direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening ruimtelijke plannen 'Numansdorp-Zuid'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1963.BPTSPherzNMDzuid21-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Toepassingsgebied

1.1 Toepassingsgebied

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingsplannen 'Torensteepolder 2015' en 'Torensteepolder fase 1b en 1c' en de uitwerkingsplannen 'uitwerkingsplan Torensteepolder', en 'Uitwerkingsplan Torensteepolder fase 1b'.

1.2 Algemene wijzigingen

Van de in lid 1.1 genoemde plannen worden de regels als volgt gewijzigd:

  • a. de inleidende regels blijven onverminderd van kracht;
  • b. de regels blijven onverminderd van kracht, met dien verstande dat de doorgehaalde gedeelten zoals opgenomen in de artikelen 2 tot en met 10 komen te vervallen;
  • c. de algemene regels blijven onverminderd onverminderd van kracht, met dien verstande dat artikel 17.1 van de regels van het bestemmingsplan 'Torensteepolder 2015' komt te vervallen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Wonen - 1

(Afkomstig uit 'Torensteepolder 2015')

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. het wonen in de vorm van twee-aan-eengebouwde woningen;
  • c. water;
  • d. groen;
  • e. verkeer;

met de daarbij behorende:

  • f. erven en tuinen;
  • g. toegangswegen- en paden;
  • h. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • i. speelvoorzieningen.
2.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

2.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen de bestemming 'Wonen - 1' minimaal 16 en maximaal 26 woningen worden gebouwd;
  • b. iedere woning (hoofdgebouw) binnen het bouwvlak moet worden gebouwd en voldaan wordt aan de opgenomen bouwaanduiding;
  • c. binnen de bestemming 'Wonen - 1' mag de eerste woning pas worden gebouwd indien binnen de bestemmingen 'Wonen - 2' en 'Wonen - 3' minimaal 4 woningen en/of wooneenheden in aanbouw zijn, en verder volgens de volgende verdeling:

Te bouwen   Nadat in aanbouw zijn binnen 'Wonen - 2' en 'Wonen - 3'  
2e woning   8 woningen  
3e woning   12 woningen  
4e woning   16 woningen  
5e woning   19 woningen  
6e woning   23 woningen  
7e woning   27 woningen  
8e woning   31 woningen  
9e woning   35 woningen  
10e woning   39 woningen  
11e woning   43 woningen  
12e woning   47 woningen  
13e woning   51 woningen  
14e woning e.v.   55 woningen  

  • d. in het plangebied dienen minimaal 20% van de nieuw te ontwikkelen woningen sociaal te worden gebouwd;
  • e. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt georiënteerd op de openbare weg;
  • f. de afstand van de voorgevel van een woning tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens tenminste 5 m bedraagt;
  • g. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 7 m;
  • h. hoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 11 m;
  • i. de afstand van een vrijstaande woning (het hoofdgebouw) tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 m bedraagt;
  • j. de afstand van een twee-aan-eengebouwde woning tot de zijdelingse perceelsgrens aan één zijde minimaal 3 m bedraagt.
2.2.2 Bijgebouwenregeling (per woning)
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m2;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een afstand van tenminste 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan deze gebouwd zijn, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m.
2.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. maximaal 7 m voor palen en masten;
  • b. maximaal 2 m voor erf- en terreinafscheidingen voorzover gelegen achter de (verlengde van de) naar de weg gekeerde gevel;
  • c. maximaal 1 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
  • d. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.2.1 onder f en toestaan dat de afstand tot de gevel tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens kleiner wordt dan 5 m mits het stedenbouwkundig beeld van brede lanen met groene voortuinen niet wordt aangetast.

2.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m2 en met dien verstande dat:
    • 1. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
    • 2. horeca en detailhandel zijn uitgesloten;
    • 3. de activiteiten niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 3 Wonen - 2

(Afkomstig uit 'Torensteepolder 2015')

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van aaneengebouwde en/of geschakelde woningen alsmede een vrijstaande woning;
  • b. groen;
  • c. verkeer;
  • d. verblijfsgebied, niet zijnde wijkontsluitingsweg, en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. erven en tuinen;
  • f. toegangswegen- en paden;
  • g. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • h. speelvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen de bestemming 'Wonen - 2' minimaal 48 en maximaal 54 woningen worden gebouwd;
  • b. iedere woning (hoofdgebouw) binnen het bouwvlak moet worden gebouwd en voldaan wordt aan de opgenomen bouwaanduiding ;
  • c. in het plangebied dienen minimaal 20% van de nieuw te ontwikkelen woningen sociaal te worden gebouwd;
  • d. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt georiënteerd op de openbare weg;
  • e. de afstand van de voorgevel van een woning tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens tenminste 2 m bedraagt;
  • f. de afstand van een blok van twee woningen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 m bedraagt;
  • g. de afstand van een aaneengebouwde woning aan het einde van een blok tot de zijdelingse perceelsgrens aan één zijde minimaal 3 m bedraagt;
  • h. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 7 m;
  • i. hoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal maximaal 11 m;
  • j. de voor-, achter- en zijgevels van niet vrijstaande hoofdgebouwen zoals deze bij realisatie van de hoofdbebouwing ontstaan, worden aangemerkt als bouwgrenzen waarbinnen het hoofdgebouw gerealiseerd moet worden;
3.2.2 Bijgebouwenregeling (per woning)
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m2;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een afstand van tenminste 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan deze gebouwd zijn, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1:

  • a. onder e en toestaan dat de afstand tot de naar de openbare weg gekeerde perceelgrens kleiner wordt dan 2 m mits het stedenbouwkundig beeld van brede lanen met groene voortuinen niet wordt aangetast;
  • b. onder f en g en toestaan dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens kleiner is dan 3 m mits het gewenste stedenbouwkundig beeld niet wordt aangetast.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m2 en met dien verstande dat:
    • 1. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
    • 2. horeca en detailhandel zijn uitgesloten;
    • 3. de activiteiten niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 4 Wonen - 3

(Afkomstig uit 'Torensteepolder 2015')

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van aaneengebouwde en/of geschakelde woningen;
  • b. gestapelde woningen;
  • c. gemeenschappelijke voorzieningen;
  • d. groen;
  • e. water;
  • f. verkeer;
  • g. verblijfsgebied, niet zijnde wijkontsluitingsweg, en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorziengen;

met daarbij behorende:

  • h. erven en tuinen;
  • i. toegangswegen- en paden;
  • j. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • k. speelvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen de bestemming Wonen - 3 minimaal 8 en maximaal 16 woningen worden gebouwd;
  • b. iedere woning (hoofdgebouw) binnen het bouwvlak moet worden gebouwden en voldaan wordt aan de opgenomen bouwaanduiding;
  • c. in het plangebied dienen minimaal 20% van de nieuw te ontwikkelen woningen sociaal te worden gebouwd;
  • d. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt georiënteerd op de openbare weg;
  • e. de afstand tot de noordelijke plangrens bedraagt minimaal 10 m;
  • f. de hoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 3 bouwlagen (11 meter).
  • g. de voor-, achter- en zijgevels van niet vrijstaande hoofdgebouwen zoals deze bij realisatie van de hoofdbebouwing ontstaan, worden aangemerkt als bouwgrenzen waarbinnen het hoofdgebouw gerealiseerd moet worden;
4.2.2 Bijgebouwenregeling
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m2;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een afstand van tenminste 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan deze gebouwd zijn, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1:

  • a. onder f voor een extra bouwlaag waarbij maximaal 50% van het gebouw tot 4 bouwlagen (14 meter) mag worden gebouwd;
4.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m2 en met dien verstande dat:

  • 1. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
  • 2. horeca en detailhandel zijn uitgesloten;
  • 3. de activiteiten niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 5 Woongebied - Uit te werken

(Afkomstig uit 'Torensteepolder 2015')

5.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. het wonen in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. het wonen in de vorm van twee-aan-eengebouwde woningen;
  • c. verblijfsgebied - niet zijnde wijkontsluitingsweg - en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. wijkontsluitingswegen, en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. agrarische doeleinden
5.2 Uitwerkingsregels

De bestemming zal overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door burgemeester en wethouders worden uitgewerkt. Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. uitwerking van de bestemming mag pas plaats vinden als voor tenminste 70% van de woningen die minimaal moeten worden gebouwd binnen de bestemming 'Wonen - 2' alsmede de bestemming 'Wonen - 3' in aanbouw zijn;
  • b. onder een woning in aanbouw wordt verstaan een woning of wooneenheid waarvoor een rechtsgeldige omgevingsvergunning is verleend en de bouw is gestart;
  • c. in het plangebied dienen minimaal 20% van de nieuw te ontwikkelen woningen sociaal te worden gebouwd;
  • d. binnen de bestemming een water- groen en verkeersstructuur wordt aangelegd zoals aangegeven in het stedenbouwkundig inrichtingsplan Torensteepolder - zoals opgenomen in afbeelding 2.2 van de plantoelichting - waarbij afwijkingen tot 10 m zijn toegestaan;
  • e. ten aanzien van het maximaal te bouwen aantal woningen is het bepaalde in artikel 17.1 (Algemene bouwregels) van toepassing;
  • f. de goothoogte van woningen bedraagt maximaal 7 m;
  • g. de bouwhoogte van woningen bedraagt maximaal 11 m;
  • h. bij uitwerking van de bestemming houden burgemeester en wethouders rekening met het beeldkwaliteitplan (bijlage 1 van het bestemmingsplan);
  • i. bij de uitwerking kunnen aanvullende regels worden gesteld voor de situering van maatvoering van woningen ten opzichte van het bestaande woongebied;
  • j. indien blijkt dat niet aan de faseringsregel van lid 12.2 sub a voldaan kan worden vindt een uitwerking plaats naar een agrarische bestemming waarbij de bestaande situatie uitgangspunt is, waarbij rekening wordt gehouden met het eindbeeld uit de afbeelding 'eindbeeld na realisatie fase 1' op pagina 21 van het Beeldkwaliteitplan Torensteepolder, KuiperCompagnons september 2015.
5.3 Bouwregels

Het bouwen van bouwwerken is uitsluitend toegestaan overeenkomstig een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan dat in werking is getreden.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, zolang het in lid 12.3 bedoelde uitwerkingsplan nog geen rechtskracht heeft, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.3 ten behoeve van de bouw van bouwwerken op voorwaarde dat het bouwplan past binnen een ontwerp- dan wel een door burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan, mits voldaan wordt aan het bepaalde in lid 12.2 onder a.

Artikel 6 Wonen - 4

(Afkomstig uit 'uitwerkingsplan Torensteepolder')

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. het wonen in de vorm van twee-aan-eengebouwde woningen;
  • c. water;
  • d. verkeer;
  • e. groen;

met de daarbij behorende:

  • f. erven en tuinen;
  • g. toegangswegen- en paden;
  • h. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • i. speelvoorzieningen.
6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen het totale plangebied van de Torensteepolder maximaal 179 woningen nieuwe woningen worden gebouwd zoals bedoeld in lid 1 van Artikel 17 Algemene bouwregels van het bestemmingsplan ''Torensteepolder 2015" ;
  • b. op ieder bouwperceel mag maximaal één woning (hoofdgebouw) worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van een hoofdgebouw wordt georiënteerd op de openbare weg;
  • d. de afstand van de voorgevel van een woning tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens tenminste 5 m bedraagt;
  • e. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 7 m;
  • f. hoogte van hoofdgebouw bedraagt maximaal 11 m;
  • g. de afstand van een woning (het hoofdgebouw) tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt:
    • 1. 2 m aan weerszijde bij kavels onder de 700m2;
    • 2. 3 m aan weerszijde bij kavels boven de 700m2;
    • 3. 2 meter aan een zijde bij halfvrijstaande woningen;
  • h. de afstand tussen twee hoofdgebouwen minimaal 3 m bedraagt.
6.2.2 Bijgebouwenregeling (per woning)
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m²;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een afstand van tenminste 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder b, mag aan iedere woning een erker worden gebouwd met maximum oppervlakte van 6 m2 en een goothoogte die niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. maximaal 7 m voor palen en masten;
  • b. maximaal 2 m voor erf- en terreinafscheidingen voorzover gelegen achter de (verlengde van de) naar de weg gekeerde gevel;
  • c. maximaal 1 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
  • d. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder d en toestaan dat de afstand tot de gevel tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens kleiner wordt dan 5 m mits het stedenbouwkundig beeld van brede lanen met groene voortuinen niet wordt aangetast.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m² en met dien verstande dat:
    • a. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
    • b. horeca en detailhandel zijn uitgesloten;
    • c. de activiteiten niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 7 Woongebied

(Afkomstig uit 'Torensteepolder fase 1b en 1c')

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. het wonen in de vorm van twee-aan-eengebouwde woningen;
  • c. het wonen in de vorm van aaneengebouwde woningen;
  • d. het wonen in de vorm van geschakelde woningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' tevens voor wonen in de vorm van gestapelde woningen;
  • f. groen;
  • g. water;
  • h. verkeer;
  • i. verblijfsgebied, niet zijnde wijkontsluitingsweg, en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • j. erven en tuinen;
  • k. toegangswegen- en paden;
  • l. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • m. speelvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen de bestemming 'Woongebied' mogen in totaal maximaal 57 woningen gerealiseerd worden;
  • b. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt georiënteerd op de openbare weg;
  • c. de afstand van de voorgevel van een woning tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens tenminste 2 m bedraagt;
  • d. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen: 2 meter aan twee zijden;
    • 2. bij halfvrijstaande woningen: 2 meter aan één zijde;
    • 3. bij hoek- of eindwoningen van blok aaneengebouwde woningen: 2 meter aan één zijde;
  • e. de goothoogte van woningen bedraagt maximaal 7 m;
  • f. de bouwhoogte van woningen bedraagt maximaal 11 m;
  • g. de bouwhoogte van gestapelde woningen bedraagt maximaal 16 m.
7.2.2 Bijgebouwenregeling (per woning)
  • a. de gezamenlijke aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande, twee-aaneengebouwde, aaneengebouwde en geschakelde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m²;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een afstand van tenminste 1 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan deze gebouwd zijn, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1:

  • a. onder c en toestaan dat de afstand tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens kleiner wordt dan 2 m mits het stedenbouwkundig beeld van brede lanen met groene voortuinen niet wordt aangetast;
  • b. onder d en toestaan dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens kleiner is dan 2 m mits het gewenste stedenbouwkundig beeld niet wordt aangetast.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m² en met dien verstande dat:
    • 1. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
    • 2. horeca en detailhandel zijn uitgesloten;
    • 3. de activiteiten niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 8 Woongebied - Uit te werken

(Afkomstig uit 'Torensteepolder fase 1b en 1c')

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. verblijfsgebied - niet zijnde wijkontsluitingsweg - en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. wijkontsluitingswegen, en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. agrarische doeleinden;
  • e. water;
  • f. extensieve recreatie;
  • g. natuur;
  • h. landgoederen.
8.2 Uitwerkingsregels

De bestemming zal overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door burgemeester en wethouders worden uitgewerkt. Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. uitwerking van de bestemming mag pas plaats vinden als de te bouwen woningen passen in het regionaal woningbouwprogramma zoals door Gedupeteerde Staten aanvaard;
  • b. binnen het plangebied (de bestemmingen Woongebied en Woongebied - Uit te werken) mogen maximaal 210 woningen worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van woningen bedraagt maximaal 7 m;
  • d. de bouwhoogte van woningen bedraagt maximaal 11 m;
  • e. bij uitwerking van de bestemming houden burgemeester en wethouders rekening met het beeldkwaliteitplan (bijlage 5 van het bestemmingsplan);
  • f. bij de uitwerking kunnen aanvullende regels worden gesteld voor de situering van maatvoering van woningen ten opzichte van het bestaande woongebied.
8.3 Bouwregels

Het bouwen van bouwwerken is uitsluitend toegestaan overeenkomstig een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan dat in werking is getreden.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, zolang het in lid 8.3 bedoelde uitwerkingsplan nog geen rechtskracht heeft, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.3 ten behoeve van de bouw van bouwwerken op voorwaarde dat het bouwplan past binnen een ontwerp- dan wel een door burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan, mits voldaan wordt aan het bepaalde in lid 8.2 onder a.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Algemene bouwregels

(Afkomstig uit 'Torensteepolder 2015')

9.1 Aantal woningen

Het totaal aantal woningen binnen de bestemmingen 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Wonen - 3' en 'Woongebied - Uit te werken', na uitwerking, mag niet meer bedragen dan 181 (inclusief twee bestaande woningen);

9.2 Totaal aantal woningen

Het totaal aantal woningen (inclusief twee bestaande woningen) binnen de plangebieden van de bestemmingsplannen 'Torensteepolder 2015', 'Uitwerkingsplan "Torensteepolder"', Torensteepolder fase 1b en 1c' en 'Uitwerkingsplan Torensteepolder fase 1b' mag niet meer bedragen dan 452 woningen.

9.3 Aandeel sociale woningen

Binnen de plangebieden van de bestemmingsplannen 'Torensteepolder 2015', 'Uitwerkingsplan "Torensteepolder"', Torensteepolder fase 1b en 1c' en 'Uitwerkingsplan Torensteepolder fase 1b' gezamenlijk dienen minimaal 20% van de woningen in het sociale segment te worden gebouwd.

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

10.1 Woningbouwaantallen in woongebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaald in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van het aantal woningen binnen de bestemming 'Woongebied' waarbij:

  • a. het aantal woningen mag worden opgehoogd van 210 tot maximaal 225 woningen indien uit een aangepast Woningbouwprogramma Hoeksche Waard blijkt dat specifiek voor dit plangebied behoefte bestaat aan extra woningen tot een maximum van 15 woningen;
  • b. bij wijziging van de bestemming houden burgemeester en wethouders rekening met het beeldkwaliteitsplan (bijlage 5 van het bestemmingsplan).

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%;
  • c. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening ruimtelijke plannen 'Numansdorp-Zuid''.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Hoeksche Waard

in de openbare vergadering van 21 september 2021.