebben zich reguliere functies blijvend gevestigd. Over de zuidzijde van het plein is een krachtige oost-westroute ontstaan voor een breder georiënteerd publiek. De ramen die alsnog open blijven, aan de noord- en westzijde van het plein, zullen niet meer van wezenlijke invloed zijn.
Het opnieuw bestemmen van de panden voor raamprostitutie is in de vorm gegoten van een herziening van het plan dat deze functie eerder wegbestemde. De verbeelding bestaat slechts uit zogenaamde plancontouren, dat wil zeggen: slechts het plangebied dat de acht panden betreft is aangegeven. In de regels van de herziening is aangegeven dat ter plaatse van de contour aan de geldende bestemming wordt toegevoegd dat daar in het souterrain, de eerste en/of tweede bouwlaag raamprostitutie is toegestaan en dat deze functie op geen enkele wijze mag worden vergroot of geïntensiveerd.
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient de financiële haalbaarheid van het plan te worden aangetoond. Dit om te voorkomen dat rechten gaat gelden die niet realistisch blijken te zijn. Uit een analyse die is opgesteld door de SAOZ blijkt dat het bestemmingsplan geen planschaderisico met zich meebrengt. Aangezien het in dit plan gaat om een reeds aanwezige functie die opnieuw positief wordt bestemd, is de economische uitvoerbaarheid gegeven.
Er heeft geen inspraak op grond van de inspraakverordening plaatsgevonden op een voorontwerpbestemmingsplan. Artikel 2 van de inspraakverordening geeft aan dat er geen inspraak verleend wordt op bestemmingsplannen.
Het ontwerp bestemmingsplan wordt conform de Wet ruimtelijke ordening gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Een ieder kan in die periode zijn zienswijze naar voren brengen.
het bestemmingsplan Herbestemmen Raambordelen Binnenstad 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0363.A1903BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam.
Aan artikel 4.1 wordt toegevoegd een sub l, luidende:
raamprostitutiebedrijf in de eerste en tweede bouwlaag van Oudekerksplein 2, de eerste bouwlaag van Oudekerksplein 16, de eerste bouwlaag van Oudekerksplein 28, de eerste en tweede bouwlaag van Oudekerksplein 34, het souterrain en de eerste bouwlaag van Oudekerksplein 36D, de eerste en tweede bouwlaag van Oudekerksplein 38A, de eerste bouwlaag van de Enge Kerksteeg 1, de eerste en tweede bouwlaag van Oudezijds Voorburgwal 68, met dien verstande dat het bedrijfsvloeroppervlak van deze functie alsmede het aantal vitrines en werkruimten behorende tot deze functie zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, niet mag worden vergroot.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Bepaling 3.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in 3.3, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 3.3, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Bepaling 3.3 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.