direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden - 2
Plan: Herziening Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPBG3013-VAST

Artikel 5 Agrarisch met waarden - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

Geen onderdeel herziening.

5.2 Nadere detaillering van de bestemming

Geen onderdeel herziening.

5.2.1 Verhouding tussen de doeleinden

Geen onderdeel herziening.

5.2.2 Bouwvlak

Geen onderdeel herziening.

5.2.3 Agrarische bedrijfsvormen

Het bepaalde in 5.2.3. onder a. wordt gewijzigd in:

a. een intensieve veehouderij en bedrijf met een intensieve veehouderijtak, niet zijnde een intensieve geiten- of schapenhouderij, ter plaatse van de aanduiding "intensieve veehouderij".

5.2.4 Ondergeschikte detailhandel

Geen onderdeel herziening.

5.2.5 Cultuurhistorische en landschappelijke waarden

Geen onderdeel herziening.

5.2.6 Waterhuishoudkundige doeleinden

Geen onderdeel herziening.

5.2.7 Extensief recreatief medegebruik

Geen onderdeel herziening.

5.2.8 Aan huis verbonden beroep en lichte bedrijvigheid

Geen onderdeel herziening.

5.2.9 Tijdelijke huisvesting werknemers

Geen onderdeel herziening.

5.2.10 Kleinschalig kampeerterrein

Geen onderdeel herziening.

5.2.11 Paardenbakken

Het bepaalde in 5.2.11 wordt aangevuld met:

De oppervlakte van een nieuw op te richten paardenbak mag maximaal 1200 m2bedragen.

5.3 Bouwregels
5.3.1 Toegestane bebouwing

Geen onderdeel herziening.

5.3.2 Bebouwing binnen agrarisch bouwvlak

Geen onderdeel herziening.

5.3.3 Maatvoering bebouwing binnen agrarisch bouwvlak

De tabellen in 5.3.3. worden vervangen door de volgende tabel:

BEDRIJFSGEBOUWEN PER BOUWVLAK   MIN.   MAX.  
AFSTAND TOT DE ZIJDELINGSE, VOORSTE EN ACHTERSTE BOUWPERCEELGRENS   3 m   n.v.t.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   5,5 m  
BOUWHOOGTE   n.v.t.   10 m  
AFSTAND KASSEN TOT WONINGEN VAN DERDEN   25 m    
DAKHELLING   12°   45°  
HOOFDGEBOUW BEDRIJFSWONING   MIN.   MAX.  
AFSTAND TOT DE ZIJDELINGSE, VOORSTE EN ACHTERSTE BOUWPERCEELGRENS   3 m   n.v.t.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   5,5 m  
BOUWHOOGTE   n.v.t.   8 m  
INHOUD   n.v.t.   750 m3; voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum.  
BIJGEBOUWEN EN AAN- EN UITBOUWEN BIJ BEDRIJFSWONING   MIN.   MAX.  
AFSTAND TOT DE ZIJDELINGSE, VOORSTE EN ACHTERSTE BOUWPERCEELGRENS   3 m; aan maximaal één zijde mag de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens minder bedragen dan 3 m   n.v.t.  
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE PER WONING   n.v.t.   90 m2 *)  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   3 m  
BOUWHOOGTE   n.v.t.   5,5 m  
AFSTAND BIJGEBOUWEN TOT VOORGEVEL BEDRIJFSWONING OF VERLENGDE DAARVAN   min. 3 m achter voorgevel bedrijfswoning of verlengde daarvan   n.v.t.  
AFSTAND VRIJSTAANDE BIJGEBOUWEN TOT ACHTERGEVEL BEDRIJFSWONING OF VERLENGDE DAARVAN   n.v.t.   15 m  
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   MAX.  
BOUWHOOGTE MESTSILO   8,5 m  
BOUWHOOGTE OVERIGE SILO'S   12 m  
BOUWHOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN   Voor voorgevelrooilijn: 1,5 m;
Overige: 2 m  
BOUWHOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   2,5 m  
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE PER WONING   30 m2 *)  

*) de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tezamen, mag hierbij maximaal 90 m2 bedragen.

5.3.4 (Maatvoering) bebouwing buiten agrarisch bouwvlak

Geen onderdeel herziening.

5.4 Ontheffing van de bouwregels
5.4.1 Vergroting bebouwde oppervlakte intensieve veehouderij

Het bepaalde in 5.4.1. vervalt.

5.4.2 Verhoging goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen

Geen onderdeel herziening.

5.4.3 Ontheffing bouwhoogte i.v.m. technische maatregelen

Geen onderdeel herziening.

5.4.4 Schuilhutten

Geen onderdeel herziening (niet in werking getreden na aanwijzing GS).

5.4.5 Grotere erf- en perceelsafscheidingen

Geen onderdeel herziening.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Het bepaalde in 5.5.1. onder e. wordt gewijzigd in:

e. aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;

In 5.5.1. wordt het volgende lid onder h. toegevoegd:

h. meer dan één bouwlaag binnen gebouwen voor het houden van dieren.

5.6 Ontheffing van de gebruiksregels
5.6.1 Zorgverlenende nevenactiviteiten

Geen onderdeel herziening.

5.6.2 Kleinschalig kampeerterrein

Geen onderdeel herziening.

5.6.3 Recreatieve nevenactiviteiten

Het bepaalde onder b. wordt verwijderd.

5.6.4 Tijdelijke huisvesting seizoensarbeiders

In 5.6.4. onder a, derde bullet, wordt het woord "bestaand" verwijderd.

In 5.6.4. onder n. wordt het woord "bestaand" verwijderd.

In 5.6.4. wordt het volgende lid onder o. toegevoegd:

o. voor tijdelijke huisvesting in een bedrijfsgebouw geldt dat gedurende de periode in het jaar dat het bedrijfsgebouw in het geheel niet gebruikt wordt voor de tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, het gebouw gebruikt mag worden ten behoeve van recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van de verhuur van vakantieappartementen, mits hierbij aan het volgende wordt voldaan:

      • per agrarisch bedrijf zijn maximaal 5 vakantieappartementen toegestaan;
      • de totale oppervlakte ten behoeve van vakantieappartementen mag maximaal 300 m2 bedragen.
5.6.5 Afhankelijke woonruimte

Het bepaalde in 5.6.5. wordt vervangen door de volgende bepaling:

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.1 onder e., en toestaan dat een aan- of uitbouw of bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. het gebruik als afhankelijke woonruimte uitsluitend plaatsvindt in één of meer aaneengebouwde aan- of uitbouwen en/of bijgebouwen;
  • d. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximale oppervlakte van 90 m2;
  • e. de aan- of uitbouw of het bijgebouw is gelegen op een maximale afstand van 30 m van het hoofdgebouw.
5.7 Aanlegvergunning
5.7.1 Aanlegvergunningplicht

Geen onderdeel herziening.

5.7.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Geen onderdeel herziening.

5.7.3 Toetsing aan aanwezige waarden

Geen onderdeel herziening.

5.7.4 Schema aanlegvergunningen

In de tabel onder 5.7.4 wordt in de 2e kolom (criteria voor verlening van de aanlegvergunning) in de 3e rij (het aanbrengen van oppervlakteverhardingen) na de zinsnede "het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik" de volgende zinsnede toegevoegd:

"; ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone" mag, voorzover het gaat om een verharding met een oppervlakte van meer dan 100 m2, het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone niet worden geschaad;"

5.8 Sloopvergunning

Geen onderdeel herziening.

5.9 Wijzigingsbevoegdheid
5.9.1 Wijziging t.b.v. Natuur

Geen onderdeel herziening.

5.9.2 Wijziging t.b.v. vergroting agrarisch bouwvlak

Het bepaalde in 5.9.2 vervalt.

5.9.3 Wijziging verwijderen aanduiding "intensieve veehouderij"

Onder 5.9.3 wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid ingevoegd:

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding "intensieve veehouderij" deze aanduiding verwijderen indien gebleken is dat geen intensieve veehouderij wordt uitgeoefend.