vastgesteld |
De 'Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren' is gebaseerd op een wijzigingsbevoegdheid welke in het door de gemeente Someren vastgestelde bestemmingsplan Recreatieve Zone De Heihorsten is opgenomen.
Op 30 januari 2013 heeft de raad van de gemeente Someren het bestemmingsplan Recreatieve Zone De Heihorsten vastgesteld. Dit plan ziet op de totale recreatieve zone waarbinnen meerdere recreatieve functies zijn opgenomen. Binnen voornoemd bestemmingsplan is in artikel 12.1 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die bij effectuering de mogelijkheid biedt om een aantal in het plan opgenomen functies uit te breiden. De in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen uitbreidingen passen niet binnen de randvoorwaarden van de Verordening.
Echter, de effectuering van de wijzigingsbevoegdheid past wel binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie ruimtelijke ordening (Svro) 2010. Met deze proactieve aanwijzing wil de provincie de in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen ontwikkelingsruimte (deels) mogelijk maken.
Vijf agrarische bedrijven naast natuurgebied de Strabrechtse Heide zijn beëindigd of verplaatst. Binnen de vrijkomende ruimte wordt een recreatief landschap ontwikkeld. In het beoogde landschap zijn diverse recreatieve functies opgenomen zoals een recreatieve poort met bezoekerscentrum, een camping, wellness en verblijfsrecreatie met bedrijfswoningen (beheerderswoningen). De recreatieve functies in het onderhavige gebied hebben grotendeels hun juridisch-planologische verankering gekregen in het op 30 januari 2013 vastgestelde bestemmingsplan Recreatieve Zone De Heihorsten.
De (gehele) realisatie van een verblijfsaccomodatie past niet binnen de Verordening vanwege de omvang van het bebouwd oppervlak alsmede twee nieuwe permanent te bewonen beheerderswoningen en het verwachte aantal bezoekers ten behoeve van de verblijfsrecreatie. Om voornoemde ontwikkelingen mogelijk te kunnen maken is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
Aan het geven van een proactieve aanwijzing, liggen de volgende overwegingen ten grondslag.
Het plan recreatieve zone De Heihorsten koppelt de sanering van vijf agrarische bedrijven aan een transformatie naar een recreatielandschap. Dit versterkt de lokale economie, is een impuls voor de ruimtelijke kwaliteit en levert een bijdrage aan de voorzieningen voor de Brainportregio. Met de transformatie verbeteren de milieu- en wateromstandigheden op de Strabrechtse Heide (Natura 2000) en neemt de ecologische- en ruimtelijke kwaliteit van het gebied zelf toe.
Vijf ondernemers trekken deze ontwikkelingen en financieren hem grotendeels,gesteund door gemeente, provincie en waterschap. Daarmee geven zij blijk van een sterk zelforganiserend vermogen en worden publieke doelen via private investeringen gerealiseerd. Op een aantal punten (omvang bebouwd oppervlak, aantal bedrijfswoningen) past het onderdeel verblijfrecreatie niet in de Verordening. De externe deskundigen zijn overtuigd dat het initiatief maatschappelijke meerwaarde genereert voor people, planet en profit.
De ontwikkeling vindt plaats binnen de groenblauwe mantel. Binnen de groenblauwe mantel streven wij naar behoud en vooral de ontwikkeling van natuur, water(-beheer) en landschap. Ontwikkelingen passen qua aard en schaal bij dat ontwikkelingsperspectief en houden rekening met omliggende waarden. Daarom zijn in de Verordening ruimte regels opgenomen die borgen dat de ontwikkeling van (intensieve) functies binnen de groenblauwe mantel beperkter van omvang blijven dan in agrarisch gebied.
Wij constateren dat binnen het gebied vijf locaties zijn gesaneerd. Op ieder van die locaties had, binnen de regels zoals in de verordening opgenomen, een verblijfsrecreatieve ontwikkeling van 1,5 hectare kunnen plaatsvinden. In onderhavige praktijk wordt de ontwikkeling van de nieuwe verblijfsrecreatie met bijbehorende voorzieningen gebundeld op één locatie. Bezien vanuit een kwalitatief hoogwaardig recreatief product dat tegemoet komt aan de vraag van de consument en de economische haalbaarheid van deze voorziening, zien wij deze bundeling in dit geval als positief. Er is zorgvuldig bezien welke locatie in het gebied de meest geschikte is, gelet op de druk naar de omliggende natuurgebieden. De overschrijding van het bebouwingsoppervlak is bovendien gering.
Wij zijn van mening dat de inbreuk op de borging van onze belangen zoals vastgelegd in de regels van de Verordening ruimte beperkt is, afgezet tegen de forse bijdrage die wordt geleverd aan maatschappelijke en voornoemde provinciale doelstellingen. Daarmee wordt door deze integrale gebiedsontwikkeling een bijdrage geleverd aan de provinciale belangen.
Deze proactieve aanwijzing biedt een basis voor de volgende afwijkingen van de Verordening:
Gedeputeerde Staten hebben op grond van artikel 4.2 Wet ruimtelijke ordening de bevoegdheid een gemeente een proactieve aanwijzing te geven een bestemmingsplan op te stellen. In artikel 36.6 Verordening ruimte 2014 is deze bevoegdheid nader geregeld.
In artikel 4.2 van de Wet ruimtelijke ordening is een procedure voorzien voor de toepassing van de proactieve aanwijzing. Deze procedure regelt in de eerste plaats dat provinciale staten in kennis worden gesteld van het voornemen van gedeputeerde staten tot het geven van een proactieve aanwijzing, alvorens de algemene voorbereidingsprocedure art. 3.4 Algemene Wet Bestuursrecht wordt gevolgd. Deze voorbereidingsprocedure strekt ertoe dat Gedeputeerde Staten kennis nemen van zienswijzen over de proactieve aanwijzing, voordat zij hierover een besluit nemen.
Omwille van duidelijkheid naar belanghebbenden (1 procedure), overzichtelijkheid en ter voorkoming van vertraging in de gemeentelijke besluitvorming, is er voor gekozen om de ontwerp proactieve aanwijzing tegelijkertijd met de terinzagelegging van het ontwerp-wijzigingsplan ter visie te leggen. De zienswijzen worden gericht aan de gemeente. Het is niet nodig onderscheid te maken in zienswijzen die gericht zijn op de ontwerp proactieve aanwijzing of het ontwerp bestemmingsplan. De gemeente zorgt na afloop van de tervisieleggingstermijn dat alle ingekomen zienswijzen, voorzien van een gemeentelijke afweging, ter beschikking worden gesteld aan Gedeputeerde Staten.
Wij hebben er kennis van genomen dat er een zienswijzen is ingediend tegen het gemeentelijk wijzigingsplan en onze ontwerp proactieve aanwijzing in dit verband. Een afschrift van de ingediende zienswijze is ons bij brief van 1 april 2014 aangeboden door het college van burgemeester en wethouders van Someren (hierna: het college). In voornoemde brief verwoord het college het door hen ingenomen standpunt ten aanzien van de ingediende zienswijzen.
De zienswijze is ingediend door Driessen Advies & Beheer namens:
Voorzover de zienswijzen zich richten tegen de ontwerp-proactieve aanwijzing, wordt kortweg bezwaar gemaakt ten aanzien van het vergroten van het bebouwd oppervlak met 3.000 m2 tot een maximum van 18.000 m2. Door bezwaarmaker wordt gesteld dat het toestaan van 3.000 m2 aan extra bebouwd oppervlak niet gepaard gaat met een inhoudelijke c.q. commerciële verantwoording en onderbouwing. Bezwaarmaker voert daarbij aan dat binnen de voorgestane ontwikkeling van het recreatieve bedrijf zelfstandige horeca mogelijk wordt gemaakt welke een inbreuk maakt op de bedrijfsbelangen van zijn cliënten.
Zoals wij onder punt 1.3 van deze proactieve aanwijzing hebben beschreven, is onderhavige recreatieve ontwikkeling het product van een zogenaamd meerwaardetraject. Als gevolg van de sanering van vijf intensieve veehouderijen wordt ter plaatse een recreatief landschap ontwikkeld waarbinnen het recreatieve bedrijf een centrale positie krijgt. Uit het doorlopen meerwaardetraject blijkt niet dat binnen het toekomstige recreatieve bedrijf zelfstandige horeca wordt beoogd. Zodoende is een door bezwaarmaker gemiste inhoudelijke c.q. commerciële verantwoording en onderbouwing ten aanzien van het aspect zelfstandige horeca nimmer aan de orde geweest.
Zoals ook uit het standpunt van de gemeente blijkt, geldt voor het toekomstige recreatieve bedrijf de bestemming 'Recreatie' waarbinnen op grond van de bestemmingsomschrijving meerdere vormen van activiteiten, functies en bebouwing zijn toegestaan. Vanzelfsprekend maken horeca-activiteiten deel uit van een recreatief bedrijf met voornoemde bestemming.
Deze proactieve aanwijzing geeft onder andere de opdracht aan de raad van de gemeente Someren, om in afwijking van de Verordening een wijzigingsplan vast te stellen, dat onder andere de mogelijkheid biedt tot het oprichten van maximaal 18.000 m2 recreatieve bebouwing. Dit is 3.000 m2 meer dan de Verordening toelaat. Binnen voornoemd maximum dient alle bebouwing te worden gerealiseerd ten behoeve van de in het ontwerp-wijzigingsplan 'recreatieve zone De Heihorsten, Provincialeweg 9' genoemde centrumvoorzieningen en verblijfsrecreatie.
Uit de eerder genoemde brief van het college van 1 april 2014 alsmede uit het plan blijkt, dat men in het toekomstig recreatief bedrijf enkel ondersteunende horeca beoogt. Het college geeft in voornoemde brief aan dat de ondersteunende horeca ten dienste staat van de hoofdfunctie en in ruimtelijk opzicht hieraan ondergeschikt is. Dat met het toestaan van 3.000 m2 extra recreatieve bebouwing, in afwijking van de volgens de Verordening toegestane 15.000 m2, het belang van bezwaarmaker zijn cliënten onevenredig wordt geraakt kunnen wij gelet op het voorgaande niet volgen.
Bovendien willen wij in dit verband opmerken, dat voor zover bezwaarmaker vreest voor zelfstandige horeca binnen het recreatieve bedrijf, de Verordening op grond van artikel 6.12 de vestiging van een horecabedrijf binnen de groenblauwe mantel toestaat mits het bouwperceel niet meer dan 1,5 hectare bedraagt. In dat geval zou dit enkel kunnen in de plaats van het recreatieve bedrijf omdat anders een splitsing zou ontstaan van enerzijds een bestemming 'Recreatie' en anderzijds een bestemming 'Horeca'.
Een dergelijke splitising is in strijd met de Verordening. Nu deze proactieve aanwijzing geen afwijking van deze regel mogelijk maakt zal er ook geen bestemmingsplan met een dergelijke strekking vastgesteld kunnen worden.
Gelet op het standpunt dat het college inneemt in de brief van 1 april 2014, met kenmerk vrom/rk 13-1811, ten aanzien van de ingediende zienswijzen en onze overweging ten aanzien van de ingediende zienswijzen, zien wij geen reden om af te zien van het geven van een proactieve aanwijzing aan de raad van de gemeente Someren.
De ontwerp-proactieve aanwijzing 'recreatieve zone De Heihorsten', welke gedurende zes weken gelijktijdig met het ontwerp-wijzigingsplan 'recreatieve zone De Heihorsten, wijziging Provincialeweg 9' ter inzage heeft gelegen, is gebaseerd op de Verordening ruimte 2012.
Op 19 maart 2014 is de Verordening ruimte 2014 in werking getreden. Met de inwerkingtreding van laatstgenoemde verordening wijzigt de grondslag voor onderhavige proactieve aanwijzing. Waar met de ontwerp-proactieve aanwijzing 'recreatieve zone De Heihorsten' op onderdelen werd afgeweken van de Verordening ruimte 2012, wordt met onderhavige proactieve aanwijzing dientengevolge op onderdelen afgeweken van de Verordening ruimte 2014. Dit heeft gevolgen voor de proactieve aanwijzing.
De opbouw van de Verordening ruimte 2014 verschilt ten opzichte van de Verordening ruimte 2012. Hierdoor hebben beleidsarme regelingen een andere positie gekregen binnen de Verordening ruimte 2014 en daarmee ook een ander artikelnummer.
Daarnaast zijn in de Verordening ruimte 2014 beleidswijzigingen verwerkt. Dit heeft als gevolg dat ten aanzien van bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen de Verordening ruimte 2014 beperkender of ruimer werkt ten opzichte van de Verordening ruimte 2012. Om die reden zullen de artikelnummers en artikelleden in deze proactieve aanwijzing gewijzigd zijn ten opzichte van het ontwerp en is ten aanzien van een onderdeel van de ontwerp-proactieve aanwijzing de noodzaak vervallen om een proactieve aanwijzing te geven.
Het maximaal aantal bezoekers per jaar voor de recreatieve functie is inmiddels in overeenstemming met de Verordening zodat dit onderdeel van de aanwijzing bij de regels die strekken tot afwijking van de Verordening inmiddels is vervallen. Wel komt dit nog als zelfstandige regel in de opdracht terug (artikel 3 lid 2), omdat het bezoekersaantal nadrukkelijk deel uit heeft gemaakt in de afweging rondom de meerwaardebenadering en het plan in overeenstemming dient te zijn met de uitgangspunten die daarbij zijn gehanteerd.