Plan: | Speelveld 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.BPSpeelveld5-VS01 |
1. | plan: | het bestemmingsplan Speelveld 5 met identificatienummer NL.IMRO.1723.BPSpeelveld5-VS01 van de gemeente Alphen-Chaam; |
2. | bestemmingsplan: | de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels; |
3. | afvalcontainer: | een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer; |
4. | antennedrager: | antennemast of andere constructie waaraan een antenne is bevestigd; |
5. | antenne-installatie: | installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. |
6. | bebouwing: | één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; |
7. | bestemmingsgrens: | de grens van een bestemmingsvlak; |
8. | bestemmingsvlak: | een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; |
9. | bouwen: | het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; |
10. | bouwgrens: | de grens van een bouwvlak; |
11. | bouwperceel: | een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten; |
12. | bouwvlak: | een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; |
13. | bouwwerk: | elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; |
14. | gebouw: | elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; |
15. | gebouw van algemeen nut: |
gebouw ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer; |
16. | ondergeschikt bouwdeel: | -een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak en/of; -ondergeschikte delen van een ondergronds bouwwerk die zichtbaar zijn boven peil; |
17. | ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden: |
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden; |
18. | ondergronds bouwwerk: | een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op minimaal 1,75 m¹ onder peil; |
19. | onderkomens: | voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken; |
20. | opslag: | het bedrijfsmatig opslaan van goederen, grondstoffen, andere stoffen en materialen; |
21. | perceelsgrens: | grens van een perceel of bouwperceel; |
22. | voorzieningen van algemeen nut: | op het openbare net aangesloten werken en/of bouwwerken ten behoeve van het openbaar nut, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer; |
23 | weg: | een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten; |
24. | werk: | grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of bouwwerk; |
25. | werken: | alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies of inrichtingen met toebehoren; |
26. | wet/wettelijke regelingen: |
indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald; |
1. | de dakhelling: | langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; |
2. | de goothoogte van een bouwwerk: | vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; |
3. | de inhoud van een bouwwerk: | tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; |
4. | de bouwhoogte van een bouwwerk: | vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; |
5. | de oppervlakte van een bouwwerk: | tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; |
6. | afstand tot de bouwperceelsgrens: | tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is; |
7. | afstand tussen gebouwen: |
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen; |
8. | lengte, breedte en diepte bouwwerk: | tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of harten van scheidsmuren; |
9. | oppervlak van bouwpercelen: |
de maten van het kadastrale perceel, dan wel, wanneer er geen sprake is van een gedeeld kadastraal perceel, de feitelijke oppervlakte van het perceel behorend bij het hoofdgebouw; |
10. | breedte van bouwpercelen: | tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens; |
11. | bebouwd oppervlak: | de buitenmaats gemeten loodrechte projectie van de bebouwing op de ondergrond; |
12. | ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk: | vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend. |
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
Maximale goothoogte | 5 meter |
Maximale bouwhoogte | 5 meter |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de maximale bouwhoogte 3 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
Indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 3.4.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in 4.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding
'veiligheidszone - munitie' nadere eisen te stellen aan gebouwen met vlies- of gordijngevelconstructies en gebouwen met zeer grote glasoppervlakten, waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt.
Indien niet op grond van een andere bepaling van de regels kan worden afgeweken, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor overschrijding van de in het plan voorgeschreven maatvoerings- en situeringseisen met ten hoogste 10% onder de voorwaarde dat de verhoging/overschrijding geen onevenredige aantasting tot gevolg mag hebben van:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het oprichten van een antenne-installatie onder de volgende voorwaarden:
Indien niet op grond van de voorgaande regels kan worden afgeweken, zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
indien er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij toepassing van de intrekkingsbevoegdheid ten aanzien van een verleende afwijking is de in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen procedure van toepassing.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in artikel 3.18 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
'Regels van het bestemmingsplan Speelveld 5 '.
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente
Alphen-Chaam d.d. 3 november 2016 tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Speelveld 5
'.
Mij bekend,
de griffier.