direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen - Buitengoed
Plan: Herziening Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPBG3013-VAST

Artikel 21 Wonen - Buitengoed

21.1 Bestemmingsomschrijving

Geen onderdeel herziening.

21.2 Nadere detaillering van de bestemming
21.2.1 Paardenbakken

Het bepaalde in 21.2.1 wordt gewijzigd in:

Binnen de bestemming zijn paardenbakken toegestaan. De oppervlakte van een nieuw op te richten paardenbak mag maximaal 1200 m2 bedragen.

21.3 Bouwregels

Geen onderdeel herziening.

21.4 Specifieke gebruiksregels
21.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van:

  • a. gronden en/of opstallen voor het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte voorwerpen, materialen of producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. gronden en/of opstallen voor bedrijfsdoeleinden, detailhandel, horecadoeleinden en/of verblijfsrecreatie;
  • c. (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
21.5 Ontheffing van de gebruiksregels
21.5.1 Ontheffing afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.4.1. onder c., en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. het gebruik als afhankelijke woonruimte uitsluitend plaatsvindt in één of meer aaneengebouwde bijgebouwen;
  • d. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, met een maximale oppervlakte van 90 m2;
  • e. het bijgebouw is gelegen op een maximale afstand van 30 m van het hoofdgebouw.
21.5.2 Ontheffing paardenbak

Het bepaalde in 21.5.2 wordt verwijderd.

21.6 Sloopvergunning
21.6.1 Sloopverbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) een in bijlage 2 opgenomen beeldbepalend pand, of delen van het beeldbepalend pand, te slopen.

21.6.2 Uitzonderingen

Het onder 21.6.1. vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan sloopvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen sloopvergunning vereist was;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.
21.6.3 Verlening

De in 21.6.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk wordt toegebracht aan de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden. Dienaangaande wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.