direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: It Joo Oudega
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.2011middBPitjoo-onhe

2.2 Provinciaal beleid

Streekplan en Ontwerp Verordening Romte

Op 13 december 2006 heeft de Provinciale Staten van Fryslân het Streekplan 'Om de kwaliteit fan de romte' onherroepelijk. Hierin staan de provinciale kaders waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen de komende tien jaar kunnen plaatsvinden. Binnen deze kaders hebben gemeenten en andere initiatiefnemers de mogelijkheid om ontwikkelingen tot stand te brengen. De beleidskaders zijn uitgewerkt in de Ontwerp Verordening Romte.

Vestigingsbeleid

In het streekplan is Oudega aangeduid als een recreatieve kern. Dit betekent dat er ruimte wordt geboden voor de vestiging van nieuwe grootschalige en intensieve recreatieve voorzieningen. Aard en schaal van recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden sluiten aan bij de karakteristiek en de functie van de recreatiekern, rekening houdend met omgevingsfactoren.

In het streekplan wordt verder onderscheid gemaakt tussen stedelijke centra, regionale centra, bedrijfsconcentratiekernen en overige kernen. Oudega is aangeduid als een 'overige kern' voor wat betreft vestigingsmogelijkheden van nieuwe en lichtere bedrijvigheid

Het Streekplan biedt ruimte voor nieuwe bedrijvigheid aan de rand van een overige kern. Er mag echter geen sprake zijn van voorraadvorming. In de Ontwerp Verordening Romte is in artikel 2.1.2 bepaald dat een nieuw bedrijfsterrein in aansluiting op een overige kern moet voorzien in een concrete behoefte. In artikel 5.1 is bepaald dat een ruimtelijk plan een nieuw bedrijfsterrein of uitbreiding van een bestaand bedrijfsterrein kan bevatten wanneer dit in overeenstemming is met een bedrijventerreinenplan dat de instemming van GS heeft.

Over de programmering van de bedrijventerrein heeft inmiddels op regionaal niveau afstemming plaatsgevonden. Bedrijventerrein It Joo is opgenomen in het bedrijventerreinenplan regio Zuidwest Fryslân (2011). In dit regionale bedrijventerreinenplan zijn regionale afspraken gemaakt over de plannings- en herstructureringsopgave met betrekking tot bedrijventerreinen. De betreffende gemeentebesturen en Gedeputeerde Staten hebben hiermee ingestemd. Hiermee is invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 5.1 van de Ontwerp Verordening Romte.

In de raming van de behoefte en bij de planning van nieuwe terreinen is in het bedrijventerreinenplan rekening gehouden met revitalisering, invulling van nog beschikbare ruimte op bestaande terreinen en met zorgvuldig ruimtegebruik. Hiermee is invulling gegeven aan toepassing van de SER-ladder op regionaal niveau: de mogelijkheden om ruimtewinst te boeken op alle bestaande terreinen in de regio zijn verdisconteerd in het totale regionale programma. Daarmee is voor elk plan voor een nieuw of uitbreiding van bestaand terrein voldaan aan die bepaling uit de Verordening Romte met betrekking tot zorgvuldig ruimtegebruik (artikel 2.1).

Ten aanzien van de vestiging van nieuwe bedrijventerreinen wordt in het Streekplan aangegeven dat lokale bedrijven in de overige kernen bijdragen aan de levendigheid en de economische vitaliteit op lokale schaal. Primair wordt binnen het bestaande bebouwde gebied naar ruimte gezocht door functieveranderingen, het intensiveren en combineren van functies, of het benutten van open ruimten. Daarnaast is er ruimte voor nieuwe bedrijvigheid aan de rand van de kern onder de volgende voorwaarden:

  • het totale ruimtebeslag van het bedrijf blijft, ook op langere termijn, beperkt en staat in een redelijke verhouding tot de schaal van de kern (tot 2.500 m2 per perceel);
  • een verantwoorde milieuhygiënische inpassing is gewaarborgd;
  • rekening wordt gehouden met landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Dit stelt eisen aan de beeldkwaliteit en de wijze van landschappelijke inpassing;
  • met de aanwezige infrastructuur zijn de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid in voldoende mate te waarborgen.

Type en de schaal van bedrijven passen bij deze kernen, zowel ruimtelijk als milieuhygiënisch. In het Streekplan Fryslan is bepaald dat aansluitend aan een overige kern relatief kleinschalige bedrijven in milieucategorie 1 en 2 kunnen worden gevestigd. In een enkel concreet geval kan milieucategorie 3 worden toegestaan. In de Ontwerp Verordening Romte is in artikel 5.2.3 lid b bepaald dat in een overige kern bedrijven vanaf milieucategorie 3.1 niet zijn toegestaan. Volgens artikel 5.2.4 kan hier ten behoeve van een incidenteel bedrijf van worden afgeweken.

Perifere detailhandel op bedrijventerreinen

Het streekplan concludeert dat er vanuit het oogpunt van verstoring van de detailhandelstructuur in beginsel geen ruimte is voor het verruimen van perifere vestigingsmogelijkheden. Lokaal kunnen echter ruimtelijke factoren een rol spelen om bepaalde typen detailhandel vanuit het kernwinkelgebied te verplaatsen. Het kan hier gaan om vormen van detailhandel die qua volumineuze aard van goederen, gevaar en hinder of dagelijkse bevoorrading niet goed meer in de kern passen. De provincie noemt in deze context de volgende branches: supermarkten, detailhandel in auto's, caravans en tenten, boten, keukens, meubelen, bouwmaterialen, plant en dier, fietsen en auto-accessoires en brandbare of explosiegevaarlijke stoffen. Hieronder valt ook detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van industrie en ambacht.

De provincie ziet geen of beperkte mogelijkheden voor perifere detailhandel met een (boven) regionaal marktbereik, zoals bijvoorbeeld keukens en woninginrichting.

Ganzenfoerageergebied

Voor de opvang van ganzen en smienten heeft de provincie Fryslân ongeveer 30.000 tot 40.000 ha ganzenfoerageergebieden aangewezen. Het agrarisch gebied ten zuidoosten van Oudega wordt op basis van het streekplan aangeduid als ganzenfoerageergebied. Handhaving van voldoende openheid en rust in de voor ganzen geschikte gebieden acht de provincie van belang. Verdichting door beplanting en bebouwing is hier in principe niet gewenst; het gaat daarbij om niet-agrarische ontwikkelingen, zoals stads- en dorpsuitbreidingen, wegenaanleg en de meer grootschalige nutsvoorzieningen. Bij noodzakelijke ruimtelijke ingrepen van openbaar belang kan hiervan worden afgeweken. Wanneer na afweging aantasting van de ganzenfoerageergebieden onvermijdelijk blijkt, spant de provincie zich in voor het beschikbaar komen van vervangende ganzenfoerageergebieden, zodat een totaaloppervlak van ca. 30.000 ha ganzenfoerageergebieden aanwezig blijft.

Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân

De provincie Fryslân maakt in het ruimtelijk beleid geen onderscheid tussen gebieden in of buiten de Nationale Landschappen. In de Nationale Landschappen is ruimte voor de opvang van de plaatselijke woningbehoefte, pilots landelijk wonen, lokale en regionale bedrijvigheid, verbetering van de lokale en regionale ontsluitingsstructuur, een duurzaam ontwikkelingsperspectief voor de landbouw en voor recreatieve ontwikkelingen, dit alles binnen de landschappelijke kernkwaliteiten. De ontwikkeling van bedrijventerrein It Joo is bedoeld voor lokale en regionale bedrijvigheid en past daarmee in het beleid voor Nationale Landschappen.