direct naar inhoud van Regels
Plan: Uitwerkingsplan "Torensteepolder"
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.Torensteepolder17-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan ''Torensteepolder 2015", vastgesteld op 15 december 2015 door de gemeenteraad van Cromstrijen, met identificatienummer NL.IMRO.0611.Torensteepolder17-VA01, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan ''Torensteepolder 2015" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Aanvullende begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

2.1 plan:

het bestemmingsplan ''Torensteepolder 2015", uitwerkingsplan "Torensteepolder" met identificatienummer NL.IMRO.0611.Torensteepolder17-VA01 van de gemeente Cromstrijen.

2.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erftoegangswegen en verblijfsgebieden;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, parkeervoorzieningen, (ondergrondse) afvalverzamelsystemen, nutsvoorzieningen, groen, bermen, taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.1.2 Specifiek

In afwijking van het bepaalde in lid 3.1.1, mogen de voor 'Verkeer' aangewezen gronden binnen een afstand van 5 m vanaf de bestemmingsgrens worden ingericht ten dienste van de bestemmingen als bedoeld in het artikel 'Water' mits:

  • a. binnen de bestemming 'Water' een minimaal even groot oppervlak is ingericht als verkeer;
  • b. per saldo het toegestane oppervlak aan erven en tuinen binnen het plan niet wordt vergroot.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 4 Water

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals bermen, taluds, bruggen en duikers voor kruisingen met wegverkeer.
4.1.2 Specifiek

In afwijking van het bepaalde in lid 4.1.1, mogen de voor 'Water' aangewezen gronden binnen een afstand van 5 m vanaf de bestemmingsgrens worden ingericht ten dienste van de bestemmingen als bedoeld in het artikel 'Verkeer' mits:

  • a. binnen de bestemming 'Verkeer' een minimaal even groot oppervlak is ingericht als verkeer;
  • b. per saldo het toegestane oppervlak aan erven en tuinen binnen het plan niet wordt vergroot.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. bij het bouwen in de oevers voldaan moet worden aan het bepaalde in Artikel 17 Algemene bouwregels onder lid 4 van het bestemmingsplan ''Torensteepolder 2015".
4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder c voor de bouw van aanlegsteigers en/of vlonders mits het waterbelang dit toelaat en geen afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige kwaliteit van het plangebied.

4.4 Keur waterschap

Voor het bouwen van bouwwerken geldt tevens de keur van het waterschap.

Artikel 5 Waterstaat - Waterkering

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie naast de andere krachtens dit plan hieraan gegeven bestemmingen.

5.1.2

De belangen van de in lid 5.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.

5.2 Bouwregels

Ten behoeve van de in lid 5.1 bedoelde bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 5.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen conform de bij de betreffende bestemming opgenomen regels indien en voor zover het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan de beheerder van de waterkering.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) ter plaatse van de in lid 5.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het ophogen van gronden;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,80 m, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen;
  • c. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd;
  • d. het aanleggen van bos of boomgaard;
  • e. verlagen van het waterpeil;
  • f. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • g. het aanleggen of verwijderen van oeverbeschoeiingen;
  • h. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie-, of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  • i. het aanbrengen van constructies, die verband houden met bovengrondse leidingen;
  • j. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • k. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • l. alle overige werkzaamheden die de waterkering kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van de waterkering.
5.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.4.1 is niet van toepassing:

  • a. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de waterkering;
  • b. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van bescherming van de waterkering van niet ingrijpende betekenis zijn.
5.4.3 Toelaatbaarheid

Het bepaalde in lid 5.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de in dat lid genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de waterkering.

5.4.4 Adviesverplichting

Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning zoals bedoeld in lid 5.4.1 na schriftelijk advies van de beheerder van de waterkering.

Artikel 6 Waterstaat

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Primair

De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterhuishouding met de daarbij behorende andere bouwwerken en werkzaamheden.

6.1.2 Secundair

De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de doeleinden van de onderliggende bestemming(en).

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming als bedoeld in lid 6.1.1 worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 6.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen conform de bij de betreffende bestemming opgenomen regels indien en voor zover het waterbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan de beheerder van het water.

Artikel 7 Wonen - 4

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. het wonen in de vorm van twee-aan-eengebouwde woningen;
  • c. water;
  • d. verkeer;
  • e. groen;

met de daarbij behorende:

  • f. erven en tuinen;
  • g. toegangswegen- en paden;
  • h. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • i. speelvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen het totale plangebied van de Torensteepolder maximaal 179 woningen nieuwe woningen worden gebouwd zoals bedoeld in lid 1 van Artikel 17 Algemene bouwregels van het bestemmingsplan ''Torensteepolder 2015" ;
  • b. op ieder bouwperceel mag maximaal één woning (hoofdgebouw) worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van een hoofdgebouw wordt georiënteerd op de openbare weg;
  • d. de afstand van de voorgevel van een woning tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens tenminste 5 m bedraagt;
  • e. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 7 m;
  • f. hoogte van hoofdgebouw bedraagt maximaal 11 m;
  • g. de afstand van een woning (het hoofdgebouw) tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt:
    • 1. 2 m aan weerszijde bij kavels onder de 700m2;
    • 2. 3 m aan weerszijde bij kavels boven de 700m2;
    • 3. 2 meter aan een zijde bij halfvrijstaande woningen;
  • h. de afstand tussen twee hoofdgebouwen minimaal 3 m bedraagt.
7.2.2 Bijgebouwenregeling (per woning)
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m²;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een afstand van tenminste 3 m achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder b, mag aan iedere woning een erker worden gebouwd met maximum oppervlakte van 6 m2 en een goothoogte die niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. maximaal 7 m voor palen en masten;
  • b. maximaal 2 m voor erf- en terreinafscheidingen voorzover gelegen achter de (verlengde van de) naar de weg gekeerde gevel;
  • c. maximaal 1 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
  • d. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder d en toestaan dat de afstand tot de gevel tot de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens kleiner wordt dan 5 m mits het stedenbouwkundig beeld van brede lanen met groene voortuinen niet wordt aangetast.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m² en met dien verstande dat:
    • a. het beroep of bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
    • b. horeca en detailhandel zijn uitgesloten;
    • c. de activiteiten niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

8.1 Algemeen

Het gebruik van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2 is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid waarbij de volgende normen zoals bepaald onder 8.2, 8.3 en 8.4 in acht moeten worden genomen.

8.2 Parkeernorm per woningtype
  • a. Vrijstaande woningen: 2,7;
  • b. Twee-aan-eengebouwde woningen: 2,6;
8.3 Norm voor parkeerplaatsen op eigen terrein
  • a. Op ieder perceel van vrijstaande woningen op grote percelen dienen vanaf het moment van oplevering minimaal 3 parkeerplaatsen aanwezig te zijn en te blijven, waarbij iedere parkeerplaats een omvang moet hebben van minimaal 3 x 6 meter en rechtstreeks bereikbaar moet zijn vanuit de openbare weg;
  • b. Op ieder perceel van vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen dienen vanaf het moment van oplevering minimaal 2 parkeerplaatsen aanwezig te zijn en te blijven, waarbij iedere parkeerplaats een omvang moet hebben van minimaal 3 x 6 meter en rechtstreeks bereikbaar moet zijn vanuit de openbare weg;
8.4 Norm voor parkeerplaatsen in openbaar gebied
  • a. Bij de bouw van iedere woning geldt dat bij oplevering van de woning sprake moet zijn van voldoende parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Onder voldoende parkeerplaatsen wordt verstaan: in het openbaar gebied aanwezige en te handhaven parkeerplaatsen, waarbij het aantal parkeerplaatsen minimaal moet bedragen:
  • b. Grote vrijstaande woning: 0; (onder grote vrijstaande woningen wordt verstaan: woonpercelen met een grondoppervlakte van meer dan 850m2).
  • c. Vrijstaande woningen: 0,7;
  • d. Twee-aaneengebouwde woningen: 0,6;

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

9.1

Indien niet op grond van Hoofdstuk 2 reeds bij omgevingsvergunning is afgeweken kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  • a. de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, mits deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 2,5 m en geen grotere oppervlakte dan 20 m3 hebben;
  • b. de bouw van transformatorhuisjes, mits deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,5 m en geen grotere inhoud dan 50 m3 hebben;
  • c. de bouw van straatmeubilair en andere bouwwerken, die om waterstaatkundige of verkeersredenen noodzakelijk zijn, zoals duikers of keermuren, mits de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedraagt;
  • d. de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van gering horizontale afmetingen zijn en mits de bouwhoogte niet meer dan 15 m bedraagt;
  • e. afwijkingen van bouwgrenzen en voorgeschreven maten (daaronder begrepen bebouwingspercentages) met ten hoogste 3 m respectievelijk 10%;
  • f. afwijkingen van bouwgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijkingen niet meer bedragen dan 3 m.
9.2

Een omgevingsvergunning voor het afwijken mag slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Torensteepolder 2015", Uitwerkingsplan "Torensteepolder".