direct naar inhoud van Artikel 14 Waterstaat - Waterkering
Plan: BP Industrieterrein Haven Cuijk 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPindhaven-VA01

Artikel 14 Waterstaat - Waterkering

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmign(en), mede bestemd voor waterstaatsdoeleinden, waaronder begrepen de bescherming van het waterkerend vermogen van de waterkering, alsmede voor de aan deze gronden gegeven bestemmingen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 22.3.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Op en in gronden als bedoeld in artikel 14.1 mogen uitsluitend worden opgericht andere bouwwerken ten behoeve van de waterkering met een hoogte van maximaal 9 m.

14.3 Ontheffing van de bouwregels
14.3.1 Ontheffing oprichten van gebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 14.1voor het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. hiertegen uit hoofde van de bescherming van de waterkering geen bezwaar bestaat; daartoe dient vooraf schriftelijk advies te zijn verkregen van de beheerder(s) van de rivier en de waterkering;
  • b. bij een negatief advies van de waterbeheerders (Rijkswaterstaat en Waterschap) wordt geen ontheffing verleend.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. het gebruik van gronden als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerken, stoffen of producten, waaronder in elk geval moet worden verstaan onderdelen van motorvoertuigen of aanhangwagens, oude metalen, vuilnis en afvalstoffen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het oog op de bestemming gericht gebruik van de grond;
  • b. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciĆ«le doeleinden.
14.5 Aanlegvergunning
14.5.1 Uit te voeren werken en werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het beplanten van de gronden met bomen, heesters en struiken, welke ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan niet als zodanig beplant waren;
    • 2. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het verlagen of afgraven van de bodem.
14.5.2 Uitsluiting werken of werkzaamheden

Het in artikel 14.5.1 genoemde verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer van de waterkering betreffen.

14.5.3 Voorwaarden
  • a. De in 14.5.1 genoemde aanlegvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerders van de waterkering en rivier.
  • b. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 14.5.1, winnen burgemeester en wethouders het advies in van de beheerder van de waterkering.