direct naar inhoud van Regels
Plan: Facetbestemmingsplan parkeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPPAR1800-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

Het bestemmingsplan Facetbestemmingsplan parkeren met identificatienummer NL.IMRO.1586.BPPAR1800-VG01 van de gemeente Oost Gelre;

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Artikel 2 Van toepassing verklaring

De navolgende bestemmingsplannen zijn van toepassing, met dien verstande dat Artikel 4 Parkeerregelgeving aan hoofdstuk 3 Algemene regels van de navolgende bestemmingsplannen wordt toegevoegd:

  • bestemmingsplan Buurtschap Zwolle 2011 welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 14 februari 2012;
  • bestemmingsplan Kern Mariënvelde 2013 welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 29 april 2014;
  • bestemmingsplan Stadscentrum Groenlo welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 30 oktober 2012;
  • bestemmingsplan Woonwijken Lichtenvoorde welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 8 oktober 2013;
  • bestemmingsplan Woonwijken Groenlo welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 30 oktober 2012;
  • bestemmingsplan Bedrijventerreinen Oost Gelre welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 9 juli 2013;
  • bestemmingsplan Buitengebied Oost Gelre welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 18 december 2012;
  • bestemmingsplan Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 15 juli 2014;
  • bestemmingsplan 'Buitengebied, Reparatieplan 2016' welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 4 april 2017;
  • bestemmingsplan Landbouwontwikkelingsgebieden Ruurlose Broek en Mariënvelde welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 21 september 2010;
  • bestemmingsplan Dorpskern Lichtenvoorde 2009 welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 25 juni 2010.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Parkeerregelgeving

In aanvulling op het bepaalde in de andere voorkomende bestemming gelden de volgende regels:

  • a. een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
  • c. afwijken van de regels, als bedoeld in sub b is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
    • 2. de woon- en leefsituatie.
  • d. burgemeester en wethouders passen deze bouwregels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die zijn opgenomen in de nota Parkeernormen gemeente Oost Gelre, dan wel haar rechtsopvolger.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
  • c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Facetbestemmingsplan parkeren.